De drie-eenheid van de mens

In dit hoofdstuk wil ik kijken naar de mens. Je weet natuurlijk wel hoe het lichaam van de mens eruit ziet. Ik neem aan dat jij jezelf vaak genoeg in de spiegel hebt bekeken, om te weten hoe je eruit ziet. De één kijkt misschien iets vaker dan de ander of zijn haar goed zit, maar je herkent jezelf.

Wanneer ik een naam opnoem, dan is de kans ook groot dat je een bepaald beeld bij iemand hebt. Als ik een bekend persoon noem, dan zie je in jouw gedachten zijn of haar gezicht voor je. Of je moet gelijk denken aan het gedrag van die persoon. Misschien vind je hem aardig en begripvol, of misschien vind je dat hij verschrikkelijke karaktereigenschappen heeft. Daarnaast kan je ook denken aan het beroep dat diegene doet. Als ik het heb over jouw kapper, dan zie je bijvoorbeeld gelijk die persoon voor je, met een kappersschaar in zijn hand.

Daarnaast is het mogelijk dat iedereen een ander beeld heeft van een persoon. Laten wij denken aan iemand die Dave heet. Dave werkt als autoverkoper bij een groot bedrijf. In zijn vrije tijd houdt hij ervan om te voetballen, hij is een oudste in de gemeente en heeft een gezin met drie kinderen. Iedereen heeft een ander beeld van Dave. Dit komt niet doordat Dave zich anders voordoet bij iedereen, dit komt doordat Dave bij elk relatie dat hij heeft andere dingen moet doen en iets anders van hem wordt verwacht.

Voor de klanten is Dave een verkoper, die probeert om een auto te verkopen. Maar als klant moet je goed opletten dat je niet te veel betaalt, dus je ziet Dave als iemand die alleen maar met geld en winst bezig is. Als collega zie je Dave altijd netjes in pak. Hij moet zich goed gedragen, moet professioneel praten en hij mag van zijn baas niet te veel tijd besteden aan zijn sociale media. Op de voetbalclub is er weer een ander beeld. Dave is sportief, draag een sportbroek met een voetbalshirt, en je moet altijd voor hem oppassen. Soms kan hij namelijk te fanatiek worden. In de kerk zien ze vooral het beeld van zijn geestelijke leven met God, en dat hij mensen wil helpen, en een bemoediger is van de gemeente. Zijn vrouw ziet hem als een geweldige man, die romantische etentjes regelt, en echt tijd voor haar neemt. En zijn kinderen? Zij houden van zijn grapjes, en weten dat zij altijd op hem kunnen rekenen.

Wie is Dave? Is hij nou een verkoper, collega, voetballer, oudste van de kerk, een man of een vader? Allemaal, maar een klant weet bijvoorbeeld niet dat hij ook een vader is en van voetbal houdt. Ons beeld van iemand wordt gevormd. Maar wie is Dave nou echt?

In dit hoofdstuk gaan wij kijken naar wie wij in de basis echt zijn, en uit welke ‘onderdelen’ wij bestaan.

De Drie-eenheid van God

Voordat wij kijken naar de mens, wil ik eerst kijken naar God. God bestaat namelijk ook uit drie Personen. Wij hebben God de Vader, Jezus de Zoon en de Heilige Geest. Alle drie zijn Zij God, maar tegelijkertijd zijn Zij drie verschillende personen. Je kan het vergelijken met water. Je hebt ijs, vloeibaar water en waterdamp. Alle drie hebben een verschillende vorm, maar het blijft water. Zo hebben ook God de Vader, Jezus en de Heilige Geest een verschillende ‘vorm’ en hebben Zij verschillende ‘taken’ die zij uitvoeren, maar ze zijn alle drie één God. Aan het eind van Mattheüs worden alle drie de Personen van de Drie-eenheid apart genoemd.

Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. (Mattheüs 28:19)

God de Vader is in de hemel aanwezig. Hij zit op Zijn troon, en wordt continu aanbeden door miljoenen engelen. Vandaag mogen wij God de Vader aanbidden op aarde, maar wanneer wij in de hemel zijn, zullen wij blijven doorgaan met het aanbidden van God de Vader. Alle macht en heerschappij die bestaat op aarde en in de hemel, is aan Hem onderworpen. God is vele malen machtiger dan de duivel, demonen, engelen en welke koning of leider er ook is op aarde.

God is de machtigste, maar tegelijk is God ook persoonlijk. Niet alleen voor Zijn Zoon Jezus Christus, maar ook voor alle andere zonen en dochters die Hij heeft op aarde, de wedergeboren gelovigen. Wij mogen rechtstreeks communiceren met God. Jezus zei bijvoorbeeld:

Op die dag zult u in Mijn Naam bidden, en Ik zeg u niet dat Ik de Vader voor u vragen zal, want de Vader Zelf heeft u lief, omdat u Mij hebt liefgehad en hebt geloofd dat Ik van God ben uitgegaan. (Johannes 16:26-27)

God de Vader is dus machtig, maar tegelijkertijd is Hij een liefdevolle Vader voor Zijn kinderen.

Jezus Christus is Degene die naar de aarde is gekomen om verzoening te brengen tussen God de Vader en de mensen.

Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, Die, terwijl Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood. (Filippenzen 2:5-8)

Nadat Jezus gekruisigd werd en opstond uit de dood, heeft God de Vader Jezus een plek gegeven aan Zijn Rechterhand. Jezus heeft alle macht van God de Vader ontvangen, en Jezus zal iedereen oordelen als Rechter.

De Heilige Geest is de Geest van God, die op dit moment aanwezig is in de gelovigen op de aarde. In dit boek zullen wij kijken hoe de Heilige Geest in de gelovige kan komen. De Heilige Geest is meer dan een kracht. Hij is een persoonlijk Wezen. Hij is aan ons gegeven als onderpand, en om ons te helpen en ons te leiden op aarde. De Heilige Geest zal altijd naar Jezus verwijzen, en zal altijd die dingen doen die Jezus verhogen. De Heilige Geest kan nooit tegen de woorden van Jezus ingaan, aangezien de Geest juist de woorden van Jezus bevestigt.

Maar wanneer Die komt, de Geest van de waarheid, zal Hij u de weg wijzen in heel de waarheid, want Hij zal niet vanuit Zichzelf spreken, maar wat Hij gehoord zal hebben, zal Hij spreken, en de toekomstige dingen zal Hij u verkondigen. Die zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen. (Johannes 16:13-14)

Wij hebben nu kort gekeken naar de Drie-eenheid. Natuurlijk valt hier nog veel meer over te schrijven, maar voor dit hoofdstuk is het belangrijk om te weten dat er een Drie-eenheid bestaat, dat deze bestaat uit God de Vader, Jezus Christus en de Heilige Geest, en dat alle Drie de Personen God zijn, en tegelijkertijd een eigen ‘taak’ en ‘eigenschappen’ hebben.

De mens als drie-eenheid

Ook de mens bestaat uit een soort drie-eenheid. De mens bestaat uit drie verschillende onderdelen, die niet zonder elkaar kunnen. De mens bestaat uit een lichaam, een ziel en een geest.

En moge de God van de vrede Zelf u geheel en al heiligen, en mogen uw geheel oprechte geest, de ziel en het lichaam onberispelijk bewaard worden bij de komst van onze Heere Jezus Christus. (1 Thessalonicenzen 5:23)

Deze tekst benoemt alle drie de onderdelen van de mens, maar er zijn ook teksten die een onderscheid maken tussen twee verschillende onderdelen van de mens. Denk bijvoorbeeld aan:

Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart. (Hebreeën 4:12)

Of denk aan wat in het evangelie van Mattheüs staat, waarin Jezus een onderscheid maakt tussen het lichaam en de ziel.

En wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en de ziel niet kunnen doden, maar wees veeleer bevreesd voor Hem Die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel. (Mattheüs 10:28)

Of denk aan Jakobus, die een vergelijking maakt met betrekking tot het lichaam en het geloof.

Want zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder de werken dood. (Jakobus 2:26)

De ziel, lichaam en geest zijn drie verschillende onderdelen van de mens, maar tegelijkertijd zijn deze drie onderdelen met elkaar verweven. Het is enorm lastig om te bepalen wat precies geest, ziel en lichaam is. Toch gaan wij dit in dit hoofdstuk proberen te doen, zodat wij duidelijk weten uit wat de mens bestaat, en wat Gods relatie is met elk onderdeel.

Ik wil nogmaals naar Hebreeën 4 kijken.

Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart. (Hebreeën 4:12)

Hierin wordt de scheiding tussen de ziel en geest samen opgesomd met de gewrichten en het merg. De gewrichten en het merg zijn begrippen voor het lichaam. De gewrichten zijn twee of meer botten die met elkaar in verbinding staan, waardoor je in staat bent om bewegingen te maken. Het merg is een sponsachtig weefsel, dat zich bevindt in de holtes van de botten. Het is enorm lastig om precies te weten waar het merg begint, en de bot eindigt. Merg bevindt zich als het ware in de botten. Zoals het lastig is om te weten waar het merg precies begint en de bot (of gewricht) eindigt, is het ook lastig om precies te bepalen waar de ziel van de mens begint, en de geest van de mens eindigt. Beide begrippen zijn enorm belangrijk, en zijn als het ware met elkaar verweven. Het is mogelijk om een onderscheid te maken, maar dit is wel enorm lastig.

In dit hoofdstuk gaan wij dit proberen te doen, ook al is het een bijna onmogelijke opgave. Wij beginnen met het lichaam, en vervolgens bestuderen wij de ziel en de geest. Dit is nodig om te weten wat de wedergeboorte is, omdat wij dan weten wat er weder (of opnieuw) geboren is.

Onderdeel 1: Het lichaam van de mens

Het eerste onderdeel van de mens is het lichaam. Het lichaam is het makkelijkst te onderscheiden. Het is namelijk jouw aardpak, waarmee je op aarde wandelt. Je kan denken aan je botten, ledematen, je hoofd, je buik, je organen en alles wat je in de spiegel kan zien. Het lichaam is erg belangrijk. Wanneer je geen lichaam hebt, kan je niet functioneren op deze aarde en kunnen andere mensen jou niet zien. Met jouw armen kan je dingen vastpakken, met jouw benen kan je lopen en elk lichaamsdeel en orgaan heeft een andere functie en doel.

Het lichaam is dus erg belangrijk, en wij lezen in de Bijbel dat God het lichaam van de eerste mens, Adam, schiep.

Toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem. (Genesis 2:7a)

God vormde de mens uit het stof van de aardbodem. Terwijl God aan het begin van de schepping sprak, en door Zijn spreken dingen geschapen werden, lezen wij dat de mens was ontstaan doordat God iets formeerde. Als het ware kwam God naar de aarde toe, om uit het stof van de aarde een prachtig kunstwerk te maken. Het moest niet zomaar iets moois worden, het moest de kroon op de schepping worden. Maar waar haalde God de inspiratie vandaan om iets prachtigs te maken? God schiep de mens naar Zijn evenbeeld. Wij zijn niet zomaar ‘bedacht’, de mens is kunstig geschapen en lijkt op God.

En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen! En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. (Genesis 1:26-27)

Soms ontstaat er een beeld dat God het lichaam van de mens niet belangrijk vindt. Of dat mensen geen, of nauwelijks, aandacht mogen besteden aan hun eigen lichaam om dat goed te verzorgen. Ik ben het met ze eens dat ons geestelijk leven met God vele malen belangrijker is dan ons lichaam, zoals wij ook kunnen lezen in de brief aan Timotheüs.

Want de oefening van het lichaam is van weinig nut, maar de godsvrucht is nuttig voor alle dingen, omdat zij de belofte van het tegenwoordige en van het toekomende leven heeft. (1 Timotheüs 4:8)

Het geestelijk leven is belangrijker, maar dat betekent niet dat ons lichaam onbelangrijk is voor God. En dat betekent ook niet dat wij ons lichaam onbelangrijk moeten vinden. Het lichaam is belangrijk, en het is de bedoeling dat wij het lichaam goed en juist verzorgen. Het lichaam is iets wat je van God hebt gekregen, en als een wijze rentmeester mag jij zorg dragen voor het lichaam. God heeft jou geweven in de baarmoeder, je hebt een lichaam ontvangen en alles wat wij van God hebben gekregen, mogen wij met respect en waardigheid behandelen.

Mijn beenderen waren voor U niet verborgen, toen ik in het verborgene gemaakt ben en geborduurd werd in de laagste plaatsen van de aarde. Uw ogen hebben mijn ongevormd begin gezien, en zij alle werden in Uw boek beschreven, de dagen dat zij gevormd werden, toen er nog niet één van hen bestond. (Psalm 139:15-16)

Het is dus belangrijk om het lichaam goed te verzorgen, maar tegelijkertijd is het ook belangrijk om het lichaam niet als een afgod te behandelen. Sommige kunnen ook doorslaan om het perfecte plaatje te zijn. Denk bijvoorbeeld aan topmodellen, die veel te weinig eten om ervoor te zorgen dat zij er mager uitzien. Of aan mannen of vrouwen, die acht uur per dag naar de sportschool gaan, plastische chirurgie toepassen, elke 15 minuten in de spiegel kijken of hun haar of make-up goed zit, en compleet geleefd worden door hun lichaam. Nee, het lichaam is prachtig en door God geschapen, maar het lichaam dient de mens, en de mens dient niet het lichaam.

Oké, we hebben dus gelezen dat God het lichaam heeft geschapen, het lichaam ervoor zorgt dat wij goed kunnen leven op de aarde, en wij de verantwoordelijkheid hebben gekregen om het lichaam goed te verzorgen, als wijze rentmeesters. Maar er komt een dag dat het lichaam sterft.

Want alle vlees is als gras en al de heerlijkheid van de mens is als een bloem in het gras. Het gras is verdord en zijn bloem is afgevallen. (1 Petrus 1:24)

Het lichaam is tijdelijk. Wanneer wij 120 jaar in de tijd reizen, en Jezus is nog niet teruggekomen, dan kunnen wij niemand herkennen op aarde. Waarom niet? Over 120 jaar is iedereen overleden die op dit moment leeft. Alle grote wereldleiders zijn er niet meer, de grootste genieën zijn weg en ook alle broeders en zusters in de kerk zijn op een andere plek. Deze generatie is dan voorbij gegaan, en onze kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen zijn dan aan zet. Het lichaam zal in een graf belanden, en vergaat tot stof. Het lichaam is dus niet eeuwig, maar tijdelijk.

Oké, dus op dit moment bestaan wij uit drie delen: de geest, de ziel en het lichaam. Maar het lichaam vergaat tot stof. Betekent dit dan dat wij in de eeuwigheid geen lichaam hebben?

Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus, Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam, overeenkomstig de werking waardoor Hij ook alle dingen aan Zichzelf kan onderwerpen. (Filippenzen 3:20-21)

Wij ontvangen in de toekomst een nieuw lichaam van God. Een volmaakt lichaam. Ons huidige lichaam vergaat en is imperfect. Maar ons toekomstige lichamen zijn wel perfect, verheerlijkt en onsterfelijk. Het is dus Gods verlangen dat de mens een perfecte drie-eenheid blijft. De mens is niet bedoeld om enkel een ziel of geest te zijn, de mens is voor eeuwig bedoeld om een volmaakt lichaam, ziel en geest te zijn. Hoe dit lichaam er precies uitziet, weten wij niet. Maar dat wij een nieuw lichaam ontvangen, is een feit. Paulus heeft dit ook prachtig verwoord.

Maar, zal iemand zeggen, hoe worden de doden opgewekt en met wat voor lichaam komen zij terug? Dwaas, wat u zaait, wordt niet levend, als het niet gestorven is. En wat u zaait, daarvan zaait u niet het lichaam dat worden zal, maar een kale graankorrel, al naar het voorvalt, van tarwe of van een van de andere graansoorten. God echter geeft daaraan een lichaam zoals Hij heeft gewild, en aan elk van de zaden zijn eigen lichaam. (1 Korinthe 15:35-38)

Laten wij nog kort terugkeren naar ons aardse lichaam. Wat is Gods doel met ons aardse lichaam? God wil dat ons lichaam gezond is. Ik weet dat er vele mensen zijn die te kampen hebben met ziekten en ongeneeslijke kwalen. Maar dit is niet Gods wil met ons lichaam. God wil dat wij gezond zijn, en wij geen lichamelijke ongemakken ervaren. Voor God is ons lichaam enorm belangrijk, en wil Hij ons genezen wanneer wij iets mankeren.

Geliefde, ik wens dat het u in alles goed gaat en dat u gezond bent, zoals het uw ziel goed gaat. (3 Johannes 1:2)

Als je hier meer over wilt weten, dan raad ik jou mijn boek ‘105 redenen waarom God jou vandaag wil genezen’ van harte aan. In dit boek behandel ik 105 redenen waarom God geneest en waarom Hij wil dat jij gezond bent.

Het lichaam is dus een belangrijk onderdeel van de drie-eenheid van de mens.

Onderdeel 2: de ziel van de mens

Nu is het tijd om het tweede deel van de mens te bestuderen, de ziel van de mens. Wij lazen dat God de mens formeerde uit het stof van de aarde. Weet je wat er lag toen God klaar was met formeren? Er lag een lichaam, of lijk, op aarde. Het was kunstig geweven, maar het leefde nog niet. God moest namelijk iets toevoegen aan de mens, namelijk Zijn levensadem.

Toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen. (Genesis 2:7)

Pas toen God Zijn levensadem in de neusgaten van de mens blies, werd de mens een levens wezen. Het is heel interessant om het Hebreeuwse woord voor adem te onderzoeken. In het Hebreeuws is dit het woord: ‘nᵊšāmâ’. Dit woord betekent: ‘adem’, ‘blazen’, ‘geest’ of ‘ziel’. Het woord wordt het vaakst gebruikt om te zeggen dat iemand, ‘ademt’, of dat iemand een ademend wezen is.

Maar toen God Zijn adem blies in de mens, dan was dit niet gewone lucht dat in de mens kwam. Het was Gods levensadem dat Hij in de mens blies. Wanneer ik op iets blaas, dan ontstaat er geen leven, en gebeurt er niets. Maar toen God in Adam Zijn neus blies, ontstond er leven. God blies de geest en de ziel in de mens, waardoor de mens kon leven.

Maar wat is dan de ziel van de mens? De ziel van de mens is onze natuurlijke persoonlijkheid. In de ziel van de mens zitten onze gedachten, verstand, wil, emoties, verlangens, karakter, gevoelens, vaardigheden en persoonlijkheid. Met onze ziel kunnen wij relaties opbouwen op aarde, en kunnen wij een wilsbesluit maken om iets te doen. Ons lichaam is het onderdeel dat beweegt, maar met onze ziel kunnen wij ons lichaam besturen, en kunnen wij aangeven wat wij willen doen. Ik denk bijvoorbeeld: ‘ik wil opstaan uit mijn stoel’. Vervolgens maak ik in mijn hoofd een wilsbesluit dat ik wil opstaan, en mijn lichaam gehoorzaamt de ziel. In de ziel zitten ook onze gevoelens, en kunnen wij gebeurtenissen op aarde ervaren en ergens een bepaald gevoel over hebben.

De ziel is dus onze natuurlijke persoonlijkheid en kan gevormd worden door de gebeurtenissen die wij meemaken. Als wij denken aan ons lichaam, dan weten wij dat onze lichaam pijn kan ervaren. Wanneer ik naar jou toeloop, en ik sla jou, dan heb jij lichamelijke pijn. Maar ik kan je ook op een andere manier pijn doen. Ik kan bijvoorbeeld hele nare dingen over jou zeggen, jou uitschelden, jou boos aankijken, of iets anders doen zonder jouw fysiek aan te raken. Jouw lichaam heb ik geen pijn gedaan, maar alsnog kan ik jouw ziel beïnvloeden. Zo kan jij je verdrietig voelen als ik nare dingen zeg, je onzeker voelen als ik jou boos aankijk, of boos worden wanneer ik jou uitscheld. Je ziel kan veranderd en beïnvloed worden.

Natuurlijk kan lichamelijke pijn ook jouw ziel beïnvloeden. Wanneer je enorm veel lichamelijke pijn hebt, dan is jouw humeur anders dan dat jouw lichaam gezond aanvoelt. Zoals ik aan het begin van dit hoofdstuk al aangaf, kan je onmogelijk het lichaam, de ziel en de geest van elkaar scheiden. Het lichaam beïnvloedt namelijk jouw ziel, en de ziel beïnvloedt jouw lichaam.

Hoe kan de ziel dan jouw lichaam beïnvloeden? Wanneer ik bijvoorbeeld elke dag gestrest bent, kan dit uiteindelijk het lichaam beïnvloeden. Hierdoor kan je bijvoorbeeld rugpijn ervaren.

Een blij hart bevordert de genezing, maar een neerslachtige geest doet de beenderen verdorren. (Spreuken 17:22)

Het lichaam en de ziel kunnen elkaar dus beïnvloeden, zowel ten negatieve als ten positieve.

Veel mensen denken dat zij hun ziel zijn, en laten zich continu beïnvloeden door hun ziel. Stel, je komt op je werk en je krijgt gelijk een donderpreek van je baas, terwijl je niets verkeerds had gedaan. Blijkbaar was de baas slechtgehumeurd, en jij moest de klappen opvangen. Wanneer je jouw ziel laat leiden, dan voel jij je de rest van de dag verontwaardigd en boos. Een uur later denk je er nog steeds over na. Tijdens de lunch vertel je het verhaal aan je collega’s, en wanneer je ’s avonds terugkeert naar huis, vertel je het verhaal nog aan je partner. Vervolgens ben je de hele avond chagrijnig, en de gehele dag heb jij je laten leiden door een gebeurtenis die jouw ziel had beïnvloed. Is dit de juiste manier? Om onze gevoelens en prikkels vanuit onze ziel blindelings te volgen?

Wanneer je zo’n leven leeft, dan ken je veel toppen en dalen. Wanneer alles goed gaat in het leven, dan voel jij je helemaal in de wolken en ben je erg vrolijk. Maar als er iets niets goed gebeurt, of je stapt met het verkeerde been uit bed, dan ben je gelijk helemaal van slag.

Het is belangrijk om te weten dat wij niet onze ziel zijn. Wij zijn een geest, waar wij straks op terugkomen. Het is dus belangrijk dat de ziel niet de hoogste plaats in ons leven krijgt, omdat onze ziel zich van dag tot dag anders kan gedragen. Het is ook niet goed om alleen op onze emoties te letten. Onze emoties zijn belangrijk en mogen er zijn, maar ze mogen niet leidinggevend zijn in ons leven.

Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. (Galaten 5:16)

Onze ziel, of een onderdeel van onze ziel, wordt ook vaak als ‘vlees’ aangeduid in de Bijbel. Bij het vlees moeten wij niet alleen denken aan ons lichaam. Heel simpel gezegd: onze lichaam kan niet zondigen. Weet je waar er niet gezondigd wordt? In de graven op een begraafplaats. En weet je hoe dit kan? De lichamen hebben geen ziel meer in zich. Heel oneerbiedig gezegd ligt er ‘materie’ in de grond, en deze lichamen hebben geen behoefte om te zondigen. Het lichaam steelt niet, kan geen overspel plegen, en kan ook niet liegen. Het is levenloos. Wanneer Paulus dus spreekt over dat wij moeten leven door de Geest, en niet moeten leven door het vlees met zijn begeerten, dan bedoelt hij hiermee de zondige verlangens die wij kunnen ervaren in onze gedachten. In de Bijbel wordt vaak ons ‘vlees’ vergeleken met onze ‘geest’. Het is dus belangrijk om te beseffen dat het woord ‘vlees’ in de Bijbel niet alleen letterlijk spreekt over ons lichaam, dat uit vlees bestaat. Hiermee wordt ook onze natuurlijke ziel bedoeld. Ons vlees en onze geest staan vaak tegenover elkaar. Denk bijvoorbeeld aan de volgende Bijbelteksten.

Waak en bid, opdat u niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. (Mattheüs 26:41)

Wat uit het vlees geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is, is geest. (Johannes 3:6)

De Geest is het Die levend maakt, het vlees heeft geen enkel nut. De woorden die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven. (Johannes 6:63)

Want toen wij in het vlees waren, waren de hartstochten van de zonden, die geprikkeld worden door de wet, in onze leden werkzaam om vrucht te dragen voor de dood. Maar nu zijn wij ontslagen van de wet, gestorven aan dat waaraan wij vastgebonden zaten, zodat wij in nieuwheid van Geest dienen, en niet in oudheid van letter. (Romeinen 7:5-6)

In het vlees van de mens woont niets goed, en het vlees van de mens kan niet het goede doen. Dit is iets wat Paulus ons duidelijk maakt.

Want ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, niets goeds woont. Immers, het willen is er bij mij wel, maar het goede teweegbrengen, dat vind ik niet. (Romeinen 7:18)

Vanuit onze menselijke, zielse kant van het leven, is het onmogelijk om goed te leven en is het onmogelijk om God te behagen. Wij hebben het geestelijke nodig.

Ons vlees, of ziel, is dus niet goed en is geneigd om te zondigen. Wordt onze ziel wel beter? In de eerste plaats is het belangrijk om, als wedergeboren gelovige, steeds meer te lijken op het beeld van Jezus. Ook in onze ziel, met al onze emoties, gedachten en besluiten die wij maken. Dit gebeurt niet binnen één dag. Dit proces duurt ons gehele leven, en elke dag mogen wij meer op Jezus lijken. Of, zoals Paulus dit prachtig heeft verwoord:

Daarom verliezen wij de moed niet; integendeel, ook al vergaat onze uiterlijke mens, toch wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd. (2 Korinthe 4:16)

Ons innerlijke mens, dit is onze ziel, wordt van dag tot dag vernieuwd.

Daarnaast is het belangrijk om te beseffen dat onze ziel onsterfelijk is. Onze ziel gaat nooit dood, maar zal voor eeuwig leven. Wanneer wij vooruit spoelen naar Openbaring 20, dan zien wij dat de zielen van de gelovige mensen bij God in de hemel zijn.

En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven. En ik zag de zielen van hen (…). (Openbaring 20:4)

Maar in mijn ziel zit toch zonden en ook verkeerde verlangens? Betekent dit dan dat ik met een imperfecte ziel in de hemel ben? Nee. Een deel van jouw ziel is wie jij echt bent, en zal niet veranderen. Denk bijvoorbeeld aan je karakter, die ook erg mooie eigenschappen heeft. Niet jouw gehele ziel is fout. Maar de onvolkomenheden zal God compleet herstellen. Wij zagen dat onze ziel al van dag tot dag vernieuwd. Dit herstelproces vindt al op aarde plaats. Maar wanneer wij Jezus zullen aanschouwen, zal onze ziel in één keer volmaakt goed worden.

Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt. (2 Korinthe 3:18)

 Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is. (1 Johannes 3:2)

Dit zijn twee moeilijke Bijbelteksten. Heel simpel gesteld, zullen wij, als wij Jezus zien, gelijk worden aan Hem. In onze ziel zullen wij geen tekortkomingen meer hebben. Ook onze angsten, trauma’s, etc. zullen geen rol meer spelen in de hemel. Wij zijn volmaakt. God wil vandaag al werken aan onze ziel, en ons helpen om los te breken van al deze negatieve invloeden. Maar mocht dit niet lukken, om wat voor reden dan ook, dan mogen wij weten dat wij in de hemel perfect zullen zijn. Zelfs al ontvangen wij niet alle troost die wij nodig hebben en overwinnen wij niet al onze angsten, in de hemel zullen wij hier niet meer mee geconfronteerd worden.

In de hemel zal er ook geen zonde meer zijn, geen pijn, verdriet of ellende. Alles zal goed zijn.

En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. (Openbaring 21:4)

Om hiervoor te zorgen is het belangrijk dat de ziel van de mens, die bij veel mensen verwond is en tekortkomingen heeft, veranderd wordt. Hoewel wij vandaag al mogen veranderen in onze ziel, en God ons wil herstellen, zal dit compleet veranderd worden als wij Jezus van aangezicht tot aangezicht zullen zien in de hemel. Dan zullen alle moeite en pijn weg zijn.

Onze zielen zullen dus in de hemel zijn. Maar wat gebeurt er met de zielen van mensen die niet in God geloofden toen zij op aarde waren?

En wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en de ziel niet kunnen doden, maar wees veeleer bevreesd voor Hem Die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel. (Mattheüs 10:28)

Deze zielen leven ook voor eeuwig, maar zullen in de hel geworpen worden. De ziel van ieder mens leeft eeuwig, en de keuze die je op de aarde maakt bepaalt of je in de hemel komt, of in de hel.

Onderdeel 3: de geest van de mens

Wij omschreven de ziel als de menselijke persoonlijkheid. Onze geest kunnen wij omschrijven als onze geestelijke persoonlijkheid. Door onze geest hebben wij een Godsbesef en kunnen wij in aanraking komen met het bovennatuurlijke en met God. De geest van de mens is wie wij echt zijn. Je kan dit als volgt zien: je bent een geest, je hebt een ziel en je woont in een lichaam.

Een andere manier om geest en ziel van elkaar te onderscheiden is het volgende. De ziel is jouw horizontale oogpunt. Met andere woorden, met jouw ziel kan je in contact komen met andere stoffelijke wezens. Als ziel kan je bijvoorbeeld in contact komen met andere mensen en dieren. Dit is een natuurlijke manier van leven, die iedereen op aarde ervaart. De geest werkt niet horizontaal met verticaal. Met jouw geest kan je in contact komen met God, de Heilige Geest en het bovennatuurlijke van God. Dit werkt niet horizontaal, zoals een relatie met een mens, maar verticaal.

Wat kun je dan met jouw geest doen?

God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid. (Johannes 4:24)  

Wanneer je omgang hebt met God, vindt dit plaats in de geest. Dit is een punt waar het vaak misgaat. Wanneer wij omgang willen hebben met God, de Bijbel willen bestuderen en God willen aanbidden, doen wij dit vaak vanuit onze ziel.

Wanneer wij bijvoorbeeld tot God bidden, maar Hem niet ervaren of zien, dan kunnen wij denken dat God ons gebed niet heeft gehoord. Maar dit komt doordat wij vanuit onze ziel denken. Wij zien God niet, wij ervaren God niet met onze natuurlijke zintuigen, dus God luistert niet. Maar God aanbidden en bidden tot God doen wij niet met onze ziel, maar met onze geest.

Zo gaat het ook met de Bijbel. Vaak worden er Bijbelteksten uit het hoofd geleerd. Dit is fantastisch, want het is belangrijk om Bijbelteksten te kennen. Maar, wanneer je alleen Bijbelteksten uit je hoofd leert, gebeurt er nog niets. Je hebt alleen kennis ontvangen. De Bijbelteksten moeten een openbaring worden, zodat je ervan uit kan leven. En hoe krijg je een openbaring? Wanneer de Heilige Geest van God iets aan jou laat zien. Ook tijdens het Bijbellezen is het belangrijk om te beseffen dat wij dit vanuit de geest doen. Zonder de geest en zonder de Heilige Geest is de Bijbel een erg ingewikkeld boek. Maar met de geest en met de Heilige Geest, gaat de Bijbel leven. Maar hoe kan je deze zaken dan door de geest doen? Hier zullen wij in de rest van dit boek naar kijken. Maar in dit hoofdstuk kijken wij alleen naar wat de geest van de mens precies is.

Met de geest kunnen wij ook emoties ervaren. Dit moet je niet vergelijken met de emoties die wij in onze ziel hebben. Dit zijn emoties die de Heilige Geest direct in onze geest legt. Het zijn de emoties van God. Jezus had ook zulke emoties in Zijn geest.

En Hij zuchtte diep in Zijn geest en zei: Waarom verlangt dit geslacht een teken? (Markus 8:12)

Op dat moment verheugde Jezus Zich in de geest (…) (Lukas 10:21)

Toen Jezus haar dan zag huilen, en ook de Joden die met haar meekwamen, zag huilen, werd Hij heftig in de geest bewogen en raakte innerlijk in beroering. (Johannes 11:33)

Toen Jezus deze dingen gezegd had, raakte Zijn geest in beroering, en Hij getuigde en zei: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u dat een van u Mij zal verraden. (Johannes 13:21)

En ook Maria, toen zij zwanger was van Jezus.

En Maria zei: Mijn ziel maakt de Heere groot, en mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker. (Lukas 1:46-47)

Wanneer wij kijken naar de vrucht van de Heilige Geest, dan vinden wij ook bepaalde gevoelens die van God komen.

De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. (Galaten 5:22)

Een bepaalde emotie heb je misschien meegemaakt toen je tot geloof kwam. Misschien leefde jij jarenlang in zonde. Je had misschien veel bedpartners, gebruikte veel drugs, ging naar alle feesten, of maakte ruzie met iedereen die je tegenkwam. Maar toen kwam je Gods liefde tegen. En wat gebeurde er? Je had verdriet om alle dingen die je vroeger verkeerd deed. Dit was niet een emotie en gevoel die alleen van jezelf kwamen, maar ook (gedeeltelijk) door God werden gestuurd, zodat je besefte dat je Jezus Christus als Redder nodig had.

Want de droefheid die overeenkomstig de wil van God is, brengt een onberouwelijke bekering tot zaligheid teweeg, maar de droefheid van de wereld brengt de dood teweeg. (2 Korinthe 7:10)

Maar wie hebben dan een geest? Hebben alleen gelovigen een geest? Nee. Ieder mens heeft een geest gekregen, en de geest bevindt zich in de mens.

Want wie van de mensen kent de dingen van de mens dan de geest van de mens, die in hem is? (1 Korinthe 2:11a)

Maar niet iedereen zijn geest functioneert goed. Laten wij dit vergelijken met een televisie. Met een televisie kan je televisie kijken. Maar er kunnen dingen aan de hand zijn waardoor je geen beeld krijgt. Misschien zit de stekker niet in het stopcontact. Of misschien heb je geen internetverbinding, zodat je niet naar YouTube kan kijken. Of de televisie is stuk en moet gerepareerd worden. De reden dat je een televisie hebt, betekent dus niet gelijk dat je televisie kan kijken. Het is noodzakelijk dat alles goed functioneert, en dan pas kan je televisie kijken.

Zo is het ook met de geest. Ieder mens heeft een geest ontvangen, maar niet iedereen gebruikt zijn geest op de juiste manier. Veel mensen hebben een geest, maar hebben deze geest niet goed geactiveerd omdat zij Jezus nog niet hebben aangenomen als Redder en Verlosser. Zij zijn mensen die een televisie hebben, maar de stekker nooit in het stopcontact hebben gestopt. Ze hebben een geest, maar de geest functioneert niet goed. Er moet iets gebeuren zodat de geest goed kan functioneren.

Maar hoe kan het dan dat de geest geactiveerd moet worden? Of, met andere woorden: Waarom moet de geest levend worden? Tijdens het begin van de schepping hadden Adam en Eva een levende geest. Ze leefden het perfecte leven in de hof van Eden, en wandelden met God. In de hof was er een speciale boom, de boom van kennis van goed en kwaad. Zij mochten van God niet de vruchten eten van deze boom. Want wat zou er gebeuren als zij dat wel deden?

En de HEERE God gebood de mens: Van alle bomen van de hof mag u vrij eten, maar van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven. (Genesis 2:16-17)

Helaas besloten Adam en Eva te eten van de vrucht. Ze namen een hap van de vrucht, en ze vielen op de grond en stierven. Toch? Nee, dit is niet hoe het verhaal ging. Er staat namelijk:

En de vrouw zag dat die boom goed was om ervan te eten en dat hij een lust was voor het oog, ja, een boom die begerenswaardig was om er verstandig door te worden; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en hij at ervan. Toen werden de ogen van beiden geopend en zij merkten dat zij naakt waren. Zij vlochten vijgenbladeren samen en maakten voor zichzelf schorten. (Genesis 3:6-7)

Oké, Adam en Eva hun lichamen functioneerden nog. Hun lichamen stierven dus niet direct, terwijl God had gezegd dat op de dag dat ze van de vruchten aten, zij zouden sterven. Stierf hun ziel dan op die dag? Nee. Want ze ervaarden emoties, schaamden zich en verstopten zich voor God. De geest van de mens ‘stierf’. Met de geest van de mens kunnen wij in contact komen met God, maar toen Adam en Eva van de vrucht aten, moesten zij weggaan uit Gods nabijheid.

Hij verdreef de mens, en plaatste ten oosten van de hof van Eden de cherubs met een vlammend zwaard, dat heen en weer bewoog, om de weg naar de boom des levens te bewaken. (Genesis 3:24)

Pas veel later stierven Adam en Eva ook lichamelijk. Adam werd 930 jaar oud. Ook dit is te wijten aan de zondeval. Maar op de dag van de zondeval viel de relatie tussen God en de mens weg, en kon de mens niet meer met God wandelen. Met andere woorden: de geest van de mens was dood. Of met andere woorden: de geest van de mens functioneerde niet meer goed, en kon niet datgeen doen waar het voor gemaakt was, namelijk: een intieme relatie met God. Gelukkig bedacht God een oplossing door Jezus naar de aarde te sturen, en ook in het Oude Testament lezen wij over veel geloofshelden die een relatie met God hadden. Maar toch was er een duidelijk verschil tussen de omgang tussen Adam en God voor de zondeval, en de mens en God na de zondeval.

Het is dus nodig dat de geest van de mens, die dood is, weer tot leven wordt gewekt. En dit gebeurt door de wedergeboorte, wat wij in dit boek gaan behandelen. Mensen hebben een levende en goed functionerende geest nodig die in contact komt met God.

Ook mensen die nog niet de wedergeboorte hebben meegemaakt en niet in Jezus Christus geloven, kunnen op een ‘illegale’ manier gebruikmaken van de geest en de geestelijke wereld. Nogmaals, iedereen heeft een geest, maar de geest bij niet wedergeboren Christenen functioneert slecht en onvolmaakt. Aangezien iedereen een geest heeft, kunnen zij ook gebruikmaken van de geest. Hoe kunnen mensen dan hun geest op een illegale manier gebruiken? Door in het bovennatuurlijke proberen te wandelen, zonder dat dit door Jezus Christus of de Heilige Geest geleid wordt. Denk bijvoorbeeld aan waarzeggers, mensen die geesten oproepen en mensen die contact hebben met de doden. Je kan ook denken aan alle new age praktijken en occultisme. Deze mensen benaderen ook de geestenwereld, maar in feite communiceren zij met demonen en geestelijke wezens van de duisternis. Soms weten deze mensen dit, zoals satanisten, maar soms denken zij dat het ‘het licht’ is, en volkomen goed is, terwijl het een valstrik is van de duivel.

En geen wonder, want de satan zelf doet zich voor als een engel van het licht. (2 Korinthe 11:14)

Om deze reden moeten wij ook ‘de geesten beproeven’. Wanneer wij een leraar horen spreken, dan moeten wij beproeven of deze leraar spreekt vanuit de goede geest, namelijk de Heilige Geest, of een geest van de duisternis.

Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn; want er zijn veel valse profeten in de wereld uitgegaan. Hieraan leert u de Geest van God kennen: elke geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; en elke geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is niet uit God; maar dat is de geest van de antichrist, waarvan u gehoord hebt dat hij komt, en die nu al in de wereld is. (1 Johannes 4:1-3)

Het is dus belangrijk dat de geest van de mens tot leven komt door de wedergeboorte die Jezus aan ons wil geven, en dat wij alleen in contact treden met God, de Heilige Geest en Jezus Christus. Dit doen wij bijvoorbeeld door gebed, Bijbelstudie en aanbidding. Wij mogen God aanbidden vanuit de geest.

God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid. (Johannes 4:24)

Tot slot is de geest van de mens eeuwig. De geest verdwijnt niet, maar zal voor eeuwig leven.

Jezus zei tegen haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. (Johannes 11:25-26)

Het stof terugkeert naar de aarde zoals het was, en de geest terugkeert tot God, Die hem gegeven heeft. (Prediker 12:7)

Bij de dood van het lichaam, zal de geest terugkeren tot God. Wanneer de geest terugkeert, dan zal het oordeel komen. De gelovigen mogen voor eeuwig bij God in de hemel blijven, maar de ongelovigen zullen verbannen worden naar de hel. De geest leeft voor eeuwig, maar de keuzes die wij op aarde maken bepalen of wij de eeuwigheid in de hemel of in de hel doorbrengen.

Dus, ons lichaam vergaat, maar onze volmaakte ziel en geest gaan naar de hemel. In de hemel ontvangen wij ook een volmaakt, nieuw lichaam, zodat wij weer bestaan uit een volmaakte drie-eenheid.


Lees ook: