Slaaf van Christus
Wij zijn alweer aangekomen in het laatste hoofdstuk van dit boek. Wij zagen dat wij geen slaven van de wet of slaven van de zonden horen te zijn. Wij zijn vrij. Maar dat wij vrij zijn betekent niet dat wij geen slaaf zijn. Dit klinkt raar, maar toch zijn wij slaven van een Heer. Gelukkig is deze Heer de beste Heer die wij ons kunnen bedenken. Jezus Christus is onze Heer en Hij heeft ons zo lief dat Hij zijn leven heeft gegeven om ons te kunnen terugbetalen van de zondemacht. Wij hadden zelf de beslissing genomen om ons te verkopen aan de zonde en Jezus heeft ons terugbetaald. Wij zijn eigendom geworden van Jezus Christus.
Samenvatting boek
Laten wij eerst een korte terugblik werpen op het boek. Wij hebben veel ontdekt over de wet en genade en het is belangrijk om dit te herhalen, zodat dit onderwerp goed in ons hoofd zit.
In deel 1 van dit boek zagen wij dat de wet van Mozes niet tot volmaaktheid leidde. Wij zagen hoe Adam en Eva ongehoorzaam waren, uit Gods verbond vielen en God uiteindelijk een nieuw verbond sloot met Abraham en later met Mozes. Als het volk zich aan het verbond met Mozes hield, zou God hen zegenen en anders ontving het volk de vloek. Wij zagen dat de wet van Mozes alleen voor Israël en voor vreemdelingen gold die in Israël woonden. De wet was niet bedoeld voor heidenen en christenen. Terwijl de wet van Mozes goed en geestelijk was, leidde de wet niet tot volmaaktheid. Dit kwam doordat de mens een zondige natuur heeft en niet vanuit eigen kracht God kan gehoorzamen. Er was een oplossing nodig. De wet kon niemand rechtvaardig maken, bracht de vloek, loste het zondeprobleem niet op en was krachteloos. De wet hoorde in ons hart geschreven te zijn, maar was geschreven op stenen tafelen en kon geen oplossing voor ons bieden. Daarnaast werkte de wet met goede werken doen, terwijl God werkt op basis van beloften, genade en geloof. Om de mensen los te kopen van de zondemacht moest Jezus Christus op aarde komen om de wet te vervullen. Hij moest zonder zonde zijn en sterven aan het kruis. Wij kunnen wel mooie dingen leren uit de wet en de wet heeft voor ons belangrijk lessen. De wet leerde ons de zonde kennen, liet aan ons zien dat wij een zondige natuur bezaten, bracht tijdelijke verzoening door de offerdiensten, diende voor de Israëlitische rechtspraak en liet ons een beeld van Jezus en God de Vader zien. Alleen was de wet niet in staat om ons rechtvaardig te maken en iedereen die probeerde door de wet te leven werd een slaaf van de wet.
In deel 2 van dit boek zagen wij het leven in de schijnvrijheid. De mensen die hierin leven denken dat zij vrij zijn, maar eigenlijk zijn zij onderworpen aan de zondemacht. Door de zonden die zij doen, doen zij zichzelf, de mensen om hen heen, de schepping en God pijn. De zonde heeft ook een nare uitkomst. Door de zonde ontstaat er schaamte, egoïsme en liefdeloosheid. Daarnaast vallen mensen in steeds ergere zonden, verslinden zij elkaar, moedigen zij anderen aan om dezelfde zonden te doen en worden hun hart verhard. De ultieme uitkomst van de zonde is de geestelijke dood en de hel. Daarnaast leven deze mensen zonder verbond met God zodat zij de duivel als koning over zich hebben. En de duivel wil graag zijn persoonlijkheden plaatsen in zijn onderdanen. Hierdoor zijn mensen die denken dat zij vrij zijn in werkelijkheid bedrogen. Zij zijn slaven van de zonde en van de duivel en leven onder de toorn van God.
In deel 3 zagen wij de juiste manier hoe gelovigen moeten leven. Wij zagen dat Gods genade gratis is en God ons dit als cadeau wil geven. Dit deed God uit liefde voor ons en wij kunnen Zijn genade niet verdienen. Uit genade Zijn wij rechtvaardig geworden. Wij ontvangen Gods genade door ons geloof. Hoewel genade voor ons gratis is, was dit niet gratis voor God. Het kostte Hem Zijn eniggeboren Zoon. Jezus is naar de aarde gekomen om te betalen voor onze genade. Hij is aan het kruis genageld en stond na drie dagen op uit de dood. Jezus werd aan het kruis tot zonde gemaakt, zodat wij rechtvaardig zijn geworden. Om goed in Gods genade van de rechtvaardigheid te leven is het belangrijk om te weten dat een mens uit drie delen bestaat: de geest, de ziel en het lichaam. Onze geest is onze geestelijke persoonlijkheid die contact maakt met God. In onze ziel vinden wij onze emoties, karakter, persoonlijkheid, wil en verstand en ons lichaam is ons aardpak waarin wij leven en bewegen. Om goed in Gods genade met betrekking tot rechtvaardigheid te leven zijn de volgende sleutels belangrijk:
Sleutel 1: De wedergeboorte. Dit is de bekering, waterdoop en doop in de Heilige Geest.
Sleutel 2: Het ontvangen van Gods openbaringen over rechtvaardigheid.
Sleutel 3: De openbaring dat wij weten dat onze geest volmaakt rechtvaardig is gemaakt en ons lichaam en ziel groeien in rechtvaardigheid. Wij zijn dus rechtvaardig voor God.
Sleutel 4: Beseffen dat ons oude zondige natuur niet meer leeft en gestorven is samen met Jezus.
Sleutel 5: Nu ons oude zondige natuur niet meer leeft, is het belangrijk om een slaaf te zijn van het goede en onze gedachten te veranderen.
Sleutel 6: Leef in een relatie met God en gelovigen, zodat wij veranderd worden naar het beeld van God.
Sleutel 7: Leef niet meer naar het vlees maar naar de Geest. Laat de Geest regeren in jouw leven.
Sleutel 8: Groei in de vrucht van de Heilige Geest.
Sleutel 9: Spreek in tongentaal, dit is de taal die de Heilige Geest aan ons gegeven heeft om te communiceren met God.
Sleutel 10: Ontvang Gods genade door het geloof.
Sleutel 11: Besef de relatie tussen genade en geloof. Geloof is ons positieve reactie op de genade van God.
Sleutel 12: Ontvang Gods genade door te volharden in het geloof. Blijf vaststaan op de beloften van God.
Sleutel 13: Wandel in liefde en vervul de wet van Christus.
Sleutel 14: Vergeef de mensen zodat God jou kan vergeven.
Sleutel 15: Deel samen in de goedheid van God, zowel in financiële, geestelijke of materiële middelen.
Vrije slaven van Jezus Christus
U bent Mijn vrienden, als u doet wat Ik u gebied. Ik noem u niet meer dienaren, want een dienaar weet niet wat zijn heer doet, maar Ik heb u vrienden genoemd, omdat Ik u alles wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, bekendgemaakt heb. (Johannes 15:14-15)
Jezus zei iets heel moois en tegelijkertijd apart tegen Zijn discipelen. ‘U bent Mijn vrienden, als u doet wat Ik u gebied’. Ik weet niet wat voor vrienden jij hebt, maar als zij zeggen: ‘wij zijn vrienden, zolang je maar doet wat ik zeg,’ dan is dat een rare vriendschap. Toch zei Jezus dit tegen Zijn discipelen en tegen ons. Dit is precies de sleutel om in complete vrijheid te leven, terwijl wij alsnog slaven zijn en een Heer dienen.
Voor ons is het moeilijk om deze twee relaties met Jezus samen te voegen. Hoe kun je zowel een slaaf als een vriend van Jezus zijn? Dat wij slaven van Jezus zijn, komt vaak terug in de Bijbel[1]. Jezus heeft ons een opdracht gegeven om het evangelie van God te verkondigen aan alle mensen[2]. Jezus heeft ons nodig om mensen te bereiken en mensen te rechtvaardigen. Zij worden gerechtvaardigd doordat zij tot geloof komen. Jezus heeft arbeiders nodig om de aarde te bereiken met de goedheid van God. Daarnaast wil Jezus dat wij een radicale keuze voor Hem maken, Hem op de eerste plaats in ons leven zetten en ons leven voor Hem leven in complete gehoorzaamheid[3].
Bij het woord ‘slaaf’ komen allerlei negatieve beelden in gedachten van mensen die uit hun woonplaats worden weggehaald en in een ander werelddeel hard moeten werken onder verschrikkelijke omstandigheden. In dit boek hebben wij naar drie ‘slaafmeesters’ of ‘heren’ gekeken. Twee heren zijn slecht en laten je inderdaad onder verschrikkelijke omstandigheden verblijven. Eén Heer is goed, houdt van jou en wil jou verlossen van alle verschrikkelijke omstandigheden waarin je verkeert. In het oude Romeinse Rijk was het niet erg om een slaaf te zijn van een goede heer. Je werd goed behandeld, had onderdak en ontving voedsel en spullen die je nodig had. Wanneer de heer van jou hield, had je het goed voor mekaar. Maar wanneer jouw heer een slavendrijver was, jou verschrikkelijk behandelde en te kort gaf aan alles, dan had je een groot probleem. Het was in het Romeinse Rijk niet verkeerd om een slaaf te zijn, zolang je de slaaf was van de juiste heer.
Laten wij terugkeren naar de drie heren die wij in dit boek hebben behandeld. De eerste heer was de wet van Mozes. Dit was een strenge heer die elke zonde afstrafte en de vloek gaf als je ongehoorzaam was. Dit was een heer dat je nooit zou helpen om jouw lasten te verlichten en dit leidde tot de dood[4]. Mensen konden werken wat ze wilden, maar deze heer veroordeelde iedereen, ook al maakte iemand maar één klein foutje in zijn hele leven. De tweede heer was de vader van de zonde, oftewel de duivel en de dood. De duivel is een tiran die niets liever wil dan het leven van zijn onderdanen kapot maken en te verwoesten. Hij heeft geen liefde in zich en wil zoveel mogelijk mensen geestelijk dood houden. De derde heer is de goede Heer. Dit is de Here Jezus. Jezus heeft Zijn ‘slaven’ zo lief, dat Hij is gestorven en opgestaan zodat Zijn slaven zullen leven. Terwijl de wet en de dood vernietiging brengen en jou willen veroordelen, heeft Jezus jouw veroordeling gedragen aan het kruis zodat je rechtvaardig bent geworden.
De vraag voor ons is niet: ‘wil ik een heer dienen.’ De vraag voor ons is: ‘welke heer wil ik dienen.’ Je mag zelf de keuze maken. De eerste twee heren kunnen wij samenvoegen tot één heer, namelijk de duivel. Hij wil ons veroordelen en doden. Deze heer is verschrikkelijk, wreed en is erop uit om ons te veroordelen. De andere Heer is goed, liefdevol en is er op uit om ons te herstellen en ons als Zijn vrienden en kinderen te behandelen. Welke heer wil jij dienen? De duivel of Jezus? Er is geen andere mogelijkheid. Of je kiest voor Jezus en Zijn rechtvaardigheid of je kiest voor de duivel, zijn ongerechtigheid en de dood. Wanneer je besluit om geen keuze te maken, dan heb je passief gekozen voor de duivel. Er is één goede Heer en één slechte heer. Er is één hemel en één hel. Er is maar één weg tot rechtvaardigheid, maar vele wegen tot de geestelijke dood. Er is maar één Heer waarbij wij ons geliefd, vrij en thuis voelen. Er is maar één Heer die ons genade schenkt. Er is maar één Heer die Zijn leven heeft gegeven om slaven rechtvaardig te maken. Er is maar één Heer die slaven een positie geeft op Zijn eigen troon[5]. Er is maar één goede Heer die de verlorenen zoekt totdat zij gevonden zijn[6]. Er is maar één Heer die dag in dag uit naar jou verlangt, jou wil omhelzen, jou wil schoonmaken met Zijn bloed en jou wil bevrijden van de zondemacht. De keuze is aan jou: kies je om een slaaf van Jezus te zijn, of blijf je een slaaf van de duivel.
[1] Johannes 12:36, Romeinen 1:1, 1 Korinthe 7:22, Filippenzen 1:1, Titus 1:1, Jakobus 1:1, 2 Petrus 1:1, Judas 1:1 en Openbaring 1:1.
[2] Mattheüs 28:19
[3] Mattheüs 10:37-39
[4] Galaten 3:23-25
[5] Efeze 2:6 en Openbaring 3:21
[6] Lukas 15:1-32
Jezus: vol van genade
Wanneer wij wedergeboren zijn, maken wij onderdeel uit van Gods koninkrijk en leven wij in genade. Jezus Zijn genade is oneindig groot. Het is onmogelijk om in een mensenleven de volle genade van Jezus te begrijpen. God heeft in zes dagen de hemel en de aarde gemaakt. Maar het lukt God niet om in een mensenleven Zijn complete genade, liefde en goedheid te tonen aan ons. God heeft daar de eeuwigheid voor nodig.
Opdat Hij in de komende eeuwen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus. Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; (Efeze 2:7-8)
Gods genade. Wanneer wij de complete openbaring van Zijn genade ontdekken, dan kunnen wij niet anders dan iedere dag Hem te loven en te prijzen en mensen te vertellen over de genade van God. God heeft voorzien, wat jouw probleem ook is. Wanneer je verslaafd bent of in zonde leeft, kijk naar het volbrachte werk van Jezus. Hij heeft jou verlost en jij mag gewoon stappen in Zijn genade en rechtvaardig leven. Niet door jouw eigen werken, maar door het volbrachte werk van Jezus Christus. Jij bent verlost van de zondemacht, alleen moet jouw verstand dit nog begrijpen.
Gods genade is zo groot. Door dit boek begrijpen wij nog geen procent van de genade die God gegeven heeft. Het is belangrijk om te beseffen dat wij ons hele leven, en het toekomstige leven, nodig hebben om Zijn genade compleet te begrijpen en te bevatten. En zelfs dan vraag ik mij af of wij een procent van Zijn goedheid hebben begrepen of ervaren. Niet doordat God zuinig is in het geven van Zijn goedheid, maar doordat God een overvloed van goedheid heeft. Ik wil afsluiten met een gebed dat jij mag meebidden:
Dank U Jezus, voor Uw oneindig grote genade. Dank U dat U mij rechtvaardig hebt gemaakt en hebt bevrijd van de zonde. Dank U dat elke zonde waar ik vandaag nog in gewandeld heb, vandaag van mij afgebroken is en nooit meer terugkeert. Dank U dat Uw goedheid, liefde en genade mij altijd omringen en ik vol ben van Uw kracht. Geef mij openbaringen wanneer ik Uw Woord lees, zodat ik elke dag Uw genade zal ontdekken en erin zal leven. Jezus, vergeef mij als ik op mijn eigen werken heb vertrouwd of wanneer ik in zonde heb geleefd. Jezus, vanaf vandaag vertrouw ik op Uw rechtvaardigheid, op Uw werken en op Uw genade. U bent mijn oplossing in elk probleem. Dank U voor alle openbaringen die ik heb en ga ontvangen over Uw genade en goedheid. Dank U dat ik verlost ben, vrij ben gemaakt en U toebehoor. Dank U dat na vandaag mijn leven nooit meer hetzelfde zal zijn. In Jezus naam, amen.
Vader, in de naam van Jezus Christus bid ik dat mijn geliefde broeder of zuster Uw overvloedige genade en goedheid ontdekt. Leer aan mijn broeder of zuster de rechtvaardigheid kennen die U al in hun geest heeft geplaatst en leer hun om in deze rechtvaardigheid te leven. Zegen hen overeenkomstig Uw oneindig grote genade. In Jezus naam, amen.
Dit hoofdstuk staat in het boek Van wet naar genade. Lees nu direct dit boek, zodat jij niets mist over de wet en genade, een heilig leven leeft en beseft wat Jezus heeft gedaan.
Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God. (Efeze 2:8)
Timo Groot onderzoekt in dit boek een belangrijke vraag die gelovigen al eeuwenlang bezighoudt. Dit diepgaande en inzichtelijk boek leidt jou langs een zorgvuldig uitgestippelde route. Het boek begint bij de wet van Mozes, maakt een tussenstop bij de gevolgen van een zondig leven en eindigt bij de genade van God. Jij ontdekt hoe deze leefwijzen onze relatie met God kunnen beïnvloeden.