Waarom de grote verdrukking?
Dit hoofdstuk vormt een inleiding op het volgende hoofdstuk. Ik geloof dat de opname van de gemeente voor de grote verdrukking plaatsvindt en daarom is het belangrijk om inzicht te krijgen wat de grote verdrukking inhoudt. Waarom worden wij voor deze periode weggehaald? Er valt veel over deze periode te vertellen en wij beperken ons tot de hoofdlijnen. In hoofdstuk 5 gaan wij in op de opname van de gemeente voor de grote verdrukking. De Here Jezus zei het volgende over deze periode:
‘Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal.’ (Mattheüs 24:21)
Het zal een verdrukking zijn die nog nooit heeft plaatsgevonden. Tijdens de geschiedenislessen worden verschrikkelijke periodes geleerd. Vandaag is de wereld op veel plekken kapot en dan zegt de Here Jezus ‘Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal.’ De grote verdrukking doet de geschiedenis verbleken en zal een verschrikkelijke periode vol met oorlogen, natuurrampen en narigheid zijn. Ook de volgende teksten spreken over deze tijd.
‘(…) Het zal een benauwde tijd zijn, zoals er niet geweest is sinds er een volk is geweest tot op die tijd. (…)’ (Daniël 12:1)
‘Want zo zegt de HEERE: Een schrikwekkende stem hebben wij gehoord, angst is er, geen vrede. Vraag toch en zie of een man baren kan? Waarom heb Ik dan iedere man gezien met zijn handen op zijn heupen als een barende vrouw, en waarom zijn alle gezichten lijkbleek weggetrokken? Wee! Want die dag is groot, er is er geen als hij. Het is een tijd van benauwdheid voor Jakob, toch zal hij daaruit verlost worden.’ (Jeremia 30:5-7)
‘Want die dagen zullen dagen van zo'n verdrukking zijn als er niet geweest is vanaf het begin van de schepping, die God geschapen heeft, tot nu toe, en er ook nooit meer zijn zal.’ (Marcus 13:19)
Nadat wij lazen dat de grote verdrukking in het oude en nieuwe testament vermeld staat, staan wij stil bij de belangrijkste redenen van de grote verdrukking, welke zijn:
- Uitstoring van de toorn van God en de toorn van het Lam.
- Het oordelen van de volken.
- Het tuchtigen van het volk Israël.
- Het redden van veel mensen.
De toorn van God en de toorn van het Lam
In de periode van de grote verdrukking wordt de toorn van God uitgegoten op de aarde en haar bewoners. Toorn kan ook vertaald worden met boosheid, verontwaardiging, aanstoot, irritatie of verbolgenheid. Tijdens de grote verdrukking gaat God iets doen met Zijn toorn.
‘En ik hoorde een luide stem uit de tempel zeggen tegen de zeven engelen: Ga en giet de schalen van de toorn van God uit over de aarde.’ (Openbaring 16:1)
‘En de engel zond zijn sikkel op de aarde en oogstte de druiven van de wijnstok van de aarde, en wierp die in de grote wijnpersbak van de toorn van God.’ (Openbaring 14:19)
‘Zie, de dag van de HEERE komt, meedogenloos, met verbolgenheid en brandende toorn, om van het land een woestenij te maken en zijn zondaars eruit weg te vagen. (…) Daarom zal Ik de hemel doen sidderen, en de aarde zal lostrillen van haar plaats om de verbolgenheid van de HEERE van de legermachten, en om de dag van Zijn brandende toorn.’ (Jesaja 13:9-13)
‘En zij zeiden tegen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam. Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?’ (Openbaring 6:16-17)
‘De Geest van de Heere HEERE is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen. Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart, om voor de gevangenen vrijlating uit te roepen en voor wie gebonden zaten, opening van de gevangenis; om uit te roepen het jaar van het welbehagen van de HEERE en de dag van de wraak van onze God;’ (Jesaja 61:1-2)
Wij gaan de volgende vragen beantwoorden:
- Waarom stort God Zijn toorn uit over de mensen en de aarde?
- Hoelang duurt de periode van Gods toorn?
Waarom stort God Zijn toorn uit over de mensen en de aarde?
Aan de ene kant wordt het ons opgedragen om niet toornig en boos te zijn maar vriendelijk en vergevingsgezind. God vraagt aan ons om elkaar te vergeven en om onze boosheid aan de kant te schuiven. Dit houdt ook in dat wij geen verkeerde dingen doen door onze boosheid, zoals het schreeuwen naar elkaar of het vloeken en schelden.
‘Laat alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster van u weggenomen worden, met alle slechtheid, maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.’ (Efeze 4:31-32)
‘Maar nu, legt ook u dit alles af, namelijk toorn, woede, slechtheid, laster, en schandelijke taal uit uw mond.’ (Kolossenzen 3:8)
Aan de andere kant lazen wij over Gods toorn en dat Zijn toorn uitgegoten wordt op de aardbewoners tijdens de grote verdrukking. Hoe is dit mogelijk?
In eerste instantie wijkt Gods toorn af van de toorn van de mens. Gods toorn is altijd heilig en gerechtvaardigd, terwijl dit niet het geval is bij de toorn van de mens. Daarnaast roept God ons op om niet toornig te zijn, omdat aan Hem de wraak toekomt en Hij zal de dingen voor ons vergelden (Romeinen 12:19). Wij hoeven mensen op aarde niet te wreken, aangezien dat de taak van God is. Tot slot is Gods toorn nodig om een rechtvaardig oordeel te vellen over de aarde en haar bewoners.
‘Het is immers rechtvaardig van God verdrukking te vergelden aan hen die u verdrukken, en aan u die verdrukt wordt, samen met ons verlichting te geven bij de openbaring van de Heere Jezus vanuit de hemel met de engelen van Zijn kracht, wanneer Hij met vlammend vuur wraak oefent over hen die God niet kennen, en over hen die het Evangelie van onze Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn.’ (2 Thessalonicenzen 1:6-8)
God komt het toe om degenen die nu anderen verdrukken zelf te verdrukken. Gaat dit niet in tegenspraak met de liefde van God? Absoluut niet, aangezien God alleen wraak uitoefent op degenen die het evangelie van de Here Jezus ongehoorzaam zijn geweest. Voor iedereen op aarde is vergeving mogelijk, alleen als iemand geen vergeving wil ontvangen en niet wil geloven in Jezus Christus, blijft hij onder de toorn van God.
‘Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem.’ (Johannes 3:36)
Gods toorn, dat de grote verdrukking en de oordeelsdag van God inhoudt, blijft rusten op de mensen die ongehoorzaam zijn. Waarom is God dan op hen toornig? Wat hebben zij verkeerd gedaan?
‘Want de toorn van God wordt geopenbaard vanuit de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van de mensen, die de waarheid in ongerechtigheid onderdrukken, omdat wat van God gekend kan worden, hun bekend is. God Zelf heeft het hun immers geopenbaard.’ (Romeinen 1:18-19)
‘Hun echter die twistziek zijn en ongehoorzaam aan de waarheid, maar gehoorzaam aan de ongerechtigheid, zal gramschap en toorn vergolden worden. Verdrukking en benauwdheid zullen komen over de ziel van ieder mens die het kwade teweegbrengt, eerst over de Jood, en ook over de Griek,’ (Romeinen 2:8-9)
‘Maar ontucht en alle onreinheid of hebzucht, laten die onder u beslist niet genoemd worden, zoals het heiligen past, en evenmin oneerbaarheid, dwaze praat en lichtzinnige taal, die onbehoorlijk zijn; maar veelmeer past dankzegging. Want dit weet u, dat geen enkele ontuchtpleger, onreine of hebzuchtige, die een afgodendienaar is, een erfdeel heeft in het Koninkrijk van Christus en van God. Laat niemand u misleiden met inhoudsloze woorden, want om deze dingen komt de toorn van God over de kinderen van de ongehoorzaamheid.’ (Efeze 5:3-6)
Gods toorn geldt voor hen die ongehoorzaam zijn aan de waarheid, oftewel ongehoorzaam zijn aan Jezus Christus. Als wij Jezus niet gehoorzamen zien wij dit aan de vruchten die wij voortbrengen, zoals ontucht, onreinheid en hebzucht maar denk bijvoorbeeld ook aan woede-uitbarstingen en geschreeuw. Niemand ontkomt aan de toorn van God maar gelukkig is de Here Jezus aan het kruis gegaan om verzoening te brengen voor iedereen die Hem gehoorzaam wil zijn. Er is één vluchtroute mogelijk en dat is de Here Jezus.
Hoelang duurt de periode van Gods toorn?
Wij gaan eerst een andere vraag beantwoorden en dat is ‘Hoelang duurt de grote verdrukking?’ Op deze vraag geven twee verschillende visies een antwoord, namelijk de visie van zeven jaar en de visie van drie-en-een-halve jaar. Ik wil graag de Bijbel laten spreken en daarna mijn persoonlijke conclusie geven. Daarom volgen eerst de Bijbelteksten met tijdsindicatoren. De Bijbelteksten zijn lastig te lezen, aangezien deze teksten gebeurtenissen laten zien die tijdens de grote verdrukking plaatsvinden. Voor de strekking van dit boek gaan wij niet op deze gebeurtenissen in, het gaat alleen om de tijdsindicatoren.
‘(…) En zij zullen de heilige stad vertrappen, tweeënveertig maanden lang. En Ik zal Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen, in rouwkleding gekleed, twaalfhonderdzestig dagen lang profeteren.’ (Openbaring 11:2-3)
‘En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats had, die door God voor haar gereedgemaakt was, opdat men haar daar zou voeden twaalfhonderdzestig dagen.’ (Openbaring 12:6)
‘En aan de vrouw werden twee vleugels van een grote arend gegeven, opdat zij naar de woestijn zou vliegen, naar haar plaats, waar zij gevoed wordt, een tijd en tijden en een halve tijd, buiten het gezicht van de slang.’ (Openbaring 12:14)
‘En het werd een mond gegeven om grote woorden en godslasteringen te spreken, en het werd macht gegeven om dit tweeënveertig maanden lang te doen.’ (Openbaring 13:5)
‘Woorden tegen de Allerhoogste zal hij spreken, de heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten. Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand worden overgegeven voor een tijd, tijden en een halve tijd.’ (Daniël 7:25)
‘(…) Na een vastgestelde tijd, vastgestelde tijden en een helft, wanneer Hij er een einde aan gemaakt zal hebben om de macht van het heilige volk stuk te slaan, zal er aan al deze dingen een einde komen. (…) Van de tijd af dat het steeds terugkerende offer weggenomen zal worden en de verwoestende gruwel opgesteld zal zijn, zijn het duizend tweehonderdnegentig dagen. Welzalig is hij die blijft verwachten en duizend driehonderdvijfendertig dagen bereikt.’ (Daniël 12:7-12)
In het boek Daniël wordt een andere tijdseenheid genoemd. Terwijl Daniël bad tot God kreeg hij een boodschap van de engel Gabriel. Gabriel vertelde dat zeventig weken zijn vastgesteld voor het volk van Israël en de stad Jerusalem. Van deze zeventig weken zijn vandaag 69 weken verstreken en alleen de laatste week moet nog plaatsvinden. Zeer waarschijnlijk duurt één week zeven jaar, waardoor deze zeventig weken 490 jaar duren. Dit heeft te maken met de sabbatsjaren in Israël (Leviticus 25:8-10), waarbij één sabbatsjaar (SV zegt sabbatsweek) zeven jaar duurt. 69 weken zijn vervuld en tussen de 69 weken en de laatste week is op de pauzeknop gedrukt. Het is wachten totdat God op de speelknop drukt, waardoor de laatste week wordt hervat. Over deze laatste week wordt het volgende gezegd:
‘Hij zal voor velen het verbond versterken, één week lang. Halverwege de week zal Hij slachtoffer en graanoffer doen ophouden. Over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn, zelfs tot aan de voleinding, die, vast besloten, uitgegoten zal worden over de verwoeste.’ (Daniël 9:27)
Aan de hand van de bovenstaande teksten komen wij op twee tijdsperioden uit. De eerste tijdsperiode is drie en een half jaar (of 42 maanden, 1260 dagen, 1290 dagen en een tijd en tijden en een halve tijd) en de tweede tijdsperiode is een jaarweek van zeven jaar. De eerste tijdsperiode start op het moment dat Israël (de vrouw) vlucht naar de woestijn, de antichrist godslasterlijke dingen mag zeggen en de duivel wordt geworpen op de aarde (Openbaring 12:9). Dertig dagen daarvoor zal een verwoestende gruwel opgesteld zijn en zal de offerdiensten in de toekomstige tempel van Jeruzalem onderbroken worden. De tweede tijdsperiode start op het moment dat de antichrist een verbond versterkt met velen, welke zeven jaar voor de wederkomst van Christus plaatsvindt (en na de opname van de gemeente).
De grote verdrukking begint op het moment dat de antichrist een verbond versterkt met velen. De antichrist is het tegenovergestelde en imitator van Jezus Christus. Terwijl Jezus naar de aarde kwam om de wil van God te doen, komt de antichrist op aarde om de wil van de satan te doen. De antichrist zal wonderen en tekenen op aarde doen om de wereld te misleiden en regeert over een groot deel van de aarde tijdens de grote verdrukking (Openbaring 13:7 & 13:13-14).
Aan de hand van deze tijdlijn zien wij dat er een ‘matige’ verdrukking is van schijnvrede van 3,5 jaar en een erge verdrukking van 3,5 jaar. De eerste 3,5 jaar lijkt de antichrist goede bedoelingen te hebben met het volk van Israël, maar schijn bedriegt. In de laatste 3,5 jaar wil de antichrist het volk juist verwoesten. Wanneer begint dan precies de toorn van God? Dat is het moment dat God (De Here Jezus) oordelen gaat vellen over de aarde en haar bewoners. In het boek Openbaring wordt een boekrol getoond en wordt gevraagd ‘Wie is het waardig de boekrol te openen en de zegels te verbreken?’ (Openbaring 5:2) Dit is alleen de Here Jezus, het Lam van God. De boekrol heeft zeven zegels en bij het verbreken van iedere zegel gebeurt er iets op aarde. Sterker nog, de dingen die op aarde gebeuren worden aangestuurd in de hemel (Openbaring 6). In de volgende Bijbeltekst wordt de eerste zegel verbroken:
‘En ik zag hoe het Lam het eerste van de zegels opende en ik hoorde een van de vier dieren met een stem als van een donderslag zeggen: Kom en zie! En ik zag en zie, een wit paard, en Hij Die erop zat, had een boog. En Hem was een kroon gegeven en Hij trok uit, overwinnend en om te overwinnen.’ (Openbaring 6:1-2)
Dit is de enige zegel die op het eerste oog geen onheil laat zien. Het gaat over iemand die uittrok ‘overwinnend en om te overwinnen.’ Maar schijn bedriegt. De HSV-Vertaling heeft ten onrechte hoofdletters gebruikers om deze persoon aan te duiden, want deze tekst spreekt niet over de Here Jezus of God, maar over de antichrist. Daniël 9:27 sprak over de antichrist en zei dat hij een verbond zal versterken met velen. Oftewel de antichrist is op dat moment ‘overwinnend en om te overwinnen’. Daniël 9:27 begon aan het begin van de zeven jaar en daardoor begint Openbaring 6:1-2 ook aan het begin van de zeven jaar. Oftewel, de Here Jezus Zijn eerste oordeel (Zijn eerste toorn) is het sturen van de antichrist naar de aarde, wat inhoudt dat Gods toorn zeven jaar duurt en niet korter.
Het oordelen van de volken
Als er rampspoed gebeurt en mensen veel verdriet ervaren vragen zij ‘waarom grijpt God niet in?’ Dit komt doordat God nog steeds genadig en geduldig is. God wil dat geen mens verloren gaat en daardoor wacht hij met ingrijpen en velt Hij nog geen oordeel. Als God vandaag zou ingrijpen en iedereen rechtvaardig oordeelt, houdt niemand op aarde stand. Gelukkig mogen wij op de Here Jezus vertrouwen.
‘Maar de hemelen die er nu zijn, en de aarde, zijn door hetzelfde Woord als een schat weggelegd en worden voor het vuur bewaard tot de dag van het oordeel en van het verderf van de goddeloze mensen. Maar laat vooral dit u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Heere is als duizend jaar en duizend jaar als één dag. De Heere vertraagt de belofte niet (zoals sommigen dat als traagheid beschouwen), maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen.’ (2 Petrus 3:7-9)
Tijdens de grote verdrukking oordeelt God de aarde. Ik spreek niet over het eindoordeel van God die na het duizendjarig vrederijk komt, maar over de periode van de grote verdrukking. In het boek Openbaring lezen wij dat de stad Babylon tijdens de verdrukking een oordeel van God heeft ontvangen. Ook de aarde en haar bewoners ontkomen niet aan de oordelen van God.
‘Zij blijven van verre staan uit vrees voor haar pijniging en zeggen: Wee, wee de grote stad Babylon, de sterke stad, want in één uur is uw oordeel gekomen.’ (Openbaring 18:10)
‘En ik hoorde een luide stem uit de tempel zeggen tegen de zeven engelen: Ga en giet de schalen van de toorn van God uit over de aarde. (…) En ik hoorde de engel van de wateren zeggen: U bent rechtvaardig, Heere, Die is en Die was en Die zal zijn, dat U dit oordeel geveld hebt. Aangezien zij het bloed van de heiligen en van de profeten vergoten hebben, hebt U hun ook bloed te drinken gegeven, want zij verdienen het. En ik hoorde een ander bij het altaar vandaan zeggen: Ja Heere, almachtige God! Uw oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig.’ (Openbaring 16:1-7)
De engelen verkondigen dat Gods oordelen rechtvaardig en waarachtig zijn. Op een gegeven moment is Gods geduld op en velt Hij een rechtvaardig oordeel over de aarde en de zonden van de mensen.
Het tuchtigen van het volk Israël
Tijdens de grote verdrukking is de gemeente van Christus in de hemel bij God. Op aarde vinden wij een restgemeente met christenen die tijdens de grote verdrukking tot geloof zijn gekomen. Daarnaast vinden wij een ander volk van God, namelijk het volk van Israël. Israël zal nog eenmaal een verschrikkelijke periode tegemoetzien voordat zij hun Messias (Jezus Christus) erkennen. Deze periode bevat veel verdrukking en iedereen verwacht dat het volk compleet vernietigd wordt. Laten wij Bijbelteksten lezen over Israël (of Jakob) en de grote verdrukking:
‘In die tijd zal Michaël opstaan, de grote vorst, hij die uw volksgenoten bijstaat. Het zal een benauwde tijd zijn, zoals er niet geweest is sinds er een volk is geweest tot op die tijd. In die tijd zal uw volk ontkomen: ieder die gevonden wordt, opgeschreven in het boek.’ (Daniël 12:1)
‘Dit zijn de woorden die de HEERE gesproken heeft tot Israël en tot Juda. Want zo zegt de HEERE: Een schrikwekkende stem hebben wij gehoord, angst is er, geen vrede. Vraag toch en zie of een man baren kan? Waarom heb Ik dan iedere man gezien met zijn handen op zijn heupen als een barende vrouw, en waarom zijn alle gezichten lijkbleek weggetrokken? Wee! Want die dag is groot, er is er geen als hij. Het is een tijd van benauwdheid voor Jakob, toch zal hij daaruit verlost worden.’ (Jeremia 30:4-7)
‘Want ik wil niet, broeders, dat u geen weet hebt van dit geheimenis (opdat u niet wijs zou zijn in eigen oog), dat er voor een deel verharding over Israël is gekomen, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan. En zo zal heel Israël zalig worden, zoals geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob.’ (Romeinen 11:25-26)
‘Dan zullen zij de Naam van de HEERE vrezen vanwaar de zon ondergaat, en Zijn heerlijkheid van waar de zon opkomt. Als de vijand zal komen als een rivier, zal de Geest van de HEERE de banier tegen hem oprichten. En naar Sion zal een Verlosser komen voor wie zich in Jakob van overtreding bekeren, spreekt de HEERE.’ (Jesaja 59:19-20)
Israël wordt nog eenmaal in benauwdheid gebracht. De koningen van de aarde willen God en Zijn heilige volk (Israël) compleet wegvagen en voeren oorlog met het land. Uiteindelijk vechten deze koningen tegen de Here Jezus en Zijn leger in het gebied Armageddon dat zich bij Megiddo in het noorden van Israël bevindt (Openbaring 16:16). Hoe dat gaat aflopen lezen wij in het boek Openbaring, waar de Here Jezus verschijnt op een paard:
‘En ik zag het beest en de koningen van de aarde en hun legers bijeenverzameld om oorlog te voeren tegen Hem Die op het paard zat, en tegen Zijn leger. En het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet, (…) Deze twee werden levend geworpen in de poel van vuur, die van zwavel brandt. En de overigen werden gedood met het zwaard van Hem Die op het paard zat, namelijk het zwaard dat uit Zijn mond kwam. En alle vogels werden verzadigd met hun vlees.’ (Openbaring 19:19-21)
Ook al wordt de grote verdrukking een benauwdheid voor het volk van Israël, toch schenkt God aan hen de overwinning. Niet doordat Israël een machtig wapenarsenaal heeft, maar doordat God voor hen zal strijden. Tijdens de grote verdrukking zal God het volk Israël tuchtigen (opvoeden) en reinigen, dat inhoudt dat de goddeloosheid verdwijnt en heel Israël zalig en gered wordt. Er blijft een klein gedeelte over die zuiver voor God staat en vanuit Israël zal de Here Jezus, na de grote verdrukking, rechtspreken over de wereld tijdens het duizendjarig vrederijk. Dat Israël wordt gereinigd van goddeloosheid is voorzegt door de profeet Zacharia:
‘Het zal gebeuren, spreekt de HEERE, dat in heel het land twee derde ervan uitgeroeid zal worden en de geest zal geven, en een derde ervan zal overblijven. Ik zal dat derde deel in het vuur brengen en het louteren, zoals men zilver loutert. Ik zal het beproeven, zoals men goud beproeft. Het zal Mijn Naam aanroepen en Ík zal het verhoren. Ik zal zeggen: Dit is Mijn volk; en zij zullen zeggen: De HEERE is mijn God.’ (Zacharia 13:8-9)
Het redden van veel mensen
Ik wil het hoofdstuk over de grote verdrukking afsluiten met een bemoediging. Waarschijnlijk vraag jij je af: ‘Hoe kan dat, ik heb alleen nog ellende en pijn gelezen over de verdrukking,’ maar toch is God zelfs in Zijn toorn een genadig God. In de eerste plaats konden wij lezen dat Israël zalig wordt. In de tweede plaats zullen velen tot geloof komen. Vaak zorgt verdrukking en pijn tot een nieuwe bezinning van het leven en komen mensen erachter dat er een God moet bestaan. Dit is ook het geval tijdens de grote verdrukking.
‘Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palmtakken in hun hand. (…) En een van de ouderlingen antwoordde en zei tegen mij: Dezen, die bekleed zijn met witte gewaden, wie zijn zij en waar zijn zij vandaan gekomen? En ik zei tegen hem: U weet het, mijn heer. En hij zei tegen mij: Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun gewaden gewassen en ze hebben hun gewaden wit gemaakt in het bloed van het Lam.’ (Openbaring 7:9-14)
Tijdens de grote verdrukking is er een grote menigte die de Here Jezus erkent als hun Messias. Velen beseffen door de oordelen en de toorn van God dat zij hun leven aan de Here Jezus moeten geven waarna zij voor Zijn troon mogen plaatsnemen met witte gewaden en palmtakken. Ook in de laatste jaren voor de wederkomst worden velen gered.
Samenvatting Waarom de grote verdrukking?
De grote verdrukking is een verschrikkelijke periode die nog nooit heeft plaatsgevonden. Tijdens deze periode stort God Zijn toorn uit over de aarde. Gods toorn is altijd rechtvaardig en heilig en Zijn toorn duurt zeven jaar. Na deze zeven jaar vindt het duizendjarig vrederijk plaats. Tijdens de grote verdrukking wordt Israël nog één keer in benauwdheid gebracht en velen zullen deze periode niet overleven. God redt een overblijfsel en deze Joden zullen de Here Jezus erkennen als hun Messias. Naast de Joden komen vele heidenen tot geloof en zij zullen in de hemel met palmtakken in hun hand God loven en prijzen.
Dit hoofdstuk staat in het boek De opname en wederkomst. Lees nu direct dit boek, zodat jij niets mist over de eindtijd, leeft in verwachting en je geloof wordt vergroot.
De opname van de gemeente is een bijzondere profetie uit het Woord van God. Door de vele theorieën en denkbeelden over deze gebeurtenis weten velen niet meer wat wel en wat niet Bijbels is. Timo Groot neemt jou mee in de Bijbelse gegevens over de opname en waarom de opname vandaag actueler is dan ooit tevoren. De opname is de hoop om te ontkomen aan de verschrikkelijkheden die op de aarde gaan gebeuren en is het moment dat de gemeente de Here Jezus van aangezicht tot aangezicht gaat zien in het vaderhuis van God.