De Heilige Geest door ons

In het vorige hoofdstuk lazen wij wat de Heilige Geest in ons wil doen. God heeft namelijk de Heilige Geest aan ons gegeven om ons te helpen. Maar hier stopt het werk van de Heilige Geest niet. De Heilige Geest wil ons ook gebruiken om anderen tot zegen te zijn en om Gods evangelie te delen met anderen. De Heilige Geest wil dat wij een vat zijn van Zijn aanwezigheid, waardoor wij zelf vervuld zijn met de Geest, en dit als een rivier doorstroomt naar onze omgeving.

Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. En dit zei Hij over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden. (…) (Johannes 7:38-39)

In dit hoofdstuk behandelen wij een aantal gaven die de Heilige Geest aan ons geeft om anderen te dienen.

Profeteren

En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw jongemannen zullen visioenen zien en uw ouderen zullen dromen dromen. En ook op Mijn dienaren en op Mijn dienaressen zal Ik in die dagen van Mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. (Handelingen 2:17-18)

Wanneer wij denken aan profetie, dan denken wij vaak aan iemand die door God inzicht heeft gekregen over de toekomst. Denk bijvoorbeeld aan Johannes die profetieën en openbaringen ontving over de eindtijd. God kan ons inderdaad inzichten geven, zowel voor toekomstige zaken in ons eigen leven als in het leven van anderen. Maar profetie is veel meer dan alleen inzicht in de toekomst. Simpel gezegd is profetie: de woorden of beelden die jij van God ontvangen hebt verkondigen aan anderen. Ik wil een aantal voorbeelden van profetie geven, maar eerst kijken wij naar het verschil tussen een profeet en een gelovige met een profetische gave.

De profeet
In hoofdstuk 9 zagen wij dat er verschillende vormen van tongentaal zijn. Je hebt tongentaal die de gemeente dient en de persoonlijke tongentaal. Een belangrijk verschil is dat God de persoonlijke tongentaal aan iedereen wil geven, terwijl Hij maar sommigen in een gemeentedienst aanwijst om in een tongentaal te spreken die de gemeente dient. Zo heb je ook verschillende vormen van profetie. God wil dat iedereen profeteert, maar tegelijkertijd heeft God sommigen in de gemeente aangesteld als profeet. Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen deze twee gemeenteleden, omdat een profetie van een door God aangestelde profeet meer gezag heeft dan een profetie van een broeder of zuster.

Laten wij kort kijken wat een profeet is, en daarna kijken hoe wijzelf kunnen profeteren.

Ten eerste moet een profeet zijn aangesteld door God. Iemand kan niet besluiten om een profeet te worden, dit is iets wat God aan jou moet geven. God stelt zelf Zijn profeten aan.

God nu heeft sommigen in de gemeente een plaats gegeven: ten eerste apostelen, ten tweede profeten, (…). (1 Korinthe 12:28)

Dit zien wij terug in de profeten van het Oude Testament. Zij profeteerden niet namens hunzelf, maar profeteerden namens God, want God had hun speciaal aangesteld als profeet. Dit zien wij in de aanstelling van Jeremia:

Voordat Ik u in de moederschoot vormde, heb Ik u gekend; voordat u uit de baarmoeder naar buiten kwam, heb Ik u geheiligd. Ik heb u aangesteld tot een profeet voor de volken. (Jeremia 1:5)

In de aanstelling van Amos:

De HEERE haalde mij echter achter de kudde vandaan en de HEERE zei tegen mij: Ga heen, profeteer tegen Mijn volk Israël! (Amos 7:15)

En in de aanstelling van Ezechiël:

Hij zei tegen mij: Mensenkind, Ik zend u naar de Israëlieten, naar die opstandige volken, die tegen Mij in opstand zijn gekomen. Zij en hun vaderen hebben tot op deze zelfde dag tegen Mij overtreden. En deze kinderen zijn schaamteloos en hardleers. Ik zend u naar hen toe. U moet tegen hen zeggen: Zo zegt de Heere HEERE. (Ezechiël 2:3-4)

Ten tweede kan een profeet openbaringen ontvangen en geven over toekomstige gebeurtenissen. Wanneer God iets doet in de wereld, dan laat Hij dit altijd eerst weten aan Zijn profeten. De profeten moeten dit vervolgens profeteren en verkondigen aan de gemeente van Christus, de politieke leiders of de inwoners van een land of plaats.

Voorzeker, de Heere HEERE doet niets tenzij Hij Zijn geheimenis heeft geopenbaard aan Zijn dienaren, de profeten. (Amos 3:7)

Een voorbeeld hiervan is de profeet Agabus, die profeteerde dat er binnenkort een hongersnood zou plaatsvinden over de wereld.

En in die dagen kwamen enkele profeten vanuit Jeruzalem naar Antiochië. En een van hen, van wie de naam Agabus was, stond op en gaf door de Geest te kennen dat er een grote hongersnood zou zijn over heel de wereld, die ook gekomen is onder keizer Claudius. (Handelingen 11:27-28)

Ten derde is een profeet aangesteld om zonden in de gemeente aan te spreken en mensen te waarschuwen. Wanneer wij het leven van de profeten uit het Oude Testament bestuderen, was een groot deel van hun taak om zonden aan te spreken die het volk deed. Zij kwamen met een harde boodschap. Mensen moesten zich bekeren, en wanneer zij dit niet deden, zouden zij onder ballingschap gaan.

Ook heeft de HEERE tot u al Zijn dienaren, de profeten, vroeg en laat gezonden, maar u hebt niet geluisterd en uw oor niet geneigd om te luisteren. Ze zeiden: Bekeer u toch, ieder van zijn slechte weg en van uw slechte daden. Dan zult u eeuw uit en eeuw in blijven wonen in het land dat de HEERE u en uw vaderen gegeven heeft. (Jeremia 25:4-5)

Zo kunnen profeten uit het Nieuwe Testament ook oproepen tot bekering en mensen waarschuwen. Eén van de grootste profeten die geleefd heeft, is Johannes de Doper. Wat was zijn profetische boodschap?

In die dagen trad Johannes de Doper op en hij predikte in de woestijn van Judea, en zei: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. (Mattheüs 3:1-2)

Een profeet is aangesteld om gemeenteleden, steden of landen te waarschuwen. Een profeet hoort mensen te waarschuwen voor Gods toorn die zal komen over alle goddeloosheid. Dit zien wij ook terug in het verhaal van Jona. Jona werd geroepen om de stad Ninevé te waarschuwen voor Gods toorn.

Toen stond Jona op en ging naar Ninevé, overeenkomstig het woord van de HEERE. Ninevé was een geweldig grote stad, van drie dagreizen doorsnee. En Jona begon de stad in te gaan, één dagreis. Hij predikte en zei: Nog veertig dagen en Ninevé wordt ondersteboven gekeerd! (Jona 3:3-4)

Ten vierde is een profeet aangesteld om Gods oordeel te verkondigen. In Openbaring lezen wij over de brieven die Johannes naar zeven gemeenten moest sturen. Deze brieven bevatten profetische betekenissen voor de gemeenten. Maar het waren niet enkel bemoedigingen die Johannes moest opschrijven, het waren ook woorden van oordeel. Wanneer de gemeente niet functioneert zoals God het wil, zal God de gemeente wegnemen, of een oordeel erover vellen. Een heftig voorbeeld lezen wij in de brief aan de gemeente te Thyatira.

En Ik heb haar tijd gegeven, opdat zij zich van haar hoererij zou bekeren, maar zij heeft zich niet bekeerd. Zie, Ik werp haar te bed, en breng hen die overspel met haar plegen, in grote verdrukking, als zij zich niet bekeren van hun werken. En haar kinderen zal Ik door de dood ombrengen, en alle gemeenten zullen weten dat Ik het ben Die nieren en harten doorzoekt, en Ik zal u geven eenieder naar uw werken. (Openbaring 2:21-23)

De bediening van een profeet is dus niet altijd makkelijk. Een profeet moet soms ook woorden van oordeel en waarschuwing geven. Er zijn nog meer taken van een profeet, maar voor deze studie gaan wij hier niet dieper op in.

De gave van profetie
Wij gaan nu in op de profetische gave die God aan iedere wedergeboren gelovige wil geven. Hier zijn een aantal feiten over de profetische gaven.

1. Iedere wedergeboren gelovige kan profeteren. Wanneer wij gedoopt worden met de Heilige Geest, dan is het makkelijker om Zijn stem te verstaan. Hierdoor zullen wij profetieën ontvangen, dromen dromen en visioenen zien. Op de eerste Pinksterdag haalde Petrus een profetie van Joël aan die dit profeteerde.

Maar dit is wat gesproken is door de profeet Joël: En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw jongemannen zullen visioenen zien en uw ouderen zullen dromen dromen. En ook op Mijn dienaren en op Mijn dienaressen zal Ik in die dagen van Mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. (Handelingen 2:16-18)

Petrus sprak dat God Zijn Geest zal uitstorten op alle vlees, en dat de zonen, dochters, dienaren en dienaressen zullen profeteren. Wanneer zal dit plaatsvinden? Op het moment dat God Zijn Geest uitstort in ons leven. Oftewel: tijdens de doop in de Heilige Geest. Wanneer je de doop in de Heilige Geest hebt ontvangen, ontvang je de mogelijkheid om te profeteren. Je kan van de Heilige Geest een woord ontvangen voor jouw eigen leven, of voor het leven van anderen.

God kan op verschillende manieren tot ons spreken, en iedereen kan de boodschap die God tot ons wil spreken op een andere manier ontvangen. Sommigen horen duidelijk de stem van God, terwijl anderen dromen ontvangen of visioenen zien. Tegen de één spreekt God in beelden, terwijl de andere een duidelijke Bijbelvers ontvangt. God spreekt op verschillende manieren, en God spreekt ook op verschillende manieren tot jou. Maar er zijn manieren die beter bij ons passen en waardoor wij makkelijker een boodschap van God ontvangen.

Wanneer wij de woorden die God tot ons gesproken heeft, die gericht zijn aan anderen, met hen delen, dan profeteren wij. Volgens Petrus kan iedere wedergeboren gelovige dit doen en ook Paulus haalde dit in Zijn onderwijs aan.

Want u kunt allen, de één na de ander, profeteren, opdat allen leren en allen bemoedigd worden. (1 Korinthe 14:31)

Het was Paulus zijn verlangen dat iedere gelovige profeteert.

En ik zou wel willen dat u allen in andere talen spreekt, maar vooral dat u profeteert. (1 Korinthe 14:5)

2. Profetie dient anderen. Wanneer je profeteert, dan dien je anderen. Jouw woorden zijn opbouwend, troostend en bemoedigend.

Maar iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend. (1 Korinthe 14:3, NBV21)

Hier zien wij een groot verschil tussen iemand met een profetische gave of een profeet. Een profeet kan woorden van oordeel profeteren, maar de taak van iemand met een profetische gave is om opbouwend, troostend en bemoedigend te zijn. Het is niet de taak van ieder wedergeboren gelovige om continu oordeel en verdoemenis te profeteren, wanneer de gemeente iets doet waar hij niet achter staat. Dit is niet de rol die God gegeven heeft. Het is belangrijk dat jouw woorden altijd gericht zijn tot opbouw en niet tot afbouw.

(…) Wie profeteert, bouwt de gemeente op. (1 Korinthe 14:4)

Naast dat mensen bemoedigd en opgebouwd worden door profetie, zullen ook de verborgen zaken van het hart openbaar worden. Dit kan zowel over positieve als negatieve zaken van het hart gaan. Stel dat iemand voor het eerst in jouw gemeente komt. Hij heeft een groot verlangen om een weeshuis te stichten in Kenia, maar heeft dit verlangen met niemand gedeeld. Hoe bijzonder zou het zijn als de één na de ander in de gemeente over deze man profeteert dat God wil dat Hij een weeshuis sticht in Kenia? Wanneer deze man niet in God gelooft, en dit hoort, dan zal hij toch onmiddellijk tot geloof komen?

Maar als allen zouden profeteren, en er kwam een ongelovige of niet-ingewijde binnen, dan zou die door allen overtuigd en door allen beoordeeld worden. En zo worden de verborgen dingen van zijn hart openbaar, en zo zal hij zich met het gezicht ter aarde werpen en God aanbidden, en verkondigen dat God werkelijk in uw midden is. (1 Korinthe 14:24-25)

Maar dit kan ook ten negatieve gebeuren. Wanneer door middel van profetie aan deze man wordt verteld wat hij allemaal verkeerd heeft gedaan, dan zal hij erkennen dat God bestaat en dat God alles heeft gezien wat hij heeft gedaan. Het is belangrijk dat wij dit nooit op een veroordelende toon vertellen. Het is namelijk niet Gods wil dat deze man veroordeeld wordt, God wil juist dat deze man Zijn genade aanneemt, een kind van Hem wordt, zodat God hem juist kan vergeven voor alle zonden die hij heeft gedaan. Wanneer God ons openbaring geeft, dient dit altijd om iemand op te bouwen, niet om hem af te breken.

Ik heb van een profeet gehoord dat hij vroeger vaak fouten maakten met de manier waarop hij zijn profetieën deelden. De betekenis van de profetieën klopten, maar de wijze waarop hij dit deelde was niet juist. Wanneer mensen binnenkwamen in zijn dienst, dan wist hij precies wat voor zonden deze mensen hadden gedaan. Zo kwam er een ongelovige man voor het eerst zijn samenkomst binnen. Tijdens de dienst wees de profeet hem aan, en zij: ‘afgelopen zaterdag heb jij overspel gepleegd met jouw secretaresse’. Het woord klopte, maar deze man kwam niet tot geloof; hij vluchtte weg en kwam nooit meer terug. Het is belangrijk dat wij op een goede manier de profetieën delen, zodat mensen opgebouwd worden en niet afgebroken. De ongelovigen moeten juist tijdens de samenkomst God aanbidden en tot geloof komen, zij moeten niet in hun zonden blijven en in angst terugkeren naar huis.

Daarnaast moeten wij ook voorzichtig zijn om mensen op deze wijze terecht te wijzen. Wanneer je het namelijk verkeerd hebt, en het geen profetie van God was, kan je iemand beschadigen.

3. Profetieën moeten beoordeeld worden. Het is belangrijk dat iedere wedergeboren gelovige profeteert, en dit moeten wij leren. Dit betekent dat het gebeurt dat sommige woorden dat wij spreken niet van God komen, maar uit onze eigen gedachten komen. Het is zelfs mogelijk dat je begint met een woord van God, en vervolgens vanuit jouw gedachten er woorden bij bedenkt. Dit is niet erg, want je moet het leren en je leert van je fouten. Maar het is daarom wel belangrijk dat andere mensen inspraak mogen hebben in de profetieën die je deelt. Met andere woorden: alles wat je profeteert moet beoordeeld worden. De woorden van God moeten bewaard worden, en de rest moeten wij links laten liggen.

En laten twee of drie profeten spreken, en laten de anderen het beoordelen. (1 Korinthe 14:29)

Het vraagt nederigheid wanneer je anderen vraagt om jouw profetieën te beoordelen. Maar het is erg belangrijk. Er zijn zoveel profetieën uitgesproken die niet klopten en niet van God kwamen. Doordat allen de profetieën beoordelen kan je deze profetieën eruit filteren.

Het beoordelen van profetieën is zo belangrijk, dat ik vind (ik spreek namens mijzelf, niet namens het Woord) dat mensen die niet accepteren om beoordeeld te worden, ook niet mogen profeteren in de gemeente of in het leven van anderen. Sommige mensen maken namelijk misbruik van profetie, en spreken altijd ‘namens de Heere’, terwijl er nog nooit iets is gebeurd wat zij hebben gezegd, en hun profetieën elke week veranderen. Wanneer anderen niet mogen beoordelen en op een liefdevolle en opbouwende wijze feedback mogen geven, dan gaat er iets mis. Bij profetie hoort beoordeling.

De beoordeling vindt voornamelijk plaats via de volgende drie manieren.

Manier 1: is het Bijbels wat er gesproken wordt? Als de profetie tegen de Bijbel ingaat, dan is de profetie niet van God.         Manier 2: heeft God al zelf tot de persoon gesproken waarover de profetie gaat? Meestal spreekt God eerst tot jouw hart, voordat Hij profeteert namens iemand anders. Wanneer God eerst een verlangen in jouw hart heeft gelegd, en vervolgens wordt het geprofeteerd in de gemeente, dan is dit een teken dat jouw verlangen van God afkomstig was.

Manier 3: zijn er ook anderen die dezelfde profetie over jou hebben uitgesproken? Wanneer God iets tot jou wil spreken, dan bevestigt Hij dit door verschillende profetische woorden.

Maar let op: profetie is niet Gods meest voorkomende manier om tot jou te spreken. God wil persoonlijk tot jou spreken. Je mag profetie beschouwen als een bevestiging op de woorden en verlangens die God tot jou heeft gesproken, zodat je zeker weet dat jouw verlangens van God komen.

Verschillende soorten profetie
Nu wij weten wat het verschil is tussen een profeet en de gave van profetie, is het nu belangrijk om te kijken wat voor profetische boodschappen wij kunnen delen.

Boodschap 1: getuigen.

(…) Want getuigen van Jezus is profeteren. (Openbaring 19:10, NBV21)

Wanneer jij getuigt over Jezus, dan profeteer je. Getuigen is erg belangrijk, want wat God voor jou heeft gedaan, wil Hij ook voor anderen doen. Wanneer God jou heeft verlost van een verslaving en je deelt dit getuigenis, dan is deze getuigenis voor jou al in het verleden gebeurt. Maar wanneer iemand jouw getuigenis hoort die nog in deze verslaving verstrikt is, dan is het voor hem een profetie. Hij wordt opgebouwd, want hij ontvangt hoop en geloof dat God Zijn problemen kan oplossen.

Boodschap 2: het openbaren van verborgen zaken. Wanneer je profeteert, kan je verborgen zaken openbaren. Denk bijvoorbeeld aan Jezus en de Samaritaanse vrouw. Jezus ontving een profetisch woord en wist dat de vrouw al vijf mannen gehad had en haar huidige man niet haar echte man was. Doordat Jezus deze profetie ontving, kwam deze vrouw tot geloof en ook een groot deel van de stad waar deze vrouw woonde.

Jezus zei tegen haar: Ga heen, roep uw man en kom hier. De vrouw antwoordde en zei tegen Hem: Ik heb geen man. Jezus zei tegen haar: U hebt terecht gezegd: Ik heb geen man, want vijf mannen hebt u gehad en die u nu hebt, is uw man niet; dat hebt u naar waarheid gezegd. De vrouw zei tegen Hem: Heere, ik zie dat U een profeet bent. (Johannes 4:16-19)

Boodschap 3: Woorden van bemoediging en opbouw. Profetieën zijn woorden die bemoedigend en opbouwend zijn voor anderen. Denk bijvoorbeeld aan een broeder die denkt dat God niet naar hem omziet. Wanneer jij, door middel van profetie, vertelt dat God hem ziet en blij met hem is, is dit een profetisch woord.

Maar iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend. (1 Korinthe 14:3)

Boodschap 4: Richting voor de toekomst. Wanneer je een relatie met God hebt, dan wil God jou ook dingen openbaren over jouw persoonlijke toekomst. God wil dromen en verlangens in jouw hart leggen, zodat je weet waar God jou voor geroepen heeft. Deze dromen en verlangens zijn profetieën van God, zodat jij weet wat je wel en niet moet doen.

Tips om te profeteren
Laten wij kijken naar een aantal praktische tips om te profeteren.

Tip 1: streef naar de gave van profetie.

Jaag de liefde na en streef naar de geestelijke gaven, en vooral daarnaar dat u mag profeteren.(1 Korinthe 14:1)

Wanneer wij denken aan profetie, dan denken de meeste mensen dat dit iets is wat God zomaar aan iemand geeft. Hierdoor stappen ze niet uit in profetie, omdat ze altijd denken dat iemand uit het niets een profetisch woord ontvangt om te delen, zonder verdere inspanning van de ontvanger. Maar dit is niet waar. God wil namelijk dat wij allemaal profeteren en wil ons allemaal gebruiken om Zijn woorden te delen met de mensen om ons heen. En God verlangt niet dat wij passief wachten totdat er opeens een woord wordt gegeven. God verlangt dat wij streven naar de geestelijke gaven en streven naar profetie. Streven houdt in dat je met inspanning een doel probeert te bereiken. Wanneer Paulus schreef dat wij moeten streven om te profeteren, dan betekent dit dat wij met inspanning en met een bepaald verlangen open moeten staan om Gods woorden te ontvangen en door te geven. Verlang jij ernaar om anderen te bemoedigen met profetie? Besteed je tijd met God en de Heilige Geest zodat je oefent om Zijn stem te verstaan en Zijn woorden te delen met anderen?

Tip 2: Leer Gods stem verstaan. Wanneer je de woorden van God wil doorgeven aan anderen, is het eerst belangrijk om Gods stem te verstaan en te herkennen. Je kan pas de woorden van God doorgeven als je weet dat dit Zijn woorden zijn. Maar misschien vraag jij je af: ‘spreekt God wel tot mij?’ Laten wij het verhaal van de goede herder lezen, waar Jezus de goede herder is en de gelovigen de schapen.

Voor hem doet de deurwachter open en de schapen horen zijn stem, en hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. En wanneer hij zijn eigen schapen naar buiten gedreven heeft, gaat hij voor hen uit, en de schapen volgen hem, omdat zij zijn stem kennen. Maar een vreemde zullen zij beslist niet volgen, maar zij zullen van hem wegvluchten, omdat zij de stem van vreemden niet kennen. (Johannes 10:3-5)

Jezus toont met dit verhaal aan dat Hij Zijn schapen bij naam noemt en hen leidt. Jezus zal tot iedere gelovige spreken. Het is aan ons om de stem van Jezus te herkennen, zodat wij weten wanneer Hij tot ons spreekt. Wanneer jij een gelovige bent, dan spreekt Jezus en de Heilige Geest continu tot jou, maar misschien weet je nog niet precies hoe Zijn stem klinkt. Hierdoor lijkt het dat God nooit wat tegen jou zegt, maar in werkelijkheid spreekt Hij continu. Wanneer je Zijn stem leert herkennen, zal het steeds makkelijker Zijn om te weten wat Hij tot jou spreekt. Dit is belangrijk voor jouw stille tijd met God, maar ook voor het profeteren voor anderen.

Om Zijn stem te herkennen is het belangrijk om stil te zijn. Door de dag heen zijn wij continu bezig met nadenken en wij hebben continu gedachten. Volgens onderzoek heeft een mens gemiddeld 50.000 gedachten per dag. Onze hersenen zijn continu bezig en het is belangrijk om geregeld rustmomenten te hebben waarin wij niet bezig zijn met al onze gedachten, maar gericht zijn op God. In deze momenten zal je Gods stem makkelijker herkennen en verstaan.

Tip 3: oefenen en leren. Hoe heb jij leren fietsen? Door te oefenen. Of hoe heb jij leren praten? Ook door te oefenen. Alles wat je vandaag kan heb je geoefend en geleerd. Je kan jouw werk doen doordat je naar school bent geweest en doordat anderen je hebben geleerd hoe je dit moet doen. Kan jij je nog jouw eerste werkdag herinneren? Je kreeg taken, maar je wist nog niet precies hoe alles ging en waar alles was. Je werkte op jouw eerste werkdag trager, moest vaker hulp vragen van collega’s, je moest een handleiding gebruiken en het kostte veel inspanning. Maar na tien jaar werken is het niet meer moeilijk. Je weet precies wat je moet doen, werkt snel en geautomatiseerd en in plaats van dat jij hulp nodig had van collega’s help jij nu nieuwe collega’s. Hoe kan dit? Doordat je jouw werk continu hebt gedaan en continu kon ‘oefenen’.

Wanneer een kind voor het eerste keer fietst en valt, dan is dit normaal. Als ouder denk je niet: ‘O nee, bij de eerste keer is hij al van zijn fiets gevallen. Dat zal nooit iets worden. Hij kan het gewoon niet. Hij heeft geen talent om te fietsen. Ik pak zijn fiets af.’ Nee, als ouder weet je dat jouw kind eerst moeite zal hebben om te fietsen. Om die reden ren je achter jouw fietsende kind aan en geef je honderden aanwijzingen. Maar je weet: als hij niet oefent, zal het nooit lukken.

Zo is het ook met profetie. Wanneer je niet oefent met profetie, zal het ook nooit gebeuren. ‘Maar wat nu als ik een fout maak?’ Wanneer je een fout maakt, dan heb je van jouw fout geleerd, en ga je verder. Net zoals een kind van zijn fiets valt en weer opstaat, ga jij ook weer opstaan en opnieuw profeteren.

‘Maar wat nu als ik mensen pijn doe met mijn profetieën?’ In de eerste plaats weet je dat profetie altijd bemoedigend en opbouwend is. En in de twee plaats zeg je van tevoren: ‘Ik ben aan het leren’. En: ‘toets mijn woorden met de Bijbel en met de dingen die God al tot jou heeft gesproken.’ Zeg ook niet: ‘Zo spreek de Heere:’ Maar zeg: ‘Ik denk dat ik een indruk van God heb gekregen, wil jij er ook over bidden?’ En tot slot is het belangrijk om niet te profeteren over gevoelige onderwerpen zoals partnerkeuze, het ontvangen van kinderen, of wanneer iemand overlijdt.

Tip 4: Spreek de profetie uit. Wanneer je profeteert, zal je merken dat je, voordat je spreekt, niet veel woorden van God hebt ontvangen. Je hebt van God bijvoorbeeld vijf woorden ontvangen die je moet uitspreken. Maar je zal zien dat wanneer je deze vijf woorden uitspreekt, God deze woorden zal aanvullen met nieuwe woorden. Profetie is net als een tissuedoos. Wanneer je de ene zakdoek eruit haalt, verschijnt de andere zakdoek. Dus wanneer je de eerste woorden uitspreekt, dan vult God dit aan. En ontvang je geen woorden meer? Dan hoef je ook niet meer te spreken. Het kan ook zijn dat deze paar woorden al de complete boodschap was die God wilde doorgeven.

De kracht om vrijmoedig te spreken

Wij hebben de doop in de Heilige Geest ook ontvangen om vrijmoedig te spreken.

want Johannes doopte wel met water, maar u zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen. (…) maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde. (Handelingen 1:5-8)

Wanneer wij de Heilige Geest bestuderen, dan valt één ding gelijk op. De Heilige Geest wil altijd Jezus verhogen, wil dat wij Jezus kennen en wil ons gebruiken om anderen over Jezus te vertellen.

Maar wanneer de Trooster is gekomen, Die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest van de waarheid, Die van de Vader uitgaat, zal Die over Mij getuigen. (Johannes 15:26)

Maar wanneer Die komt, de Geest van de waarheid, zal Hij u de weg wijzen in heel de waarheid, want Hij zal niet vanuit Zichzelf spreken, maar wat Hij gehoord zal hebben, zal Hij spreken, en de toekomstige dingen zal Hij u verkondigen. Die zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen. (Johannes 16:13-14)

Toen Jezus naar de hemel ging en de Heilige Geest op aarde kwam, veranderde het evangelie niet. Het evangelie ging nog steeds over Jezus. De Heilige Geest is gekomen om het evangelie van Jezus te bekrachtigen en erover te getuigen. De Heilige Geest zei niet op de Pinksterdag: ‘Luister, de afgelopen jaren onderwees Jezus dit, maar ik laat een frisse wind waaien met nieuw onderwijs.’ Nee, de Heilige Geest neemt datgeen wat Jezus onderwees, en verkondigt ons dezelfde boodschap. De boodschap en evangelie van God verandert niet. De Heilige Geest zal Jezus blijven verkondigen, totdat wij Jezus van aangezicht tot aangezicht zullen zien.

De Heilige Geest leert ons en de Heilige Geest verlangt dat wij de openbaringen die wij van Hem ontvangen, doorgeven aan de mensen om ons heen.

Maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde. (Handelingen 1:8)

De kracht van de Heilige Geest om te getuigen was er niet alleen voor de discipelen van Jezus. Deze kracht is beschikbaar voor iedere wedergeboren gelovige. Wij hebben van Jezus een belangrijke en grote opdracht ontvangen, wij moeten namelijk het evangelie verkondigen aan iedereen tot aan het uiteinde van de aarde. Deze taak heeft God niet gegeven aan een paar personen die een evangelische bediening hebben ontvangen. Deze taak geeft God aan alle gelovigen, en God wil iedereen bekrachtigen om het evangelie te delen.

Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen. (Mattheüs 28:19-20)

Deze taak hoeven wij niet alleen te volbrengen. De Heilige Geest geeft ons de kracht en autoriteit om deze belangrijke boodschap overal te verkondigen. De Heilige Geest breekt elke angst en verlegenheid af.

Voordat de discipelen de doop in de Heilige Geest ontvingen, waren zij bang. Denk bijvoorbeeld aan Petrus, die Jezus verloochende, aan de discipelen die wegvluchtten toen Jezus gevangen werd genomen, en aan de discipelen die na de kruisiging van Jezus bij elkaar kwamen met gesloten deuren.

Toen het nu avond was op die eerste dag van de week en de deuren van de plaats waar de discipelen bijeenwaren, uit vrees voor de Joden gesloten waren, kwam Jezus en Hij stond in hun midden en zei tegen hen: Vrede zij u! (Johannes 20:19)

Maar toen de Pinksterdag aanbrak, en zij gedoopt werden met de Heilige Geest, viel de angst van hen af. Zij ontvingen kracht en grote vrijmoedigheid om het evangelie te delen. Na de doop in de Heilige Geest gaf Petrus een preek in Jeruzalem, en er kwamen drieduizend mensen tot geloof. Hij veranderde van iemand die Jezus verloochende en in angst achter gesloten deuren verbleef, naar iemand die vrijmoedig over Jezus sprak. Zo zullen wij ook de kracht van de Geest ontvangen om vrijmoedig het Woord van God te delen.

De kracht van vrijmoedigheid gaat erg ver. In de Bijbel lezen wij dat Petrus en Johannes werden terechtgewezen door de religieuze leiders van Israël. Zij mochten nooit meer over Jezus spreken, en de leiders bedreigden hun. Maar Petrus en Johannes kwamen vrij en kwamen bijeen met de andere discipelen. Dit was hun gebed:

Nu dan, Heere, sla acht op hun bedreigingen en geef Uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw Woord te spreken, doordat U Uw hand uitstrekt tot genezing en er tekenen en wonderen gebeuren door de Naam van Uw heilig Kind Jezus. (Handelingen 4:29-30)

En hoe beantwoordde de Heilige Geest dit gebed?

En toen zij gebeden hadden, werd de plaats waar zij bijeenwaren, bewogen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en spraken het Woord van God met vrijmoedigheid. (Handelingen 4:31)

Zij werden nogmaals vervuld met de Geest, en spraken het woord van God met vrijmoedigheid. Dit kan alleen door de Heilige Geest bewerkt worden. Wanneer je spreekt, en je ontvangt grote tegenstand, dan wil je stoppen met het prediken van de boodschap. Maar het is de Heilige Geest die grote vrijmoedigheid geeft, zodat je de kracht ontvangt om door te blijven gaan. Eén van de mooiste voorbeelden van een man van God die het woord van God met grote vrijmoedigheid predikt, is Paulus. In veel steden waar hij predikte, ontving hij grote weerstand. Paulus werd zelfs gestenigd door een menigte.

Maar er kwamen Joden uit Antiochië en Ikonium, die de menigten overtuigden; en zij stenigden Paulus en sleepten hem de stad uit, omdat zij dachten dat hij dood was. (Handelingen 14:19)

Door een wonder stond hij weer op. En wat deed hij toen?

Maar toen de discipelen hem omringd hadden, stond hij op en ging de stad in, en de volgende dag vertrok hij met Barnabas naar Derbe. En nadat zij aan die stad het Evangelie verkondigd hadden en veel discipelen gemaakt hadden, keerden zij terug naar Lystre, Ikonium en Antiochië. (Handelingen 14:20-21)

De volgende dag vertrok hij en verkondigde in Derbe het evangelie. Dit is alleen mogelijk door de kracht van vrijmoedigheid die de Heilige Geest geeft. Paulus besloot niet om rustiger aan te doen, een maand te reflecteren op wat er was gebeurd, maar ging direct verder met het verkondigen van het evangelie.

Naast de kracht van vrijmoedigheid wil de Heilige Geest ons ook leiding geven zodat wij weten in welke gebieden wij het evangelie moeten delen, en in welke gebieden niet. Dit gebeurde ook met Paulus. Paulus wilde in sommige gebieden het evangelie delen, maar de Heilige Geest verhinderde dat.

En nadat zij door Frygië en het land van Galatië gereisd waren, werden zij door de Heilige Geest verhinderd het Woord in Asia te spreken. En bij Mysië gekomen, probeerden zij naar Bithynië te reizen, maar de Geest liet het hun niet toe. (Handelingen 16:6-7)

Waarom wilde de Heilige Geest dit niet? Omdat het nog niet de taak van Paulus was om op dat moment in Asia of in Bithynië het evangelie te delen. De Heilige Geest wilde namelijk eerst een ander gebied bereiken.

En Paulus kreeg 's nachts een visioen te zien: er stond een Macedonische man, die hem dringend vroeg: Kom over naar Macedonië en help ons! Toen hij nu dit visioen gezien had, probeerden wij meteen naar Macedonië te reizen, omdat wij eruit opmaakten dat de Heere ons geroepen had aan hen het Evangelie te verkondigen. (Handelingen 16:9-10)

God wilde dat Paulus naar Macedonië zou reizen om daar het evangelie te verkondigen.

Het mooie aan deze tekst is dat Paulus besloot om op pad te gaan. Vaak bidden wij: ‘Heer, gebruik mij om het evangelie te delen.’ Maar wij mogen weten dat wij mogen gaan. Wij mogen het evangelie overal brengen, tot aan de uiteinden van de aarde. En je zal ziet dat wanneer je gaat, de Heilige Geest tot je zal spreken en je zal ervaren op welke plaats de Heilige Geest je geroepen hebt. Misschien ervaar je duidelijk dat de Heilige Geest zegt: ‘ga niet naar Rotterdam, maar naar Utrecht.’ Zo geeft de Geest jou leiding in wat je precies moet doen. Het is ook goed om te weten dat dit tijdelijk kan zijn. Misschien wil God jou voor vier jaar gebruiken om op de straten van Utrecht het evangelie te delen, en dat je na deze vier jaar alsnog naar Rotterdam moet gaan. Wanneer wij gaan, zal God ons bijsturen. Daarom is het belangrijk om ten eerste te gaan, en ten tweede aandachtig te luisteren naar de stem van de Heilige Geest.

De kracht om wonderen en tekenen te doen

In de vorige paragraaf lazen wij over de kracht om vrijmoedig te spreken. Weet jij hoe jij vrijmoedig het evangelie kan delen? Onder andere doordat er wonderen en tekenen plaatsvinden. Wanneer de zieken genezen, demonen worden uitgedreven en doden worden opgewekt, dan ontvang je de aandacht en interesse van de mensen. En wanneer je hun aandacht hebt, dan kan je met alle vrijmoedigheid het evangelie delen.

Nu dan, Heere, sla acht op hun bedreigingen en geef Uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw Woord te spreken, doordat U Uw hand uitstrekt tot genezing en er tekenen en wonderen gebeuren door de Naam van Uw heilig Kind Jezus. (Handelingen 4:29-30)

De discipelen baden voor tekenen en wonderen, zodat zij daardoor met vrijmoedigheid het evangelie kunnen delen. Wanneer wij Handelingen lezen, dan zien wij dat de discipelen altijd grote vrijmoedigheid of vervolging kregen door de tekenen en wonderen die God deed. Door tekenen en wonderen ontstaat er altijd opschudding. Denk bijvoorbeeld aan:

1. Handelingen 2. De Heilige Geest werd met het geluid van een geweldige windvlaag uitgestort, de discipelen spraken in tongentaal en daardoor ontving Petrus grote vrijmoedigheid om het woord te delen. Hierdoor kwamen drieduizend mensen tot geloof.

2. Handelingen 3. De kreupele, die altijd bij de tempelpoort bedelde, werd genezen. Iedereen kon hem zien lopen. Dit gaf Petrus grote vrijmoedigheid om te spreken en velen kwamen tot geloof.

3. Handelingen 5. Ananias en Saffira zondigden tegen de Heilige Geest, en werden door een wonderteken gedood. Dit zorgde voor groot ontzag voor allen die dit hoorden.

4. Handelingen 5:12. Door de handen van de apostelen vonden er continu tekenen en wonderen plaats. Het volk had hierdoor groot ontzag voor de apostelen en hierdoor kwamen dagelijks mensen tot geloof, totdat er menigten waren die geloofden.

Zo lezen wij continu in het boek Handelingen dat de wonderen en tekenen van God voor vrijmoedigheid zorgden.

De kracht is voor iedereen beschikbaar
Wanneer wij het hebben over het doen van wonderen en tekenen, dan denken wij vaak aan iemand die bovennatuurlijk door God is gezalfd en op het podium van een kerkzaal mensen naar voren roept om vervolgens voor hen te bidden. Er wordt gedacht dat God sommigen heeft aangesteld om hierin te wandelen. Maar dit is niet waar. God heeft de kracht om wonderen en tekenen te doen aan iedereen gegeven. Dat niet alleen, Jezus zelf heeft ons opgedragen om wonderen en tekenen te verrichten.

En hen die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij demonen uitdrijven; in vreemde talen zullen zij spreken; slangen zullen zij oppakken; en als zij iets dodelijks zullen drinken, zal het hen beslist niet schaden; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen gezond worden. (…) Maar zij gingen overal heen om te prediken, en de Heere werkte mee en bevestigde het Woord door de tekenen die erop volgden. Amen. (Markus 16:17-20)

Het verrichten van wonderen en tekenen is niet een ‘bonus’ voor diepgelovige heiligen, maar voor iedere wedergeboren Christen. Wanneer jij bent wedergeboren, dan kun jij wandelen in de wonderen en tekenen van God. Jij hebt de macht ontvangen om demonen uit te drijven, in tongentaal te spreken en zieken te genezen. De Bijbel spreekt hier vaak over:

Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader. (Johannes 14:12)

Welke werken deed Jezus? Jezus genas de zieken, dreef de demonen uit en wekte de doden op. Hoe kunnen wij deze werken doen? Doordat Jezus heenging naar de Vader, en vanuit de hemel de Heilige Geest op ons uitstort. Door de Heilige Geest zijn wij in staat om wonderen en tekenen te doen.

En Hij riep Zijn twaalf discipelen bij Zich en gaf hun macht over de onreine geesten om die uit te drijven, en om iedere ziekte en elke kwaal te genezen. (Mattheüs 10:1)

En als u op weg gaat, predik dan: Het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. Genees zieken, reinig melaatsen, wek doden op, drijf demonen uit. U hebt het voor niets ontvangen, geef het voor niets. (Mattheüs 10:7-8)

De kracht komt door de Heilige Geest
De kracht om wonderen en tekenen te verrichten komt niet door onze eigen kennis, vaardigheden of ons heilig leven. Deze kracht komt door de vervulling van de Heilige Geest. Wij handelen niet in onze eigen kracht, maar ontvangen de kracht van de Heilige Geest.

Wanneer wij naar het leven van Jezus kijken, dan zien wij dat Jezus geen wonderen had verricht door Zijn eigen kracht. Jezus was afhankelijk van de Heilige Geest en de Geest werkte door Jezus heen. Nadat Jezus gedoopt werd door Johannes de Doper, kwam de Geest op Hem, en pas daarna kon Hij wonderen en tekenen doen.

En nadat Jezus gedoopt was, kwam Hij meteen op uit het water; en zie, de hemelen werden voor Hem geopend, en Hij zag de Geest van God als een duif neerdalen en op Zich komen. (Mattheüs 3:16)

De volgende teksten laten zien dat Jezus de wonderen en tekenen deed door de kracht van de Heilige Geest.

En Jezus keerde door de kracht van de Geest terug naar Galilea, en het gerucht over Hem verspreidde zich door heel de omgeving.  En Hij gaf onderwijs in hun synagogen en werd door allen geprezen. (Lukas 4:14-15)

Hoe God Jezus van Nazareth gezalfd heeft met de Heilige Geest en met kracht en hoe Hij het land doorgegaan is, terwijl Hij goeddeed en allen die door de duivel overweldigd waren, genas, want God was met Hem. (Handelingen 10:38)

Maar als Ik door de Geest van God de demonen uitdrijf, dan is het Koninkrijk van God bij u gekomen. (Mattheüs 12:28)

Jezus ontving de kracht van de Heilige Geest, en door deze kracht kon hij genezingen verrichten, demonen uitdrijven, prediken en wonderen en tekenen doen. Net zoals Jezus hebben ook wij de kracht van de Heilige Geest nodig om deze bovennatuurlijke tekenen te doen. Paulus zei bijvoorbeeld:

Want ik durf het niet aan iets te zeggen wat Christus niet door mij teweeggebracht heeft, om de heidenen tot gehoorzaamheid te brengen, in woord en daad, door de kracht van tekenen en wonderen en door de kracht van de Geest van God. Zo heb ik dan van Jeruzalem af en rondom, tot Illyricum toe, het Evangelie van Christus vervuld. (Romeinen 15:18-19)

En mijn spreken en mijn prediking bestonden niet in overtuigende woorden van menselijke wijsheid, maar in het betonen van geest en kracht, opdat uw geloof niet zou bestaan in wijsheid van mensen, maar in kracht van God. (1 Korinthe 2:4-5)

De reden waarom wij mensen kunnen bevrijden en genezen komt door de kracht van de Heilige Geest, en de Geest wordt op ons uitgestort tijdens de doop van de Heilige Geest.

De gaven van de Geest

Daarnaast wil de Heilige Geest ons nog veel meer gaven geven om anderen te dienen. Een mooi overzicht kunnen wij vinden in 1 Korinthe. Laten wij dit kort en krachtig bestuderen.

Wat nu de geestelijke gaven betreft, broeders, wil ik niet dat u onwetend bent. (1 Korinthe 12:1)

Paulus wil niet dat wij onwetend zijn over de geestelijke gaven. Deze gaven zijn niet bedoeld als een extraatje, waar sommigen zich naar uit mogen strekken. Paulus en de Heilige Geest willen dat alle broeders en zusters op de hoogte zijn van deze gaven en weten hoe zij hiermee om moeten gaan.

Er is verscheidenheid van genadegaven, maar het is dezelfde Geest. (1 Korinthe 12:4)

Het is belangrijk om te beseffen dat er verschillende gaven zijn die de Heilige Geest aan de gemeente wil geven. Hoewel elke gaven anders is en anders functioneert, moeten wij weten dat al deze gaven uit één bron stromen. Het is de Heilige Geest die in alle genadegaven betrokken is.

Er is verscheidenheid van bedieningen, en het is dezelfde Heere. Er is verscheidenheid van werkingen, maar het is dezelfde God, Die alles in allen werkt. (1 Korinthe 12:5-6)

Niet alleen de Heilige Geest is actief werkzaam bij het geven van de genadegaven. De gehele Drie-eenheid is actief betrokken om de gemeente te zegenen en te voorzien in wat nodig is door bovennatuurlijke genadegaven te geven. Zie je hoe belangrijk de genadegaven zijn voor God? Het is Gods verlangen om ons te helpen en te dienen met genadegaven, en God doet dit door gebruik te maken van wedergeboren gelovigen die zich hiernaar uitstrekken.

Aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander. (1 Korinthe 12:7)

De gaven van de Geest heeft God gegeven zodat wij anderen kunnen helpen. De genadegaven zijn niet voor jezelf bedoeld, maar voor de ander. Wanneer je in de gemeente samenkomt is het belangrijk dat je genadegaven of andere zegeningen van anderen ontvangt. Maar tegelijkertijd is het ook goed om de genadegaven die God aan jou heeft gegeven te gebruiken zodat je anderen kan dienen. Vaak gaan gelovigen naar de kerk met de vraag: ‘wat kan ik voor mijzelf halen uit deze dienst?’ Dit is niet verkeerd, het is namelijk belangrijk om met verwachting naar de samenkomst te komen. Maar het is ook belangrijk om jezelf af te vragen: ‘hoe kan ik anderen dienen in deze dienst?’ Samen zijn wij het lichaam van Christus en wij moeten elkaar dienen. Zoals elk lid van het lichaam elkaar helpt, moeten wij elkaar helpen. Wanneer de oren opeens besluiten om niet te horen, dan functioneert het lichaam niet goed. Of wanneer je ogen niet meer zien, dan weet je niet welke richting je op moet. Zoals elk lid van het lichaam het gehele lichaam dient, hoort elk lid van de gemeente de gemeenteleden te dienen en te helpen.

Maar wat zijn de bovennatuurlijke genadegaven van de Heilige Geest? Paulus noemt er negen op, maar deze lijst is niet volledig. De Heilige Geest kan ook andere genadegaven geven.

Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest; en aan een ander geloof, door dezelfde Geest, en aan een ander genadegaven van genezingen, door dezelfde Geest; en aan een ander werkingen van krachten, en aan een ander profetie, en aan een ander het onderscheiden van geesten, en aan een ander allerlei talen, en aan een ander uitleg van talen. (1 Korinthe 12:8-10)

1. een woord van wijsheid. Soms kunnen er problemen in de gemeente zijn die niet direct vallen op te lossen. Er is wijsheid voor nodig, en de Heilige Geest wil dit geven. Een prachtig voorbeeld hiervan is het verhaal van Jezus en de overspelige vrouw in Johannes 8:1-11. De vrouw werd op overspel betrapt en volgens de wet moest zij gestenigd worden. De farizeeën brachten deze vrouw bij Jezus, en verlangde van Jezus om een oordeel te vellen. Jezus ontving een woord van wijsheid, zodat Hij de vrouw genadig kon zijn en zij niet veroordeeld en gedood zou worden. Door een woord van wijsheid kon deze vrouw worden gered van de dood.

2. Een woord van kennis. Terwijl een woord van wijsheid nodig is om een ingewikkeld probleem of dilemma op te lossen, is een woord van kennis een openbaring over verborgen gegevens of informatie. Dit zien wij terug in het verhaal van Jezus en Nathanaël.

Jezus zag Nathanaël naar Zich toe komen en zei over hem: Zie, werkelijk een Israëliet in wie geen bedrog is. Nathanaël zei tegen Hem: Vanwaar kent U mij? Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voordat Filippus u riep, toen u onder de vijgenboom was, zag Ik u. (Johannes 1:48-49)

Jezus kon niet weten dat Nathanaël onder de vijgenboom zat, maar door een woord van kennis wist Jezus dit wel. De Heilige Geest openbaarde dit. Jezus zag Nathanaël, terwijl Hij er niet fysiek bij was.

3. Geloof. Met de gave van geloof wordt niet het geloof bedoeld zodat je gered wordt. De gave van geloof kun je beschouwen als een ‘Gods soort geloven’. Het kan zijn dat je ergens voor in geloof staat, maar toch moet je vechten tegen alle twijfels die in jouw hoofd aandienen. Maar wanneer de Heilige Geest de gave van geloof geeft, zullen al die twijfels ophouden en weet je het voor honderd procent zeker. Je ontvangt Gods soort geloof over een bepaalde situatie. Zoals God niet twijfelt, twijfel jij ook niet meer dat datgene gebeurt waar jij voor in geloof staat. Denk bijvoorbeeld aan Jezus die, in geloof, gebiedt dat de storm gaat liggen. Bij Jezus was er geen enige vorm van angst of twijfel, Jezus wist voor honderd procent zeker dat de storm naar Zijn stem zou luisteren.

4. genadegaven van genezingen. De Bijbel roept iedere gelovige op om zieken te genezen. Maar niet iedereen heeft de genadegaven van genezing. Wanneer er iemand op jouw werk ziek is, dan is het jouw taak om die zieke te genezen. Of wanneer je evangeliseert op straat en je komt een zieke tegen, dan mag je ook die zieke genezen. Maar in de gemeente heeft God speciaal mensen aangesteld met de gave van genezing. Zij kunnen een grote groep mensen aanspreken, en tijdens een samenkomst honderden tot duizenden mensen genezen door hun prediking en bediening. Daarnaast is iemand die de genadegaven van genezingen heeft gezalfd om anderen te leren om ook zieken te genezen.

5. werkingen van krachten. Bij werkingen van krachten moeten wij denken aan gebeurtenissen die met een wonder plaatsvinden. Denk bijvoorbeeld aan Jezus die met een paar broodjes en visjes een menigte voedt. Bij werkingen van krachten vindt het wonder direct plaats. Het is lastig om werkingen van krachten en de gave van genezing te onderscheiden. Bij sommige genezingen is het ook een combinatie tussen een werking van kracht en de gave van genezing. Het is belangrijk om te weten dat een werking van krachten een bovennatuurlijk teken van God is dat direct situaties kan veranderen, zonder dat er (veel) tijd tussen zit.

6. Profetie. Profetie is een gave van de Geest, wat wij al uitgebreid hebben behandeld in dit hoofdstuk.

7. Het onderscheiden van geesten. Dit houdt in dat iemand direct de gave ontvangt om te weten of iets van God afkomstig is of van een dwaalgeest. In de eerste plaats is het belangrijk dat iedereen toets wat een voorganger, Bijbelleraar, profeet, broeder of zuster onderwijst. Maar om ons hierbij te helpen geeft de Heilige Geest sommigen in de gemeente de gave om geesten te onderscheiden of beproeven. De duivel doet zich voor als een engel des lichts en de leugens die hij verkondigt bevatten vaak veel waarheden. De duivel, of dwaalgeest, kan een leer verkondigen dat voor negentig procent gefundeerd is op de Bijbel, maar voor tien procent afwijkt van de Bijbel en daardoor fout is. Wanneer iemand deze gave ontvangt, dan weet diegene dat het een dwaalgeest is, en kan hij de gemeente beschermen tegen deze dwaalgeesten die in dwaalleraren werken. Hoe herken je een dwaalgeest? Johannes ging hier dieper op in.

Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn; want er zijn veel valse profeten in de wereld uitgegaan. Hieraan leert u de Geest van God kennen: elke geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; en elke geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is niet uit God; maar dat is de geest van de antichrist, waarvan u gehoord hebt dat hij komt, en die nu al in de wereld is. (1 Johannes 4:1-3)

8. Allerlei talen en uitleg van talen. Deze twee gaven hebben wij al uitgebreid behandeld in hoofdstuk 9.

Al deze dingen echter werkt één en dezelfde Geest, Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil. (1 Korinthe 12:11)

Nogmaals benadrukt Paulus dat al deze gaven er anders uitzien, maar toch uit dezelfde bron voortkomen. De Heilige Geest van God geeft al deze gaven aan ons zodat wij anderen kunnen dienen. Het is een genadegave of cadeau van de Heilige Geest. In de gemeentedienst wijst de Heilige Geest mensen aan die in een gave kunnen functioneren. Maar de Heilige Geest kiest niet willekeurig personen aan. Hij kiest personen die zich uitstrekken naar de gaven en willen wandelen in de gaven van de Geest.

Streef dus naar de beste genadegaven. (…) (1 Korinthe 12:31)

Wij mogen vol verwachting uitzien dat God ons gaat gebruiken in de gemeente en op straat. En wanneer wij mogen wandelen in een genadegave, is het belangrijk dat wij deze gave aanwakkeren.

Daarom herinner ik u eraan de genadegave van God die in u is door de oplegging van mijn handen, aan te wakkeren. (2 Timotheüs 1:6)

Hoe wakker je een gave aan? Laten wij dit vergelijken met vuur. Stel, twee personen maken allebei hun eigen kampvuur. De ene maakt het vuur, en gaat vervolgens slapen. De ander maakt het vuur, en legt regelmatig nieuwe takken op het vuur, en zorgt ervoor dat het vuur niet dooft. Welk vuur blijft het langst branden? Degene die actief het vuur aanwakkert. Wanneer God jou een genadegave heeft gegeven en je doet er niets mee, dan zal je minder sterk in deze gave wandelen als iemand die elke dag het verlangen heeft om in deze gave te wandelen en elke dag hierin oefent. Hoewel het de Heilige Geest is die ons een genadegave geeft, zal de Heilige Geest meer toevertrouwen aan gelovigen die de genadegaven aanwakkeren, trouw zijn en regelmatig wandelen in de gaven van de Geest. Want waarom zou de Heilige Geest Zijn gaven geven aan iemand die er toch niets mee doet?


Lees ook: