10 levenswijzen voor de terugkomst van Jezus
In de vorige hoofdstukken hebben wij Bijbelteksten bestudeerd over de opname. De opname vindt plotseling plaats en volgens de Here Jezus komt Hij spoedig. Dat is een mooi vooruitzicht! Maar hoe moeten wij vandaag leven? Aan de hand van de Bijbel besturen wij wat wij moeten doen voor de opname. Dit hoofdstuk laat alleen de hoofdlijnen zien, want ieder onderwerp vraagt om een eigen hoofdstuk.
Leef in verwachting
God roept ons op om de Here Jezus te verwachten. Volgens de Van Dale betekent verwachten dat wij rekenen op de komst van iets of waarschijnlijk achten dat iets gebeurt. In verwachting leven is niet vreemd voor de vader en moeder van een kind. Voordat het kind op de wereld is gebracht, leven de ouders in verwachting. Door een zwangerschapstest komt de vrouw erachter dat zij zwanger is en zij vertelt dit goede nieuws aan haar man. De man en vrouw zijn op dat moment in verwachting van een kind. Zij weten en beseffen dat over een aantal maanden een kind wordt geboren en daardoor besluiten zij om een babykamer te maken en spullen te kopen zodat het kind verzorgd kan worden. Nadat de maanden verstrijken, kunnen de ouders steeds meer zien van het kind. De echo’s worden duidelijker en (als de ouders dat willen) kan het geslacht bekeken worden. Het besef dat een kind wordt geboren wordt steeds groter en daardoor verzinnen de ouders een naam en proberen zij zich voor te stellen hoe een leven met een kind zal zijn. Ook het kind wordt steeds voelbaarder en groter. De vrouw voelt het kind bewegen in de buik en de buik wordt steeds groter. De dokter noemt een uitrekendatum waarop de baby geboren kan worden, maar vertelt er bij dat het mogelijk is dat de baby een paar weken voor of na deze datum geboren wordt. Als de baby geboren wordt, stopt het verwachten en leven de ouders in de realiteit van een baby.
Zo is het ook met de Here Jezus. Jezus heeft verteld over de tijd waarin hij komt om ons op te halen. Wij leven vandaag in de tijd dat de opname van de gemeente mogelijk is, maar de precieze dag weet niemand. Toch mogen wij elke dag in verwachting leven, net als bij de geboorte van een baby. Het zou raar zijn als de toekomstige ouders zeggen: ‘het kan nog dagen duren voordat de baby komt, wij zien het vanzelf wel. Wij nemen nog geen voorbereiden, als het komt dan maken wij de babykamer in orde.’ De familie en vrienden zullen zeggen: ‘Het is nog maar een paar dagen. Straks komt de baby en hebben jullie niets voorbereidt. Dan zijn jullie te laat en kunnen jullie de baby niet goed verzorgen.’ Zo is het ook raar als iemand zegt ‘De Here Jezus komt misschien over tientallen jaren. Ik zie het wel wanneer Hij komt en neem dan de voorbereidingen.’ Het is belangrijk om vandaag in verwachting te leven en Zijn komst te verwachten.
‘Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus, Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam, overeenkomstig de werking waardoor Hij ook alle dingen aan Zichzelf kan onderwerpen.’ (Filippenzen 3:20-21)
In plaats van een baby verwachten wij onze Zaligmaker. Zaligmaker betekent redder, verlosser of heilbrenger. Wij leven in verwachting van onze Redder, die ons redt van de grote verdrukking en de toorn van God. Onze Redder verwachten wij uit de hemel, waar wij ons burgerrecht hebben en als Hij komt, verandert hij onze lichamen en worden onze lichamen gelijkvormig aan Zijn lichaam.
‘En zoals het voor de mensen beschikt is dat zij eenmaal moeten sterven en dat daarna het oordeel volgt, zo zal ook Christus, Die eenmaal geofferd is om de zonden van velen weg te dragen, voor de tweede keer zonder zonde gezien worden door hen die Hem verwachten tot zaligheid.’ (Hebreeën 9:27-28)
Het is voor de ouders een bijzonder moment om voor het eerst hun baby te zien. Het is het mooiste wat zij ooit hebben gezien. Zo is dat ook met de komst van de Here Jezus. Wij verwachten Hem en zien Zijn heerlijkheid en liefde. Wij zien dat Hij zonder zonde is en Hij is het mooiste wat wij ooit gezien hebben.
‘zodat het u aan geen genadegave ontbreekt, terwijl u de openbaring van onze Heere Jezus Christus verwacht. God zal u ook bevestigen tot het einde toe, zodat u onberispelijk zult zijn op de dag van onze Heere Jezus Christus.’ (1 Korinthe 1:7-8)
Totdat deze openbaring plaatsvindt en wij de Here Jezus van aangezicht tot aangezicht zien, ontbreekt het ons aan geen genadegave van de Heilige Geest. Tot de ontmoeting mogen wij elkaar en de wereld dienen in liefde en getuigen over de Here Jezus. Daarnaast hoeven wij niet bang te zijn voor de komende toorn, de grote verdrukking. Wij verwachten de Here Jezus die ons verlost van deze verschrikkelijke periode.
‘en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Die Hij uit de doden heeft opgewekt, namelijk Jezus, Die ons verlost van de komende toorn.’ (1 Thessalonicenzen 1:10)
Tegelijkertijd moeten wij ons niet laten misleiden. Velen zullen zeggen dat zij de Messias zijn, maar zij zijn het niet.
‘En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Pas op dat niemand u misleidt. Want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus; en zij zullen velen misleiden.’ (Mattheüs 24:4-5)
Blijf waakzaam
‘Wees dan waakzaam, want u weet niet op welk moment uw Heere komen zal. Maar weet dit, dat als de heer des huizes geweten had in welke nachtwake de dief komen zou, hij waakzaam geweest zou zijn, en niet in zijn huis zou hebben laten inbreken. Weest ook u daarom bereid, want op een uur waarop u het niet zou denken, zal de Zoon des mensen komen.’ (Mattheüs 24:42-44)
De Here Jezus roept ons op om waakzaam te zijn. Ik heb de film De brief voor de koning gezien. In deze film zijn er burgers die ridders willen worden en willen dienen in het leger. Voordat dit kan, moeten zij oefenen en leren zij om te vechten. Uiteindelijk vindt het examen plaats en zij moeten verschillende onderdelen volbrengen. Het laatste onderdeel bestaat uit het ‘waakzaam zijn’. Een aantal ridders komen midden in de nacht in een kleine ruimte terecht en zij moeten de hele nacht opblijven. Zij mogen geen spelletjes spelen, mogen niet met elkaar praten, mogen de deur van de ruimte niet openen en mogen niet slapen. Het enige wat zij mogen doen is naar een kaars kijken en zij moeten waakzaam zijn. Zo moeten wij in onze geest waakzaam zijn. Toen de Here Jezus zei dat wij moeten waken, betekent dat niet dat wij nooit meer mogen slapen. Het lichaam mag slapen, alleen onze geest mag niet slapen en indommelen. Wij moeten altijd waakzaam zijn en ervoor zorgen dat de duivel geen ingang in onze levens vindt, zoals gezegd wordt: ‘De duivel gaat nooit op vakantie, dus jouw geest kan ook niet op vakantie.’ Ieder moment moeten wij waken en moeten wij, net als de ridders, kijken naar ‘het licht van de kaars’. Met het licht van de kaars bedoel ik het licht van de Here Jezus. Laten onze ogen op Hem gericht blijven en laten wij ons harnas dragen en ons niet verrassen door aanvallen en verleidingen van de duivel.
‘Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden.’ (1 Petrus 5:8)
Petrus roept ons op om altijd nuchter en waakzaam te zijn. Als wij dat doen en niet verslappen, zal de duivel ons nooit verslinden en hebben wij in Christus altijd de overwinning. Zo moeten wij tot de opname van de gemeente waakzaam zijn.
‘Wees dan waakzaam, want u weet de dag en ook het uur niet waarop de Zoon des mensen komen zal.’ (Mattheüs 25:13)
Daarnaast moeten wij waakzaam zijn voor de Here Jezus en moeten wij oppassen dat onze geest niet in slaap valt. De Here Jezus komt terug en Hij wil wakkere dienaren zien.
‘Let op: waak en bid, want u weet niet wanneer het de tijd is. Het zal zijn als bij iemand die naar het buitenland ging: hij verliet zijn huis, gaf zijn dienaren volmacht, en gaf aan ieder zijn werk, en gebood de deurwachter waakzaam te zijn. Wees dus waakzaam! Want u weet niet wanneer de heer des huizes komt, 's avonds laat of te middernacht of met het hanengekraai of 's morgens vroeg, opdat hij u niet, als hij plotseling komt, slapend aantreft. En wat Ik tegen u zeg, zeg Ik tegen allen: Wees waakzaam!’ (Markus 13:33-37)
De Here Jezus zegt tegen iedereen: ‘week waakzaam!’ De Here Jezus zegt dit tegen al Zijn gelovigen. Dit geldt niet alleen voor de profeten, maar ook voor de herders, Bijbelleraars en tegen iedere individuele gelovige. Het is belangrijk dat iedereen waakt, want Hij komt plotseling. Sommigen zeggen: ‘Ik zie wel wanneer Hij komt. Ik houd mij er niet mee bezig en Ik zie wel of Hij voor of na de verdrukking komt.’ Dat is niet waakzaam zijn. Trouwens, als Jezus na de verdrukking komt, hoeven wij vandaag niet waakzaam te zijn. De tempel in Israël is nog niet gebouwd, de tempeldiensten zijn er nog niet, de antichrist is nog niet opgestaan en de oordelen in Openbaring zijn nog niet bezig. De Here Jezus kan dan niet vandaag terugkomen. Je kan alleen waakzaam zijn als je verwacht dat Jezus ook vandaag kan terugkomen. Hoe moet je dan waakzaam zijn? Ik geloof dat de volgende punten ons helpen:
- Lees de Bijbel en neem de Bijbel serieus (Openbaring 22:6-21).
- Bestudeer de tijd waarin wij leven en houdt dat naast de Bijbel.
- Laat je niet misleiden door valse profeten met valse opnamedata. Hierdoor zijn wij in de tussenliggende tijd niet waakzaam.
- Laat je leiden door de Heilige Geest. De Heilige Geest wijst ons op Jezus en openbaart ons Gods plannen. Niemand weet de opnamedatum, maar de Geest zeg dat Jezus moet komen. (Openbaring 22:17)
- Verslap niet en laat je niet afleiden door wereldse genot. Dit doe je door de wapenuitrusting van God aan te trekken (Efeze 6:11).
- Bid voortdurend en bouw een levende relatie met God.
- Waarschuw anderen en bezoek de samenkomsten met gelovigen.
‘Laten uw lendenen omgord zijn en de lampen brandend. En u, wees gelijk aan mensen die op hun heer wachten, wanneer hij terugkomt van de bruiloft, om hem, als hij komt en klopt, meteen open te doen. Zalig zijn die slaven die de heer bij zijn komst wakend zal vinden. Voorwaar, Ik zeg u, dat hij zich zal omgorden en hen aan tafel zal nodigen en bij hen zal komen om hen te dienen. En als hij komt in de tweede nachtwake of als hij komt in de derde nachtwake en hen zo aantreft, zalig zijn die slaven. Maar weet dit, dat als de heer des huizes geweten had op welk moment de dief komen zou, hij gewaakt zou hebben, en niet in zijn huis zou hebben laten inbreken. U dan, wees ook bereid, want op een uur waarop u het niet zou denken, zal de Zoon des mensen komen.’ (Lukas 12:35-40)
‘Laten wij dan niet, evenals de anderen, slapen, maar laten wij waakzaam en nuchter zijn. (…) opdat wij, hetzij wij waken, hetzij wij slapen, samen met Hem zouden leven.’ (1 Thessalonicenzen 5:6-10)
Wees niet bezorgd
De tijd waarin wij leven zorgt voor veel angst. Besmettelijke ziektes, oorlogen en oorlogsdreigingen, hongersnoden, aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, terrorisme en vervolgingen komen ons bekend voor. De angst stroomt vanaf de televisie onze huiskamers binnen en velen vragen zich af: ‘zal het ooit nog wel goed komen?’ Wat zegt de Here Jezus over deze tijd?
‘U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; pas op, word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde.’ (Mattheüs 24:6)
De Here Jezus ontkent de verschrikkelijke gebeurtenissen uit onze tijd niet. Hij zegt dat deze dingen moeten gebeuren, maar dat wij hier niet bang voor hoeven te zijn. Verschrik niet! Wees niet bang!
‘Wees op uw hoede dat uw hart niet op enig moment bezwaard wordt door roes en dronkenschap en door zorgen over de alledaagse dingen, en dat die dag u niet onverwachts overkomt. Want als een strik zal hij komen over allen die op het hele aardoppervlak wonen. Waak dan te allen tijde en bid dat u waardig geacht zult worden om al die dingen die gebeuren zullen, te ontvluchten, en om te kunnen bestaan voor de Zoon des mensen.’ (Lukas 21:34-36)
Jezus roept op dat ons hart niet bezwaard wordt door de zorgen van alledaagse dingen. Wij hoeven nergens bang voor te zijn, de Here Jezus zorgt voor ons. Wij hoeven zelfs niet bang te zijn voor de dood, want Jezus staat ons bij en als een gelovige overlijdt, brengt hij vanaf dat moment de eeuwigheid door bij de Here Jezus. Als wij ons wel zorgen maken over de alledaagse dingen, dan kan de dag van de Here ons onverwacht overkomen. Het is zelfs mogelijk om door de alledaagse dingen de Here Jezus uit het oog te verliezen en de opname van de gemeente te missen.
‘En wij vragen u dringend, broeders, met betrekking tot de komst van onze Heere Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat u niet snel aan het wankelen wordt gebracht of verschrikt, niet door een uiting van de geest, niet door een woord, en ook niet door een brief die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag van Christus al aangebroken zou zijn.’ (2 Thessalonicenzen 2:1-2)
Tot slot hoeven wij niet te wankelen of bang te zijn door een uiting van de geest, door een woord of door een brief dat de opname van de gemeente al geweest is of dat Jezus al is teruggekomen. Als iemand zoiets beweert, wees dan niet bang maar houd je vast aan het woord van God. Als Jezus was teruggekomen, dan zien wij Hem en zien wij dat de schepping is hersteld. Als de opname heeft plaatsgevonden, dan weten wij dat miljoenen mensen plotseling zijn verdwenen. Wees niet bang!
Blijf werkzaam
Wij mogen in verwachting leven en zijn waakzaam op de komst van de Here Jezus. Dit betekent niet dat wij lui zijn op aarde. Het is belangrijk om tot het moment van de opname werkzaam te zijn. In de eerste plaats is het goed om te werken in de wereld en om geld te verdienen. In de tweede plaats is het goed om te werken voor Gods koninkrijk en dat te doen waar God jou specifiek voor heeft geroepen. Werken voor Gods koninkrijk betekent niet dat iedereen een podiumroeping heeft. Niet iedereen is door God geroepen om voor duizenden of miljoenen mensen te spreken. God heeft ieder persoon een eigen bediening gegeven en iedereen is nodig om de gemeente goed te laten functioneren. Wij kunnen niet zeggen dat de ene bediening belangrijker is dan een andere bediening. Paulus vergelijkt het met een lichaam, elk onderdeel hebben wij nodig om goed te kunnen functioneren (1 Korinthe 12:12-31).
‘Wie is dan de trouwe en verstandige dienaar, die zijn heer over zijn personeel aangesteld heeft om hun het voedsel op de juiste tijd te geven? Zalig die dienaar die door zijn heer bij zijn komst zo handelend aangetroffen zal worden. Voorwaar, Ik zeg u dat hij hem over al zijn bezittingen zal aanstellen.’ (Mattheüs 24:45-47)
Zalig zijn degenen die doen waarvoor de Heer Zijn personeel heeft aangesteld. Wat is er mooier dan opgenomen worden in de lucht op het moment dat wij werkzaam zijn in Zijn koninkrijk? Op het moment dat wij trouw zijn en doen wat Hij van ons vraagt? De Here Jezus zegt dat hij degenen die werkzaam zijn beloont en dat Hij hen over zijn bezittingen zal aanstellen. Dit lezen wij in Mattheüs 25.
‘Zijn heer zei tegen hem: Goed gedaan, goede en trouwe dienaar, over weinig bent u trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; ga in, in de vreugde van uw heer.’ (Mattheüs 25:21)
Deze tekst spreekt over een dienaar die vijf talenten (een gewichtsaanduiding) van de heer kreeg. De heer vertrok naar het buitenland en terwijl de heer weg was, zorgde de dienaar ervoor dat deze vijf talenten tien talenten werd. De dienaar heeft gewerkt en ontvangt nu eer van de heer. Dat niet alleen, de dienaar wordt beloond. De heer zei: ‘over veel zal ik u aanstellen’. De dienaar ontvangt een hoge positie van de heer. Zo is het ook met ons. Laten wij werkzaam zijn en laat de Here Jezus tegen ons zeggen: ‘Goed gedaan, goede en trouwe dienaar’. In dit verhaal lezen wij ook over een slechte dienaar die niet werkzaam was. Hij kreeg één talent en begroef dit. Toen de heer terugkwam, haalde hij zijn talent op en gaf het aan de heer. De heer werd erg boos op hem omdat hij lui was en hij werd in de duisternis geworpen.
Blijf rein
Wij zijn de bruid van Christus. Dit houdt in dat wij gegeven zijn aan één man en dat de bruiloftsdag aanbreekt. God heeft het aardse huwelijk bedoeld als een verbintenis tussen één man en één vrouw. De man en de vrouw wachten met de gemeenschap totdat zij getrouwd zijn. Voor die tijd hebben zij geen gemeenschap met elkaar en geen gemeenschap met andere mannen of vrouwen. Het is Gods bedoeling en verlangen dat de vrouw en de man rein blijven en zich niet inlaten met hoererij. Dit geldt ook tussen ons en de Here Jezus.
‘Want ik beijver mij voor u met een ijver van God. Ik heb u immers ten huwelijk gegeven aan één Man om u als een reine maagd aan Christus voor te stellen.’ (2 Korinthe 11:2)
Het is onze taak om rein te blijven en als een reine maagd opgenomen te worden. Dit houdt in dat wij zuiver en onschuldig zijn. Wij laten ons niet in met de zonde, maar leven heilig voor Gods aangezicht.
‘(…) heb geen deel aan zonden van anderen. Bewaar uzelf rein.’ (1 Timotheüs 5:22)
Dit lukt ons niet alleen. Hierbij hebben wij de hulp van de Heilige Geest nodig. De Heilige Geest wil ons veranderen, zodat wij gelijkvormig worden aan de Here Jezus. Hierdoor zijn wij reine maagden. Mochten wij zondigen, dan hebben wij het offer van de Here Jezus en door Zijn bloed worden wij (weer) rein (1 Johannes 1).
‘Ik dank mijn God altijd voor u, vanwege de genade van God die u gegeven is in Christus Jezus. U bent namelijk in alles rijk geworden in Hem, in alle spreken en alle kennis, naarmate het getuigenis van Christus bevestigd is onder u, zodat het u aan geen genadegave ontbreekt, terwijl u de openbaring van onze Heere Jezus Christus verwacht. God zal u ook bevestigen tot het einde toe, zodat u onberispelijk zult zijn op de dag van onze Heere Jezus Christus.’ (1 Korinthe 1:4-8)
God zal ons bevestigen tot het einde toe, zodat wij onberispelijk zijn op de dag van Christus. Dit vers is geen oproep tot heiliging, maar is een belofte van heiliging. Onberispelijk betekent zonder aanklacht. Op de dag van de Heere zijn wij zonder aanklacht en dit komt door de genade en rechtvaardigheid die wij van God ontvangen. In de rest van het boek Korinthe wordt opgeroepen om nu al rein en heilig voor God te leven (1 Korinthe 6:19-20, 9:24-27 of 11:1).
‘opdat Hij uw harten zou versterken om onberispelijk te zijn in heiliging voor het aangezicht van onze God en Vader, bij de komst van onze Heere Jezus Christus met al Zijn heiligen.’ (1 Thessalonicenzen 3:13)
Het woord ‘onberispelijk’ betekent in 1 Thessalonicenzen op wie of wat geen aanmerking gemaakt kan worden. Het is een samenwerking tussen God aan de ene kant en wij aan de andere kant. Wij moeten ons streven om onberispelijk en heilig te zijn en God geeft ons de kracht om dat te doen.
‘En moge de God van de vrede Zelf u geheel en al heiligen, en mogen uw geheel oprechte geest, de ziel en het lichaam onberispelijk bewaard worden bij de komst van onze Heere Jezus Christus.’ (1 Thessalonicenzen 5:23)
‘Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit. Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn, want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God. Wanneer Christus geopenbaard zal worden, Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. Dood dan uw leden die op de aarde zijn: ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte, en de hebzucht, die afgoderij is. Door deze dingen komt de toorn van God over de ongehoorzamen.’ (Kolossenzen 3:1-6)
In het boek Kolossenzen roept Paulus op om de dingen te zoeken die boven zijn, bij de Here Jezus. Daarnaast moeten wij de verkeerde dingen op aarde doden. Oftewel, wij moeten ons heiligen en reinigen voor de Here Jezus omdat wij anders de toorn van God ontvangen, die komt over de ongehoorzamen.
De volgende tekst staat in 2 Petrus. Petrus sprak over de vernietiging van de huidige hemel en aarde en de belofte van de nieuwe hemel en aarde. Velen verlangen naar deze belofte, alleen zegt Petrus het volgende:
‘Als deze dingen dus allemaal vergaan, hoedanig behoort u dan te zijn in heilige levenswandel en in godsvrucht; u, die de komst van de dag van God verwacht en daarnaar verlangt, de dag waarop de hemelen, door vuur aangestoken, zullen vergaan en de elementen brandend zullen wegsmelten. Maar wij verwachten, overeenkomstig Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont. Daarom, geliefden, terwijl u deze dingen verwacht, beijver u om onbevlekt en smetteloos door Hem bevonden te worden in vrede’ (2 Petrus 3:11-14)
Wij moeten ons, volgens Petrus, beijveren om onbevlekt en smetteloos door Hem bevonden te worden. Beijveren betekent zijn best doen. Wij moeten ons best doen om smetteloos te zijn en ons niet in te laten met zonde.
Blijf volharden
‘Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.’ (Mattheüs 24:13)
‘Omdat u het woord van Mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking, die over heel de wereld komen zal, om hen die op de aarde wonen te verzoeken.’ (Openbaring 3:10)
De Here Jezus roept ons op te volharden en als wij volharden zullen wij zalig worden en bewaard worden voor het uur van de verzoeking. Het is belangrijk om te volharden. Volharden betekent het standvastig volhouden met wat wij begonnen zijn. Als wij tot geloof zijn gekomen, zijn wij begonnen met onze nieuwe levenswandel in Christus. Jezus zegt dat wij deze nieuwe levenswandel moeten volhouden, wat er ook gebeurt. Het ene moment is dat makkelijker dan het andere moment en wij kunnen het vergelijken met een route door de bergen van vijf kilometer. De eerste kilometer is makkelijk, want dit is een verharde vlakke weg. De tweede kilometer wordt moeilijker, want het is nu een verharde steile weg dat omhoog gaat. De derde kilometer wordt nog moeilijker, want de verharde weg houdt op en wij lopen op keien. De vierde en vijfde kilometer worden makkelijker, want wij hebben de top bereikt en dalen langzaam af op een verharde weg. Volharden betekent dat wij niet opgeven en voltooien wat wij zijn begonnen, namelijk de wandeltocht over de bergen. De Here Jezus zegt dat dit geldt voor onze geestelijke leven en dat wij altijd moeten volharden, vooral als het leven zwaar is.
‘Zie, wij prijzen hen gelukzalig die volharden. U hebt gehoord van de volharding van Job, en u hebt de uitkomst van de Heere gezien, dat de Heere vol ontferming is en barmhartig.’ (Jakobus 5:11)
Job weet hoe moeilijk het leven kan zijn. Toch, ondanks alle moeite die hij had en de rampen die hem zijn overkomen, bleef hij volharden en God beloonde hem daarvoor. Zo beloont God ook ons als wij volharden. Ten eerste worden wij zalig en ten tweede ontkomen wij aan de grote verdrukking.
‘Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo'n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt, terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God.’ (Hebreeën 12:1-2)
Troost elkaar
‘Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn. Zo dan, troost elkaar met deze woorden.’ (1 Thessalonicenzen 4:17-18)
Het leven kan soms moeilijk zijn. Eén van de harde kanten van het leven is dat geliefden overlijden. Paulus roept ons op om elkaar te troosten met de opname van de gemeente en onze vereniging met de Here Jezus en onze geliefden. Een afscheid van een gelovige is tijdelijk. Na verloop van tijd zullen wij herenigd worden met de gelovigen die ons voor zijn gegaan.
‘Bemoedig elkaar daarom, en bouw de één de ander op, zoals u trouwens al doet.’ (1 Thessalonicenzen 5:11)
Paulus roept op om elkaar te bemoedigen. De reden van de bemoediging lezen wij een paar verzen terug.
‘Want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de zaligheid, door onze Heere Jezus Christus, Die voor ons gestorven is, opdat wij, hetzij wij waken, hetzij wij slapen, samen met Hem zouden leven.’ (1 Thessalonicenzen 5:9-10)
Bemoedig elkaar omdat wij niet zijn bestemd tot toorn en omdat wij samen met Hem zullen leven. Door Gods genade maken wij niet de toorn mee die wordt uitgegoten op de goddelozen ten tijde van de grote verdrukking en ten tijde van de eeuwigheid in de hel.
Overige levenswijzen
Bezoek de samenkomsten
‘Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen.’ (Hebreeën 10:25)
Wij moeten de onderlinge bijeenkomsten niet nalaten. Paulus spreekt over de bijeenkomsten van de gelovigen, zoals een kerkdienst, een Bijbelstudie of een bidstond. Laten wij elkaar aansporen om naar de gemeente te gaan om daar God te aanbidden en onderwijs te ontvangen. Dit moeten wij vooral doen als wij de grote dag, de opname van de gemeente met de grote verdrukking, zien naderen.
Wees geduldig
‘Wees daarom geduldig, broeders, tot de komst van de Heere. Zie, de landbouwer verwacht de kostbare vrucht van het land, en heeft daarbij geduld, totdat het de vroege en late regen zal hebben ontvangen. U moet ook geduldig zijn en uw hart versterken, want de komst van de Heere is nabij.’ (Jakobus 5:7-8)
Geduld is een vrucht van de Geest (Galaten 5:22) en is belangrijk om te hebben. Wij moeten tot de komst van de Heere geduldig zijn en op Hem wachten. Zoals een boer geduldig wacht op zijn oogst, wachten wij geduldig op de Heere Jezus.
Waarschuw anderen
‘Als Ik tegen de goddeloze zeg: U zult zeker sterven, en u hebt hem niet gewaarschuwd en u hebt niet gesproken om de goddeloze voor zijn goddeloze weg te waarschuwen om hem in het leven te behouden: die goddeloze zal in zijn ongerechtigheid sterven, maar Ik zal zijn bloed van uw hand eisen.’ (Ezechiël 3:18)
Het is belangrijk om de mensen die God en Zijn plannen niet kennen te waarschuwen. Dit hoeven wij niet te doen uit angst maar doen wij uit liefde. Wij hebben de mensen om ons heen lief en daarom willen wij hen vertellen over God en Zijn genade. God wil dat mensen een keuze voor Hem maken. God heeft geen behagen in het verloren gaan van een goddeloze, God wil dat de goddeloze zich bekeert. Wij mogen onderdeel uitmaken van Gods plan en mogen mensen bereiken om te vertellen dat zij kinderen van God kunnen worden.
Samenvatting 10 levenswijze op de terugkomst van Jezus
Als de Here Jezus terugkomt, wil Hij dienaren zien die doen wat Hij zegt. De Here Jezus zegt dat wij het volgende moeten doen totdat de opname van de gemeente plaatsvindt:
- Leef in verwachting
- Blijf waakzaam
- Wees niet bezorgd
- Blijf werkzaam
- Blijf rein
- Blijf volharden
- Troost elkaar
- Bezoek de samenkomsten
- Wees geduldig
- Waarschuw anderen
Deze studie over de opname van de gemeente moet er niet voor zorgen dat wij passief worden en wachten tot de komst van de Here Jezus. De studie moet er voor zorgen dat wij de noodzaak zien om te getuigen over de Here Jezus aan de mensen om ons heen, zodat zij de opname meemaken en niet onder het oordeel en toorn vallen van de grote verdrukking.
Dit hoofdstuk staat in het boek De opname en wederkomst. Lees nu direct dit boek, zodat jij niets mist over de eindtijd, leeft in verwachting en je geloof wordt vergroot.
De opname van de gemeente is een bijzondere profetie uit het Woord van God. Door de vele theorieën en denkbeelden over deze gebeurtenis weten velen niet meer wat wel en wat niet Bijbels is. Timo Groot neemt jou mee in de Bijbelse gegevens over de opname en waarom de opname vandaag actueler is dan ooit tevoren. De opname is de hoop om te ontkomen aan de verschrikkelijkheden die op de aarde gaan gebeuren en is het moment dat de gemeente de Here Jezus van aangezicht tot aangezicht gaat zien in het vaderhuis van God.