Wat moet je geloven om gered te worden?

Wat is het evangelie?

De Here Jezus heeft door Zijn verzoening de prijs van onze redding en wedergeboorte betaald. Iedereen die in Jezus gelooft, wordt gered. In deze paragraaf bekijken wij wie de Here Jezus is en wat Hij heeft gedaan om ons te verzoenen met God de Vader.

Het Nieuwe Testament vertelt ons over de Here Jezus. Het begint met de vier evangeliën, waarin de verhalen en preken staan van Jezus, en eindigt met de verschillende brieven van de apostelen. Voordat Jezus op aarde kwam, was Hij God. Jezus was Degene die ons formeerde uit het stof van de aarde en ons leven inblies. Jezus was niet alleen God, want naast Hem zijn er nog twee Personen: God de Vader en de Heilige Geest. Deze drie Personen vormen één God: de Drie-eenheid. God besloot om de relatie met de mens te herstellen en dit kostte Hem een hoge prijs. Eén van de Drie-eenheid, Jezus, besloot om naar de aarde te gaan om te leven als een mens.

Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. (Filippenzen 2:5-7, NBV)

Jezus was op aarde gekomen en hoe dit gebeurde lezen wij in het boek Lukas, waarin een vrouw die nog maagd was, genaamd Maria, een bijzondere boodschap van een engel kreeg.

En de engel zei tegen haar: Wees niet bevreesd, Maria, want u hebt genade gevonden bij God. En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de Naam Jezus geven. Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen. (Lukas 1:30-33)

Jezus komt uit de baarmoeder van een vrouw. De Heilige Geest heeft voor de bevruchting van Maria gezorgd (dit is tot stand gebracht door het scheppingswerk van God) en vervolgens maakte Jezus hetzelfde leven mee als een normaal mens. Hij groeide op in de baarmoeder, werd geboren, groeide op als baby, peuter, kleuter, tiener en jongvolwassene totdat Hij een volwassen persoon werd met een baan. Jezus weet precies hoe het menselijk leven eruitziet en welke verleidingen en zorgen een mens meemaakt. Alleen deed Jezus iets wat alle andere mensen niet konden, namelijk: niet zondigen. Terwijl Jezus op aarde rondliep, deed Hij niets verkeerd. Hij werd op aarde verzocht, maar gaf hier geen gehoor aan. De Here Jezus besloot om niet te zondigen in Zijn leven en is in Zijn leven gehoorzaam geweest aan God de Vader. Rond Zijn dertigste jaar begon Jezus met het verkondigen van Gods koninkrijk en riep Hij de mensen op om tot inkeer te komen en zei Hij dat het koninkrijk van de hemel nabij is gekomen. Terwijl Hij dit deed, gebeurde het ene wonder na het andere: mensen werden genezen en bevrijd en bijzondere gebeurtenissen vonden plaats.

Maar hier bleef het niet bij. Jezus is ook de Zoon van God en Hij is op aarde gekomen om te verkondigen dat alleen door Hem mensen worden verzoend met God de Vader. In één van Zijn preken zei Hij:

Ik ben de weg, de waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. (Johannes 14:6)

Aangezien de hele mensheid slecht is, kan niemand uit eigen kracht bij God in de hemel komen en daarom is Jezus onze enige mogelijkheid om bij God te komen. De weg naar God is door Jezus vrijgemaakt en er is maar één weg daarnaartoe: Jezus Christus.

De prijs voor die weg was voor God de Vader en Jezus ontzettend hoog. Dit kon alleen tot stand worden gebracht als Jezus een aards leven leidde waarin Hij niet zondigde en vervolgens werd vastgenageld aan een kruis. Het kruis was een van de gruwelijkste martelwerktuigen die in het Romeinse Rijk werden ingezet voor de ergste misdadigers.

Jezus wist al geruime tijd van tevoren wat Hem te wachten stond. Nadat Hij Pesach had gevierd met zijn discipelen ging Hij naar Getsemane om te bidden tot God. Tijdens het bidden wordt duidelijk dat Hij angstig is en liever ‘de beker aan zich voorbij laat gaan’. Lukas vermeldt dat Hij door de angst bloed zweette en dat Hij in doodsangst verkeerde. Ook bad Hij tot God:

Vader, als U wilt, neem deze drinkbeker van Mij weg; maar laat niet Mijn wil, maar de Uwe geschieden. (Lukas 22:42)

Vervolgens werd Hij gearresteerd en Zijn volgelingen vluchtten van Hem weg. Hij was helemaal alleen in Zijn moeilijkste tijd en werd geleid naar Pilatus, waar Hij vals beschuldigd werd. Terwijl Jezus niets verkeerd had gedaan, werd Hij veroordeeld tot geseling en de dood door het kruis. Het geselen werd gedaan door Romeinse soldaten en wordt beschouwd als zeer bloedig. De Romeinen hadden hun gesels ontworpen zodat deze extra hard aankwamen en veel huid van de gegeselde meenamen. Overal op het lichaam van Jezus waren striemen te zien en Hij had flink gebloed. Jezus zag er niet meer uit als een mens. Zonder medische hulp konden deze geselingen binnen een paar dagen dodelijk aflopen. Nadat Hij was gegeseld, moest Jezus zijn eigen kruis dragen naar een heuvel buiten Jeruzalem. Op Zijn rug, vol met striemen en bloed, werd de dwarsbalk van het kruis gelegd en Hij liep naar de heuvel Golgotha. Hij was zo toegetakeld dat Hij niet meer uit eigen kracht het kruis kon dragen, waarna Simon van Cyrene het kruis overnam en Jezus volgde naar Golgotha. Totaal verwoest en met een kapotte huid werd Jezus aan het kruis genageld, waarna het kruis overeind werd gehaald. Jezus, de Zoon van God, hing buiten Jeruzalem aan een kruis. De Romeinse staatsman Cicero omschreef het kruisigen als ‘de meest wrede en weerzinwekkende doodstraf die ik ken’. Doordat de armen van Jezus gespreid waren en Hij geen goede steun had voor Zijn voeten, hing Hij voorovergebogen aan het kruis, waardoor Hij geen lucht kreeg. Bij elk hapje lucht moest Hij Zijn lichaam oprichten, wat ontzettend pijn deed aan al zijn spieren en gewrichten. Uiteindelijk was Jezus zo vermoeid dat dat niet meer lukte, waardoor Hij waarschijnlijk stikte. En dan te beseffen dat Jezus op ieder moment twaalf legioenen engelen kon oproepen om Hem te redden van het kruis, maar Hij besloot dat niet te doen uit liefde voor ons, zodat Hij de relatie met de mens kon herstellen.

Het was voor God niet goedkoop om ons te verlossen. Hij heeft Zijn enige Zoon naar de wereld gezonden om de macht van de zonde te breken en voor onze plaats de zonde te dragen. Hierdoor hoeft geen mens verloren te gaan en mag iedereen terugkeren bij God, door te geloven in de Here Jezus. Iedereen kan hersteld worden.

Nadat Jezus stierf aan het kruis werd hij in een graftombe gelegd en werd een grote steen voor de ingang gerold. Het graf werd verzegeld en er hielden bewakers de wacht, zodat niemand het lichaam kon stelen. Jezus heeft Zijn leven op aarde geleefd van de kribbe tot het graf en heeft daardoor alles meegemaakt wat een mens kan meemaken, alleen zonder te zondigen.

Doordat Jezus nooit heeft gezondigd, heeft de dood geen grip op Hem.

Het loon van de zonde is de dood. (…) (Romeinen 6:23, NBV21)

Aangezien Jezus nooit heeft gezondigd, kan de dood Hem niet vastpakken. Hierdoor kon Jezus, met de kracht van Gods Geest, opstaan uit de dood! Vervolgens liet Jezus Zich zien aan verschillende mensen, onder wie Maria en de discipelen en zij zagen dat Hij leefde. Hierna steeg Jezus op in de wolken en nam Hij plaats aan de rechterhand van God de Vader, waar Hij tot op de dag van vandaag verblijft.

Door de liefde van Jezus is de weg naar God de Vader vrij en kan de mens hersteld worden van alles wat door de zondeval is ontnomen. De mens kan terugkeren van de vloek naar de zegen. De volgende Bijbelteksten laten zien dat Jezus en God dit uit liefde voor ons hebben gedaan en dat God niet verplicht was om in te grijpen.

God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. (Romeinen 5:8)

Dit is Mijn (Jezus’) gebod: dat u elkaar liefhebt, zoals Ik u liefgehad heb. Niemand heeft een grotere liefde dan deze, namelijk dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden. U bent Mijn vrienden, als u doet wat Ik u gebied. (Johannes 15:12-14)

Zie, hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd. (1 Johannes 3:1)

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. (Johannes 3:16)

Wat is geloven?

Geloven is één van de belangrijkste woorden in de Bijbel. In mijn voorbereidingstijd voor dit hoofdstuk heb ik veel teksten genoteerd over geloven, en dat geloven cruciaal is om gered en gerechtvaardigd te zijn. Wanneer ik alleen de Bijbelteksten opsom, kom ik al op meer dan 9 bladzijden uit, terwijl ik al veel Bijbelteksten had overgeslagen. Geloven is niet een optie. Wanneer je niet gelooft, zal je niet wedergeboren worden en zal je het eeuwige leven met God missen.

Maar wat is geloven dan precies? Gelukkig geeft de Bijbel ons zelf een definitie.

Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet. (Hebreeën 11:1)

In de eerste plaats is geloven ‘nu’. Sommigen zeggen: ‘Ik wacht nog met kiezen voor Jezus. Ik ben nog jong, kiezen kan ik altijd nog doen wanneer ik ouder ben.’ Dit is geen geloof. Geloven is nu. Wanneer je denkt: ‘ik kies later voor Jezus’, dan heb je geen keuze voor Jezus gemaakt. Mocht je plotseling overlijden, dan heb je het eeuwige leven verloren, ben je niet rechtvaardig verklaard, en zijn je zonden niet vergeven. Wanneer wij spreken over geloven, dan spreken wij over ‘nu’. Wij moeten niet koppig zijn, wij moeten nu geloven.

Heden, als u Zijn stem hoort, verhard dan uw hart niet. (Hebreeën 3:15)

Maar mag ik dan echt nu al geloven? Moet ik niet eerst wachten? Is het echt Gods timing dat ik vandaag tot geloof kom en niet pas volgende jaar?

Want Hij zegt: In de tijd van het welbehagen heb Ik U verhoord, en op de dag van het heil heb Ik U geholpen. Zie, nu is het de tijd van het welbehagen, zie, nu is het de dag van het heil! (2 Korinthe 6:2)

Nee, wanneer je nog niet tot geloof bent gekomen in Jezus Christus, dan is nu het moment van Gods goedheid en trouw. Nu is het moment dat God jou wil redden en zalig maken. Nu is het moment om tot geloof te komen. Het is niet de bedoeling om pas in de toekomst te gaan geloven, het is de bedoeling dat wij nu geloven.

In de tweede plaats is het geloof ‘een vaste grond’. Geloven is een zekerheid, en dit wordt ook wel: ‘geloofszekerheid’ genoemd. Zoveel lieve broeders en zusters twijfelen. ‘Ik geloof wel, maar het is toch altijd afwachten wat God tijdens het oordeel zal beslissen.’ Nee, wij mogen nu al geloven dat God ons rechtvaardig heeft gemaakt. De Bijbel belooft ons dat wanneer wij geloven, God ons heeft gered en eeuwig leven heeft gegeven. Dit is erg belangrijk om te weten. De Bijbel zegt dit niet één keer, maar deze geloofszekerheid blijft terugkeren. Wanneer je in Jezus Christus gelooft, hoef je nooit te twijfelen of je wel echt gered bent.

Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar wie niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden. (Markus 16:16)

Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; (Johannes 1:12)

opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God. (Johannes 3:15-18)

Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem. (Johannes 3:36)

Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie Mijn woord hoort en Hem gelooft Die Mij gezonden heeft, die heeft eeuwig leven en komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven. (Johannes 5:24)

En dit is de wil van Hem Die Mij gezonden heeft, dat ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. (Johannes 6:40)

Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven. (Johannes 6:47)

Maar deze zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam. (Johannes 20:31)

Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden. (Romeinen 10:9)

Wanneer je gelooft in Jezus Christus, dan mag je zeker weten dat je gered bent. Je hoeft niet te twijfelen. Wanneer God iets belooft in Zijn Woord, dan komt Hij dit na. Het is onmogelijk dat God liegt. Daarnaast wil God heel graag dat zoveel mogelijk mensen tot geloof komen in de waarheid. Het is niet Gods verlangen om mensen naar de hel te sturen, God wil juist iedereen redden en wil dat iedereen in Jezus gaat geloven. Wanneer wij geloven en zeggen: ‘dankzij Jezus’ genade en door het geloof heb ik het eeuwig leven ontvangen,’ dan is God niet boos. Of God denk dan niet: ‘wacht eventjes, Ik blijf soeverein, misschien wil ik jou niet in de hemel hebben.’ Nee, wanneer wij tot geloof komen en geloofszekerheid ontvangen, dan Zijn wij gered en zijn God en de hemel erg blij en vrolijk.

Zo zeg Ik u, is er blijdschap vóór de engelen van God over één zondaar die zich bekeert. (Lukas 15:10)

Het is dus belangrijk dat wij nu geloven, en dat wij zeker weten dat God ons gered en zalig gemaakt heeft. Wij hoeven niet te twijfelen, wij mogen dit zeker weten.

In de derde plaats is geloven ‘een vaste grond van de dingen die men hoopt’. Hopen en geloven zijn twee verschillende begrippen. Wij zagen dat geloven een zekerheid is. Hopen gaat vooraf aan geloven. Wanneer je het evangelie hebt gehoord, en je hoort dat Jezus zonden vergeeft en Jezus de weg heeft bereid zodat de mens eeuwig gered kan worden, dan kan je denken: ‘Ik hoop dat dit ook voor mij is.’ Je hoort het goede nieuws, maar je twijfelt of dit nieuws ook voor jezelf is en of Gods evangelie ook voor jou geldt. Je hoopt dat Jezus ook voor jouw zonden aan het kruis is gegaan en is opgestaan uit de dood. Wanneer je hoort: ‘ja, Jezus is ook voor jou gestorven en is ook voor jou opgestaan, en wanneer je in Jezus gelooft word je gered,’ dan verandert hopen in geloven. Eerst hoopte je dat God jou zou aannemen, maar nu weet je dat God jou heeft aangenomen wanneer je in Jezus gelooft. Je bent gaan geloven in de hoop die je had.

Zoveel mensen hebben alleen hoop, maar geen geloof. Wanneer je aan ze vraagt: ‘ga jij naar de hemel?’ dan zeggen velen: ‘Ik hoop van wel.’ Hopen brengt jou niet in de hemel, hopen vergeeft jou niet van je zonden en hopen zorgt er niet voor dat je wedergeboren wordt. Hopen is slechts een opstap naar geloven.

Wanneer iemand bijvoorbeeld zegt: ‘Ik hoop dat ik van God in de hemel mag komen na mijn sterven.’ Dan weet deze persoon dat er een hemel is en dat God bestaat. Zo’n persoon is al verder dan iemand die denkt dat er na de dood niets is. Maar hopen alleen is niet genoeg. Deze persoon komt niet in de hemel doordat hij weet dat er een hemel is, en doordat hij weet dat God bestaat. Geloven in het bestaan van God is een begin, maar zorgt er niet voor dat iemand voor eeuwig gered is.

Wanneer wij kijken naar de duivel en de demonen, dan geloven de duivel en demonen ook in God. Zij weten namelijk zeker dat God bestaat. In het begin van het boek Job komen wij bijvoorbeeld twee gesprekken tegen die de duivel met God voerde over het leven van Job. De duivel sprak zelfs met God en de duivel had God vaak gezien. De duivel weet dus zeker dat God bestaat, maar dit is niet genoeg om gered te zijn, en de eeuwigheid met God door te brengen.

U gelooft dat God één is; daar doet u goed aan. Maar ook de demonen geloven dit, en zij sidderen. (Jakobus 2:19)

Wanneer mensen zeggen: ‘Ik hoop dat ik in de hemel kom’, dan is dit dus niet voldoende. Zij moeten niet hopen, zij moeten geloven in die hoop. Waar mensen precies in moeten geloven om gered te zijn, zullen wij in de volgende paragraaf bestuderen.

In de vierde plaats is geloven: ‘een bewijs van de zaken die men niet ziet’. Wanneer je in Jezus gelooft, heb je niet een zichtbaar en tastbaar bewijs gekregen, waardoor je zeker kan weten dat je in de hemel komt. Er is niet een ticket uit de hemel komen vallen, je ziet er nog steeds hetzelfde uit, en er hebben geen natuurlijke veranderingen plaatsgevonden die bewijzen dat je naar de hemel gaat. Wat is dan onze zekerheid dat wij in de hemel komen? Ons geloof. Ons geloof is het bewijs. Ik weet zeker dat ik naar de hemel ga, omdat ik in Jezus Christus geloof. Paulus gaf ook aan dat wij niet hoeven te leven in de dingen die wij zien, maar mogen leven uit het geloof.

Wij hebben dus altijd goede moed en weten dat wij, zolang wij in het lichaam inwonen, uitwonend zijn van de Heere, want wij wandelen door geloof, niet door aanschouwen. (2 Korinthe 5:6-7)

Wanneer wij tot geloof gekomen zijn, mogen wij weten dat wij in de hemel thuishoren. De aarde is niet ons thuis. Als vreemdelingen wonen wij op aarde, maar onze echte thuis is bij God in de hemel. Dit is op dit moment niet zichtbaar. Je kan niet zeggen: ‘Dit weekend ga ik eventjes in mijn hemelse woning wonen, en maandag kom ik weer terug op het werk.’ Nee, wij zien geen zichtbare bewijzen dat wij gered zijn en er een plaats voor ons gereed gemaakt is in de hemel. Maar wij hebben wel ons geloof als bewijs. Door ons geloof weten wij dat God een plaats voor ons gereed gemaakt heeft, en wij gered zijn. Ons geloof dient als een bewijs.

Laten wij dit vergelijken met een aards voorbeeld. Wanneer je naar de snackbar gaat, dan geef jij je bestelling door aan de medewerker. De medewerker toetst in de computer dat je één patat met een hamburger wilt, en uiteindelijk kan je betalen. In ruil voor de betaling ontvang je een bonnetje. Maar, wanneer je betaalt, ontvang je niet direct patat met een hamburger. De medewerker moet dit namelijk eerst klaarmaken, en wanneer dit klaar is, kan je met je bonnetje de bestelling ophalen.

Als wij dit vergelijken met onze eeuwige hemelse leven, dan is geloof het bonnetje. Wanneer je tot geloof komt, dan ga je niet direct naar de hemel toe. Afhankelijk van jouw leeftijd en wanneer Jezus terugkomt, kan het nog tot tientallen jaren duren voordat je echt naar de hemel gaat. Maar toch weet je zeker dat je later in de hemel komt. Waarom? Doordat jouw geloof als een soort bonnetje dient. Jouw geloof in God is het bewijs en de zekerheid dat God een plaats voor jou gereed gemaakt hebt.

(…) Hoewel u Hem nu niet ziet, maar gelooft, verheugt u zich met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde, en verkrijgt u het einddoel van uw geloof, namelijk de zaligheid van uw zielen. (1 Petrus 1:8-9)

Wanneer wij in het geloof blijven volharden, zal het bonnetje ‘ingewisseld’ worden voor onze hemelse woningen bij God. Nu al mogen wij ons verheugen over deze heerlijke toekomst.

Geloven is dus een besluit dat je nu neemt (of al hebt genomen), is een zekerheid dat je ontvang wat God heeft beloofd en waar je in hoopt, en is een bewijs dat je daadwerkelijk bent gered.

Als laatste is geloven ook vertrouwen. Je vertrouwt op God. Je vertrouwt dat het werk van Jezus Christus genoeg was om jou te redden van de eeuwige dood. Je vertrouwt je gehele leven aan Hem toe. Vaak als iemand tot geloof is gekomen, dan hoor je diegene zeggen: ‘Ik heb mijn leven aan Jezus gegeven’. Dit is erg mooi. Maar wanneer jij je leven aan Jezus hebt gegeven, dan betekent dit dus dat jij niet meer van jezelf bent. Je behoort nu Jezus toe. Wanneer je in geloof zegt: ‘ik heb mijn leven aan Jezus gegeven’, dan weet jij dat jij je volledige vertrouwen aan Jezus hebt gegeven. Je vertrouwt erop dat Jezus jouw leven beter stuurt en leidt, dan toen jij zelf alle beslissingen nam. Betekent dit dat je voortaan als een robot achter Jezus aan loopt? Nee. Alsnog mag je zelf beslissingen nemen, ook al kunnen sommige beslissingen tegen de Bijbel ingaan. Jezus zal je niet tegenhouden wanneer je iets stoms gaat doen. Jezus is niet een dictator die jouw leven beheerst tegen jouw eigen wil in. Maar wanneer je Jezus echt vertrouwt, dan luister jij naar Zijn stem en Zijn geboden. Je weet namelijk dat Jezus beter weet hoe jij moet leven, dan dat je dit zelf weet. Je weet dat je op Hem kan vertrouwen, ook al weet je zelf de uitkomst nog niet.

Stel, je wilt trouwen. Je hebt een leuke vrouw gevonden om mee te trouwen, maar steeds ervaar je onrust in jouw geest. Jezus maakt steeds duidelijk dat dit niet de vrouw is om jouw leven mee te delen. Je kan tegen dit gevoel ingaan, en alsnog trouwen. Maar wanneer je getrouwd bent, zie je plotseling dat zij toch niet bij jou past. Je kan ook naar Jezus luisteren en niet trouwen. En een jaar later kom je wel de vrouw tegen die voor jou bestemd is. Zelf mag je kiezen. Vertrouw ik op Jezus Zijn woorden, ook al doet dit voor nu pijn en zie ik geen andere uitkomst? Of kies ik voor mijn eigen wil?

Zie je ook dat geloven niet een eenmalig besluit is? Elke dag moeten wij in Jezus geloven. Of, met andere woorden: elke dag mogen wij op Hem vertrouwen. Geloven en vertrouwen op Jezus mag onze levensstijl worden.

Want de gerechtigheid van God wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, zoals geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven. (Romeinen 1:17)

Uit het geloof zullen wij leven. Dit begint op dag 1, wanneer wij zeggen: ‘Jezus, ik geloof in U, ik vertrouw erop dat U voor mij bent gestorven en opgestaan en ik vertrouw dat U al mijn zonden heeft vergeven en dat ik een kind van U ben geworden.’

Wanneer wij beseffen dat geloven in God ook inhoudt dat wij God vertrouwen, dan is het erg logisch dat God dit van ons vraagt. God wil namelijk een vertrouwelijke relatie met ons aangaan. Zoals een aardse relatie werkt met vertrouwen, werkt God ook met vertrouwen. Wanneer je bijvoorbeeld afspreekt met iemand om in een restaurant te eten, dan vertrouw je erop dat diegene ook naar het restaurant gaat. Wanneer je een paar keer hebt meegemaakt dat hij niet naar het restaurant komt en jij alleen zit, dan is het vertrouwen weg. De volgende keer dat hij jou uitnodigt om ergens te eten, wijs je dit af. Je vertrouwt hem namelijk niet meer. Hij is zijn geloofwaardigheid verloren.

Zo mogen wij ook op God vertrouwen, en wil God dat wij Hem in alles volledig vertrouwen.

Vertrouw op de HEERE met heel je hart. (…) (Spreuken 3:5)

Geloven is dus een enorm belangrijk Bijbels begrip. Zonder geloof en vertrouwen is het onmogelijk om gered te worden. Geloven is niet een moment van het verleden, geloven hoort ons levensstijl te zijn. In geloof en vertrouwen mogen wij een relatie aangaan met God.

Wat moet je geloven?

Nu wij hebben gezien wat geloven is, is het nu belangrijk om te weten wat je moet geloven. Zoals wij al zagen, zijn er verschillende religies en iedereen gelooft iets anders. Maar wat moet je nou precies geloven om gered te worden?

In de eerste plaats moet je geloven in de Here Jezus Christus.

Jezus antwoordde en zei tegen hen: Dit is het werk van God: dat u gelooft in Hem Die Hij gezonden heeft. (Johannes 6:29)

En Jezus zei tegen hen: Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben. (Johannes 6:35)

Jezus zei tegen haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Gelooft u dat?  (Johannes 11:25-26)

Het is belangrijk om in Jezus Christus te geloven. Je moet geloven dat Jezus op de aarde kwam en heeft geleefd. Toen Jezus op de aarde leefde, gebeurden er een aantal belangrijke momenten die je moet geloven om gered te zijn. Ik wil deze punten benoemen met de Bijbelteksten.

Ten eerste moet je geloven dat Jezus Christus vanuit God gekomen is, en op de aarde kwam. Eén Persoon van de Drie-eenheid verliet Zijn Goddelijkheid in de hemel en werd mens op de aarde.

Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, Die, terwijl Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. (Filippenzen 2:5-7)

Dit is erg belangrijk om te geloven. Dit lezen wij bijvoorbeeld in de volgende Bijbelteksten:

want de Vader Zelf heeft u lief, omdat u Mij hebt liefgehad en hebt geloofd dat Ik van God ben uitgegaan. Ik ben van de Vader uitgegaan en ben in de wereld gekomen; Ik verlaat de wereld weer en ga heen naar de Vader. (Johannes 16:27-28)

Jezus nu riep en zei: Wie in Mij gelooft, gelooft niet in Míj maar in Hem Die Mij gezonden heeft. En wie Mij ziet, ziet Hem Die Mij gezonden heeft. (Johannes 12:44-45)

Want de woorden die U Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze aangenomen, en zij hebben daadwerkelijk erkend dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben geloofd dat U Mij gezonden hebt. (Johannes 17:8)

Jezus is gestuurd door God de Vader. Dit laat zien waar Jezus vandaan kwam, namelijk vanuit God in de hemel, maar dit laat ook zien dat Jezus een speciaal doel had te vervullen op de aarde, en dat dit doel ook vanuit God kwam.

(…) want de werken die de Vader Mij gegeven heeft om die te volbrengen, juist die werken die Ik doe, getuigen van Mij dat de Vader Mij gezonden heeft. En de Vader, Die Mij gezonden heeft, Die heeft Zelf van Mij getuigd. (…) En Zijn woord hebt u niet blijvend in u, omdat u Hem niet gelooft Die Hij gezonden heeft. (Johannes 5:36-38)

Jezus sprak tegen Joden die niet in Hem geloofden. Jezus verweet hun dat zij niet geloofden in Hem, terwijl Hij was uitgegaan van God de Vader. Jezus was niet een gewone mens uit een gewoon huwelijk, Jezus was uitgegaan van God.

De moeder van Jezus, de maagd Maria, ontving Jezus door de bevruchting van de Heilige Geest. Jezus is dus ‘uit God geboren’. Toen Jezus op aarde kwam, was Hij voor honderd procent mens en voor honderd procent God.

Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk. (Kolossenzen 2:9)

Het tweede wat wij dus moeten geloven is dat Jezus de Zoon van God is. Laten wij beginnen met het verhaal van Filippus en de kamerheer. Filippus verkondigde aan de kamerheer het evangelie en vervolgens vroeg de kamerheer of hij zich mocht laten dopen. Filippus reageerde met het volgende:

(…) Als u met heel uw hart gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zei: Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is. (Handelingen 8:37)

Op grond van dit geloof mocht de kamerheer zich laten dopen. Het is dus erg belangrijk om te geloven dat Jezus de Zoon van God is.

Johannes schreef één van de evangeliën uit de Bijbel en in dit evangelie beschreef hij een aantal wonderen die Jezus deed. Dit deed Hij voor de volgende reden:

Maar deze zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam. (Johannes 20:31)

Ook Johannes de Doper getuigde dat Jezus de Zoon van God is.

En ik heb gezien en getuigd dat Híj de Zoon van God is. (Johannes 1:34)

Het is dus erg belangrijk om te geloven dat Jezus de Zoon van God is, maar het is ook belangrijk om te geloven dat Jezus de Christus en de Messias is. Dit is het derde wat wij moeten geloven.

Maar wat wordt er precies bedoeld met ‘Christus’? ‘Christus’ betekent gezalfde. Jezus werd door God aangewezen als Zijn gezalfde. In het Oude Testament werden de koningen, de profeten en de priesters gezalfd. Jezus werd ook gezalfd, wat laat zien dat Hij de ultieme Koning, Profeet en Priester van God is. Als Christus kwam Hij om het evangelie te prediken en het evangelie te laten zien door Zijn werken.

De Geest van de Heere is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen wie gebroken van hart zijn, om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid, om het jaar van het welbehagen van de Heere te prediken. (Lukas 4:18-19)

Een belangrijke taak die Jezus moest uitvoeren als Christus, was onze bevrijding van de zondemacht.

En zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. (Mattheüs 1:21)

Wanneer wij dus spreken over Christus of Messias, dan bedoelen wij dat Jezus de gezalfde is die door God werd gezonden. Jezus is degene die ons verlost, bevrijdt en de relatie tussen God en de mensen heeft verzoend.

Het is erg belangrijk om dit te geloven, en dat Jezus als Messias de enige weg is naar God de Vader. Ook de profeten van het Oude Testament hebben al vaak over de Messias Jezus geprofeteerd, en dat Hij ons zalig maakt van onze zonden.

Van Hem getuigen al de profeten dat ieder die in Hem gelooft, vergeving van zonden ontvangen zal door Zijn Naam. (Handelingen 10:43)

In de Bijbel wordt ook vaak benoemd dat wij in Jezus Christus moeten geloven om gered te worden.

Ieder die gelooft dat Jezus de Christus is, is uit God geboren; en ieder die Hem liefheeft Die geboren deed worden, heeft ook lief wie uit Hem geboren is. (1 Johannes 5:1)

En zij zeiden: Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden, u en uw huisgenoten. (Handelingen 16:31)

(…) Hij zei ook tegen het volk dat zij moesten geloven in Hem Die na hem kwam, dat is in Christus Jezus. (Handelingen 19:4)

Weten dat een mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken van de wet, maar door het geloof in Jezus Christus. En ook wij zijn in Christus Jezus gaan geloven, opdat wij gerechtvaardigd zouden worden uit het geloof van Christus en niet uit werken van de wet. Immers, uit werken van de wet wordt geen vlees gerechtvaardigd. (Galaten 2:16)

Geloven dat Jezus de Christus en de Messias is die door God is gezonden in dus cruciaal voor onze redding.

Het vierde wat ik wil behandelen wat belangrijk is om te geloven, is dat Jezus voor onze zonden is gekruisigd en weer opstond uit de dood. We moeten niet alleen geloven dat Jezus gekruisigd was en stierf, want dat geloofde iedereen in Jeruzalem en omstreken in de tijd van Jezus. Toen Jezus gestorven was, was dit het nieuws waar iedereen over sprak. Dit zien wij bijvoorbeeld terug in het gesprek tussen de twee discipelen die naar Emmaüs reisden. Onderweg spraken zij met elkaar over Jezus, die pasgeleden gekruisigd was. Plotseling verscheen Jezus aan hen, maar zij wisten niet dat dit Jezus was. Jezus vroeg waar zij het over hadden, en deed net alsof Hij niets wist over de kruisiging. In reactie hierop zeiden deze discipelen:

Bent U als enige een vreemdeling in Jeruzalem dat U niet weet welke dingen daar in deze dagen gebeurd zijn? En Hij zei tegen hen: Welke dan? En zij zeiden tegen Hem: De dingen met betrekking tot Jezus de Nazarener, Die een Profeet was, machtig in werken en woorden voor God en heel het volk; en hoe onze overpriesters en leiders Hem overgeleverd hebben om Hem ter dood te veroordelen, en Hem gekruisigd hebben. (Lukas 24:18-20)

Iedereen wist van Jezus af, en iedereen geloofde dat Jezus leefde, en vervolgens gekruisigd werd. Wanneer je in die tijd zou zeggen: ‘Ik geloof niet dat Jezus geleefd heeft’, dan zouden ze je raar aankijken. Zelfs de niet-Christenen zouden je dan voor gek verklaren, want Jezus liep rond in dit gebied. Dit is hetzelfde als dat ik nu zou beweren dat een net overleden president of bekend persoon nooit heeft geleefd. Geloven in het bestaan van Jezus, en geloven in de kruisiging, is niet voldoende. Je moet ook geloven dat Jezus voor onze zonden is gestorven, en Hij is opgestaan uit de dood en de macht van de zonde heeft verbroken. Je moet geloven dat Jezus Christus verlossing heeft gebracht, en iedereen die in Hem gelooft behouden is.

Maar ook ter wille van ons, aan wie het zal worden toegerekend, aan ons namelijk die geloven in Hem Die Jezus, onze Heere, uit de doden opgewekt heeft, Die om onze overtredingen is overgeleverd, en opgewekt om onze rechtvaardiging. (Romeinen 4:24-25)

En als Christus niet is opgewekt, is uw geloof zinloos; u bent dan nog in uw zonden. Dan zijn ook zij die in Christus ontslapen zijn, verloren. Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen. Maar nu, Christus ís opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden van hen die ontslapen zijn. Want omdat de dood er is door een mens, is ook de opstanding van de doden er door een Mens. (1 Korinthe 15:17-21)

Want als wij geloven dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal ook God op dezelfde wijze hen die in Jezus ontslapen zijn, terugbrengen met Hem. (1 Thessalonicenzen 4:14)

Ten vijfde mogen wij geloven in Zijn bloed. Wij geloven dat het bloed van Jezus, dat vloeide aan het kruis, ons verlossing heeft gegeven van onze zonden. Door Zijn bloed Zijn wij gereinigd en geheiligd, en is de relatie tussen ons en God herstelt.

Hem heeft God openlijk aangewezen als middel tot verzoening, door het geloof in Zijn bloed. Dit was om Zijn rechtvaardigheid te bewijzen vanwege het voorbijgaan aan de zonden die eertijds hadden plaatsgevonden onder de verdraagzaamheid van God. Hij deed dit om Zijn rechtvaardigheid te bewijzen nu in deze tijd, zodat Hijzelf rechtvaardig is én rechtvaardigt degene die uit het geloof in Jezus is. (Romeinen 3:25-26)

In het Oude Testament lezen wij over de offerdiensten die de Israëlieten moesten verrichten. Een belangrijk doel van de offers was om verzoening te brengen tussen God en de zondaar. Deze offers waren voorafschaduwingen van het offer die Jezus zou brengen. Zoals het bloed van dieren tijdelijke verzoening kon brengen voor de Israëlieten, brengt het bloed van Christus een volkomen verzoening voor de gelovigen. Jezus zelf heeft Zijn bloed gegeven, om ons te verlossen.

Want het leven van het vlees is in het bloed, en Ik heb dat Zelf voor u op het altaar gegeven om voor uw leven verzoening te doen. Want het is het bloed dat door middel van het leven verzoening bewerkt. (Leviticus 17:11)

In de wetenschap dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent van uw zinloze levenswandel, die u door de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam. (1 Petrus 1:18-19)

God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door Zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn. (Romeinen 5:8-9)

In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de overtredingen, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade. (Efeze 1:7)

Het bloed dat gevloeid heeft, heeft de prijs betaald voor onze rechtvaardigheid.

Zoals je zag, is het erg belangrijk om in Jezus Christus te geloven. Er is maar één weg naar God de Vader en de hemel. Er is maar één weg om gered te worden, en er is maar één naam die ons zalig maakt.

Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. (Johannes 14:6)

Wanneer je in Jezus Christus gelooft, gelooft dat Hij door God gezonden is naar deze aarde, Hij de enige weg en Messias is en Hij jouw zonden heeft gedragen aan het kruis en is opgestaan uit de dood, dan zal je gered worden.

Tot slot hoort ons geloof altijd gericht te blijven op Jezus. Wij worden niet gered door onze eigen goede werken en door onze eigen inspanningen, wij worden gered door het geloof in Jezus Christus, en door genade.

Weten dat een mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken van de wet, maar door het geloof in Jezus Christus. En ook wij zijn in Christus Jezus gaan geloven, opdat wij gerechtvaardigd zouden worden uit het geloof van Christus en niet uit werken van de wet. Immers, uit werken van de wet wordt geen vlees gerechtvaardigd. (Galaten 2:16)

Je kan niet jouw eigen plek in de hemel verdienen. Je kan ook niet de wedergeboorte verdienen doordat je goede daden doet of stopt met bepaalde zonden doen. Alleen door het geloof in Jezus worden wij gered. Iedereen heeft gezondigd, en iedereen gaat verloren. Maar doordat Jezus naar de aarde is gekomen, is er één mogelijk om ons te verzoenen met God de Vader, namelijk door te geloven in Jezus Christus.

De belijdenis van het geloof

Het is ook enorm belangrijk om niet alleen in je hart te geloven, maar dit ook te belijden met je mond. Je moet hoorbaar maken dat je bij Jezus Christus hoort, en je in Hem gelooft.

Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden. Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid. (Romeinen 10:9-10)

Wanneer je op deze aarde een keuze maakt, moet je dit altijd kenbaar maken. Wanneer je bijvoorbeeld een opleiding wilt volgen, moet je dit kenbaar maken door een formulier in te vullen met jouw handtekening. Zo weet iedereen wat je wilt doen. Wanneer je in je hart besluit om een opleiding rechten te volgen, maar je maakt dit niet kenbaar, dan volg je geen opleiding rechten. Wanneer je op de eerste schooldag naar de universiteit rijdt, en je stapt binnen, dan word je er binnen een aantal minuten weer uitgegooid. Niemand weet dat je die opleiding gaat volgen, en ze hebben geen rekening met jou gehouden. Je kan zo’n keuze niet in je hart maken, en het vervolgens niet zeggen.

Wanneer je voor Jezus kiest, dan is dit niet alleen iets dat je in je hart besluit. Je hoort dit kenbaar te maken en je hoort dit uit te spreken.

Maar God kijkt toch naar mijn hart? Dat klopt. Maar het is ook belangrijk om je geloof te belijden aan je broeders en zusters. Wanneer je niet besluit om je geloof te belijden, zal Jezus jouw naam ook niet belijden aan God de Vader.

Ieder dan die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. Maar wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. (Mattheüs 10:32-33)

Jouw geloof belijden is dus erg belangrijk. Je kan het geloof niet verborgen houden. Wanneer mensen vragen of jij bij Jezus hoort, dan kan je niet zeggen: ‘nee’. Je hoort Jezus te belijden en je hoort je niet te schamen voor de keuze die je hebt gemaakt.

Daarnaast kan je alleen oprecht geloven, wanneer je het ook uitspreekt. Ik kan in mijn hart bijvoorbeeld denken dat ik goed Spaans kan spreken. Niemand weet dit, en niemand zal mij hierin beproeven. Ik kom niet in situaties terecht waarin ik verplicht Spaans hoef te spreken, want iedereen gaat ervanuit dat ik het niet kan. Maar wanneer ik met mijn mond zeg: ‘ik kan vloeiend Spaans spreken’, dan heeft dit gevolgen. Jouw werkgever zal bijvoorbeeld naar jou toe komen wanneer hij een Spaanse klant heeft. Wanneer je echt gelooft en weet dat je vloeiend Spaans kan spreken, dan heeft dit geen enkel nadelig gevolg. Je helpt de Spaanse klant graag, en ervaart geen problemen. Maar wanneer je opeens geen woord Spaans kan, dan heb je een groot probleem.

Wanneer je iets uitspreekt met je mond, weet je dat het meer gevolgen heeft dan dat je het alleen in je hart of verstand houdt. Jezus wil niet dat wij verborgen Christenen zijn. Jezus wil dat wij publiekelijk uitkomen voor ons geloof. Wanneer je alleen in je hart gelooft in Jezus, dan kost dit jou niets, en wek je geen aanstoot op. Maar wanneer je zegt: ‘Ik geloof in Jezus Christus’, dan heeft dit wel gevolgen. Mensen willen hier meer over weten, of maken jou misschien belachelijk. Maar je hebt besloten dat Jezus jou meer waard is dan de meningen van de mensen om je heen. Daarom is het belangrijk om Jezus als Heer te belijden.

Jezus wil niet een verborgen relatie met jou aangaan, waarin je alleen in het verborgene met Jezus optrekt, omdat je bang bent voor de reacties van vrienden en familie. Als je aan het daten bent met een vrouw, en deze vrouw mag nooit jouw vrienden, familie en kennissen zien, omdat jij je schaamt voor haar, dan is dat toch ook niet leuk? Ik denk niet dat deze vrouw dan met jou wil trouwen. Zij wil juist dat jij trots op haar bent, en wil graag een grote rol spelen in jouw leven, en in het leven van jouw familie en vrienden. Ze wil niet weggestopt worden. Zo wil Jezus ook niet weggestopt worden, maar verlangt Hij dat jij Hem publiekelijk erkent.

Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waard; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waard. (Mattheüs 10:37)

Het is belangrijk om aan iedereen kenbaar te maken dat Jezus de belangrijkste Persoon is in jouw leven, en dit doe je door te belijden dat Jezus jouw Heer, Koning en Verlosser is.

Zonder geloof word je niet gered

Geloven is cruciaal en zonder geloof is het onmogelijk om gered te worden. De Bijbel zegt niet: ‘Zonder geloof is het moeilijk om gered te worden’. Nee, zonder geloof is het onmogelijk. Wanneer wij niet geloven, zijn wij niet gered.

Ik heb u dan gezegd dat u in uw zonden zult sterven, want als u niet gelooft dat Ik het ben, zult u in uw zonden sterven. (Johannes 8:24)

Er is geen tussenweg mogelijk en de Bijbel is hier erg duidelijk over. Wanneer je gelooft, dan ben je gered. Geloof je niet, dan ben je niet gered. Dit zien wij ook terug in de volgende Bijbelteksten:

Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God. (Johannes 3:18)

Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet. (1 Johannes 5:12)

Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld. (Marcus 16:16, NBV21)

De Bijbel is dus erg helder over dit onderwerp. Tientallen teksten zeggen dat wanneer wij geloven, wij zijn gered. En er zijn ook Bijbelteksten die het tegenovergestelde laten zien. Wanneer je niet gelooft, dan ben je niet gered. Dit maakt geloven een belangrijke eerste onderdeel van de wedergeboorte. Geloven gaat vooraf aan de volgende drie onderdelen van de wedergeboorte. Als wij bijvoorbeeld kijken naar de waterdoop, dan heeft het totaal geen zin om je te laten dopen, wanneer je niet in Jezus Christus gelooft. Geloven is een belangrijk fundament van de wedergeboorte.

Het evangelie van God is de krachtigste boodschap van het gehele universum. Maar het evangelie kan alleen voor jou werken wanneer jij dit gelooft.

Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek. (Romeinen 1:16)


Lees ook: